Tot de onbepaalde hoofdtelwoorden rekent men onder meer alle, enige, sommige (deze worden ook wel onbepaalde voornaamwoorden genoemd), veel en weinig. Als onbepaalde rangtelwoorden zijn te beschouwen: laatste, middelste, hoeveelste en zoveelste.
Er zijn twee soorten telwoorden: hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Beide soorten komen in bepaalde en in onbepaalde vorm voor. Bepaalde telwoorden geven het precieze aantal of (rang)nummer, onbepaalde geven een niet-gespecificeerd aantal of (rang)nummer.
Het Telwoord
Bepaald hoofdtelwoord (je weet precies hoeveel): één, twee, vijf, tien, vijftig, honderd, duizend, honderdduizend, miljoen... Onbepaald hoofdtelwoord (je weet niet hoeveel): weinig, minder, minst, veel, meer, meest, enkele, enige, alle, zoveel, sommige…
Hoofdtelwoorden noemen een aantal: een, twee, drie, vier, vijf enzovoort.
Bepaalde hoofdtelwoorden doen dat absoluut: één, beide, vijf achtste, enz. Onbepaalde hoofdtelwoorden zijn relatief: veel, meer, meest, weinig, minder, minst, zoveel, hoeveel, alle, sommige, meerdere, enz.
Onbepaalde telwoorden geven geen precies aantal aan, zoals bijvoorbeeld 'veel' of 'weinig'. Hoofdtelwoorden geven een aantal of een nummer aan. Voorbeelen van bepaalde hoofdtelwoorden zijn: 'drie', 'achtentwintig' en 'duizend'.
De rangschikkende telwoorden, die de rangorde van personen en zaken aangeven, worden van de hoofdtelwoorden gevormd met het suffix -de, of -ste: nu alleen eerste, achtste, twintigste en de verdere tientallen, honderdste, duizendste, laatste met -ste; de overige met -de.
Bepaald hoofdtelwoord (je weet precies hoeveel): één, twee, vijf, tien, vijftig, honderd, duizend, honderdduizend, miljoen... Onbepaald hoofdtelwoord (je weet niet hoeveel): weinig, minder, minst, veel, meer, meest, enkele, enige, alle, zoveel, sommige…
Bepaalde hoofdtelwoorden
nul, een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf. honderd, duizend, miljoen, miljard, biljoen, biljard.
Genoeg is een onbepaald telwoord. Normaal gesproken wordt een telwoord ontkend met niet.
Feitelijk zijn de telwoorden uit deze beide rijen vanaf miljoen zelfstandige naamwoorden. Er wordt namelijk meestal één voor gezet. Woorden als: nul, geen, paar, beide, dozijn, gros worden ook tot de (bepaalde) hoofdtelwoorden gerekend, omdat gekoppeld worden aan het aantal van , 2, 12 of 144.
Keer is eigenlijk een de-woord: het is de laatste keer en niet het is het laatste keer. Bij een de-woord hoort het aanwijzend voornaamwoord deze.
Jaar is een van de woorden die meestal in het enkelvoud blijven staan na een telwoord zoals twintig. Grammaticaal gezien is het enkelvoud in 'Ik woon al twintig jaar in het buitenland' bijzonder.
Telwoorden zijn woorden die een aantal of een volgorde aangeven. Binnen de telwoorden wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. Beide soorten worden onderverdeeld in bepaalde en onbepaalde telwoorden.
Een woord dat een hoeveelheid aangeeft: vier, derde, enkele, weinig, enz. Er bestaan hoofdtelwoorden (een, twee, drie, enz.), rangtelwoorden (eerste, tweede, derde, enz.) en onbepaalde telwoorden (een heleboel, de laatste).
Rangtelwoorden worden gevormd door toevoeging van het achtervoegsel -de/-ste aan het overeenkomstige hoofdtelwoord: tweede, vierde, zesde, negende enzovoort. Met de hoofdtelwoorden een en drie corresponderen de rangtelwoorden eerste en derde.
Meestal zijn telwoorden eenvoudig te herkennen, je kunt er namelijk bij tellen òf ze geven een volgorde aan. Voorbeelden: één, twee, veel enkele.
Tot de onbepaalde hoofdtelwoorden rekent men onder meer alle, enige, sommige (deze worden ook wel onbepaalde voornaamwoorden genoemd), veel en weinig. Als onbepaalde rangtelwoorden zijn te beschouwen: laatste, middelste, hoeveelste en zoveelste.
Toelichting. Miljoen wordt, net als miljard, meestal niet tot de telwoorden gerekend; het is een zelfstandig naamwoord dat het getal aanduidt dat gelijk staat aan 1000 x 1000. Het karakter van zelfstandig naamwoord blijkt uit het feit dat miljoen kan worden voorafgegaan door een lidwoord en een meervoudsvorm heeft.
Telwoorden zijn woorden die het aantal of de positie/rang van iets aangeven. Bepaalde hoofdtelwoorden zijn woorden die de exacte hoeveelheid aangeven. Onbepaalde hoofdtelwoorden zijn woorden die niet de exacte hoeveelheid aangeven, maar wel een hoeveelheid aangeven.
Een telwoord (of: numerale) duidt een aantal aan of een plaats in een volgorde of rangorde van een zelfstandigheid. Telwoorden worden onderscheiden in hoofdtelwoorden en rangtelwoorden.
Leerlingen leren wat een telwoord (tw) is en leren het telwoord (tw) te herkennen in een zin.
Woorden als: nul, geen, paar, beide, dozijn, gros worden ook tot de (bepaalde) hoofdtelwoorden gerekend, omdat ze aan het aantal van 0, 2, 12 of 144 worden gekoppeld.
Telwoorden als enkele, vele, weinig of sommige worden zelfstandig gebruikt als je geen zelfstandig naamwoord achter het telwoord in de zin invult. Dit zijn zelfstandig gebruikte telwoorden. Je schrijft ze met -n als ze personen aanduiden: Velen waren aanwezig bij het protest op de Grote Markt.
De hoofd- en rangtelwoorden kun je weer onderverdelen in bepaalde en onbepaalde telwoorden. Bepaald hoofdtelwoord: je weet precies hoeveel (één, zes, tweehonderd, miljoen etc.). Onbepaald hoofdtelwoord: je weet niet precies hoeveel (veel, weinig, beetje, sommige etc.).