Suikermais past heel goed als rustgewas in de ecoregeling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, stelt CLM Onderzoek en Advies. Volgens de onderzoeksinstelling draagt suikermais bij aan de adaptatie van klimaatverandering en het beschermen van natuurlijke hulpbronnen zoals water en bodem.
Volgens LNV zijn rustgewassen met name grassen en granen, maar ook luzerne, klaver, diepwortelende Sorghum, Tagetes en vezelgewassen (zoals hennep). Met name gras heeft volgens LNV een positief effect op vermindering van de uitspoeling en verbetering van de bodemkwaliteit, zeker als gras langjarig wordt geteeld.
Het rustgewas is de hoofdteelt. Daar is één uitzondering op. U kunt ook kiezen voor een korte (groente)teelt of vroeg geoogst gewas, gevolgd door een onbemest vanggewas dat u vóór 1 september inzaait. Alleen in combinatie tellen deze teelten mee als rustgewas.
Op alle percelen landbouwgrond op zand- en lössgronden moet per aaneengesloten periode van vier kalenderjaren, gerekend vanaf 1 januari 2023, ten minste in één kalenderjaar en uiterlijk in het vierde kalenderjaar op de desbetreffende grond een rustgewas geteeld worden.
Inderdaad, je kan maximaal 3 jaar na elkaar mais telen op eenzelfde perceel, maar het vierde jaar moet er een andere hoofdteelt dan mais op het perceel worden aangegeven.
De beste keus na de mais bestaat uit rogge, Westerwolds raaigras of Italiaans raaigras. Westerwolds raaigras ontwikkelt het snelst, het kan alleen slecht tegen vorst. Italiaans raaigras is trager als Westerwolds, maar kan wél goed tegen de vorst.
Mais groeit goed op een luchtige kleigrond, maar doet het ook prima op een zandgrond.Je kunt de grond voorbewerken met compost of oude stalmest, zodat het vocht beter wordt vastgehouden. Zet de maisplanten op een zonnige standplaats.
Normaal moet alle mais binnen zijn voor 1 oktober, zodat andere gewassen als gras of bladkool de tijd hebben om overtollig stikstof uit de bodem te halen, wat goed is voor het milieu.
De hoeveelheid N die een gewas opneemt, verschilt sterk tussen gewassen en rassen. De N-opname kan variëren van 50 kg per ha voor erwten tot meer dan 300 kg per ha voor gewassen zoals witte kool. Voor intensief gebruikt grasland geldt dat het gewas meer dan 450 kg N per ha kan opnemen in de bovengrondse delen.
Vanaf 16 september tot 1 februari mag je grasland of blijvende teelt niet vernietigen. (Er zijn uitzonderingen) Het is verplicht om na mais- op zand en lössgrond een vanggewas te telen tot 1 februari. Vanaf 2024 is dit ook verplicht voor aangewezen klei- en veengronden.
Vanaf 2023 is het voor het GLB verplicht om bufferstroken langs alle waterlopen te hebben. Vanaf 1 maart 2023 zijn deze ook verplicht in de mestwetgeving.
Er ligt een voorstel van het ministerie dat telers van aardappelen op zuidoostelijk zand en löss vanaf 2021 na de aardappeloogst een wintergraan als vanggewas moeten telen.
Rustgewassen. U kunt als rustgewas bijvoorbeeld een gras of graan telen.
Meerjarige teelt
U heeft minimaal 2 jaar op rij een meerjarig gewas als hoofdteelt op het perceel. In de tussentijd mag u daar geen ander gewas op telen en u mag het gewas niet onderwerken. Het gewas moet in de winter blijven staan.
Wanneer is de juiste tijd om te zaaien? Bij het zaaien van maïs, is het motto: "Zo snel mogelijk, zo laat als nodig." Als de grond warm, goed droog en bestand tegen belasting en de bodemtemperatuur ongeveer 8-10°C heeft bereikt, vindt het zaaien onder normale omstandigheden plaats van half april tot half mei.
Met stikstof, fosfaat en kali zijn drie belangrijke voedingsmiddelen van maïs benoemd. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat andere mineralen en sporenelementen een duidelijke invloed hebben op de opbrengst. Zo komt de beschikbaarheid van zwavel vanuit de grond traag op gang. De zwavelbehoefte van maïs neemt flink toe.
Dan ben je verplicht om hierna vanggewas te telen. Dit heeft als doel uitspoeling van stikstof in het najaar en in de winter te voorkomen. Toegestane vanggewassen zijn: bladkool, bladrammenas, gras, Japanse haver, triticale of winterrogge, -tarwe of -gerst.
Recepten met mais
Probeer het zelf maar eens, de mais is rauw heel lekker in een salade met citroen en sesamolie. Ook is het lekker om hem te roosteren in de oven met pompoen van De Buytenhof of van de Familie Kooijman en met aardappel en ui van De Vossenburg.
De oogstperiode van suikermais is meestal tussen begin augustus en eind september/begin oktober. Dit hangt sterk af van het ras dat je kiest, de zaaitijd en de externe factoren (zon, voeding, vocht). De meeste maisplanten zullen één tot twee maiskolven opleveren.
Ondanks de late zaai komt de maïsoogst toch begin oktober op gang. De droge warme weken in september hebben ervoor gezorgd dat de afrijping zeer vlot is gegaan. De komende week zal de eerste maïs worden geoogst.
In de fase van bloei tot korrelvulling (kolfzetting) heeft mais veel water nodig. Wanneer het blad van de maisplant begint te krullen, om zichzelf je beschermen tegen uitdroging door verdamping, is er sprake van een vochttekort.
De maïs wordt voornamelijk gegeten door zaadeters zoals goudvink, heggemus, huismus, koolmees, pimpelmees, spreeuw, vink, sijs, putter… De kolf is eenvoudig op te hangen dankzij het touw bovenaan.
Dat een groei van 4,2 cm gemiddeld per dag”, zegt Van Uffelen, die de mais nauwlettend in de gaten houdt. “Vorig jaar op deze datum was de mais 176 cm en groeide toen de week er na ruim 6 cm per dag.”