Laat je inspireren! Iemand heeft een licht verstandelijke beperking (LVB) als hij aanzienlijke beperkingen heeft op het gebied van cognitieve ontwikkeling en adaptieve vaardigheden (ook wel (sociaal) aanpassingsvermogen genoemd).
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Mensen met een LVB kunnen zich moeilijk inleven in een ander
Ze kunnen anderen moeilijk lezen, niet goed begrijpen wat iemand bedoelt en zich ook minder goed verplaatsen in een ander.
Kenmerken van een licht verstandelijke beperking
De persoon in kwestie moet een IQ van tussen de 55 en 70 hebben én er moet sprake zijn van een beperking in het sociaal aanpassingsvermogen. Het IQ-criterium is echter niet het belangrijkste bij het bepalen welke hulpverlening zij nodig hebben.
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Tussen ongeveer 40% en 55% van de volwassenen met een LVB (zonder en met bijkomende problemen) is actief op de arbeidsmarkt, terwijl zeven van de tien mensen zonder gezondheidsbeperkingen werkt. Het vinden en houden van werk is voor mensen met LVB+ vanwege hun beperking niet vanzelfsprekend.
Een licht verstandelijke beperking is deels erfelijk. Het komt ook voor dat er een spontane mutatie is in de genen van het baby. Dat leidt uiteindelijk tot een afwijking. Die afwijking komt dus niet voor in beide kanten van de familie.
Kinderen en jongeren met een lvb hebben beperkte sociale en probleemoplossende vaardigheden. Daardoor kunnen zij zich moeilijker redden in sociale situaties. Zij begrijpen mensen vaak verkeerd en schatten reacties van anderen niet goed in. Ook overschatten zij zichzelf vaak.
Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
Mensen met een LVB hebben in hun leven vaak te maken met kwetsbaarheden en tegenslagen. Zo kunnen ze zichzelf minder goed staande houden in de complexe maatschappij, kost het aangaan van sociale relaties veel moeite, hebben ze moeite met omgaan met stress en missen ze vaak sociale steun.
Uit internationale literatuur kunnen we afleiden dat 40-60% van de mensen met een LVB ook een vorm van autisme heeft (Kraijer en Plas, 2004). ASS is de nieuwe benaming van drie diagnoses die zijn gesteld over autisme: PDD-NOS, Asperger en Klassiek Autisme.
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Jongeren met een LVB hebben een heel concrete opvatting van de werkalliantie. Vooral goede afspraken over de taken zijn vanuit hun perspectief belangrijk voor hun motivatie voor begeleiding. Daarnaast blijkt vertrouwen in de begeleider ook een belangrijke factor voor de motivatie voor begeleiding.
'Stoornissen' betreffen afwijkingen op orgaanniveau, 'beperkingen' worden door een persoon ondervonden bij het uitvoeren van activiteiten, en 'handicaps' hebben betrekking op de sociale nadelen die een persoon ondervindt als gevolg van gezondheidsproblemen.
Bij de communicatie richting mensen met een LVB is het belangrijk een rustige en gelijkwaardige houding aan te nemen. Gebruik korte zinnen (5-7 woorden) zonder moeilijke of buitenlandse woorden. Gebruik geen verwijswoorden (woorden die verwijzen naar een woord dat eerder is gebruikt, zoals die, dat, hem enzovoort).
Mensen met een matige of lichte verstandelijke beperking, die veelal in bezit zijn van een hoog niveau van vaardigheden, zijn gevoelig voor het ontwikkelen van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel. Zij kunnen vaak meer dan zij aankunnen.
Ongeveer 30-40% van de kinderen met een LVB heeft psychische problemen. Een LVB kan samengaan met één of meer andere, psychiatrische stoornissen. De combinatie van een LVB met psychische problemen maakt een juiste beoordeling moeilijk.
Over het algemeen wordt gezegd dat het hebben van een LVB een risicofactor is voor crimineel gedrag. Dit komt omdat zij extra kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van crimineel gedrag, door bijvoorbeeld overvraging, minder zelfcontrole, zelfvertrouwen of inlevingsvermogen.
Bij (jong)volwassenen kunnen bijvoorbeeld een laag opleidingsniveau, een klein sociaal netwerk, een gebrek aan concrete vaardigheden als klokkijken en het hebben van wat meer kinderlijke hobby's en voorkeuren tekenen zijn dat er sprake is van een lvb of zwakbegaafdheid.
Hun informatieverwerking is trager, ze zien verbanden moeilijk en overzien de gevolgen van hun handelen niet altijd. Intenties van anderen zijn lastig te begrijpen, wat vaak tot problemen in vriendschappen en relaties leidt. Het is lastig om moeilijke informatie te verwerken, vooral als deze niet gedoseerd binnenkomt.
In Nederland zijn ongeveer 1,17 miljoen mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben een lager intelligentieniveau en soms moeite om zich in de maatschappij te redden. Deze groep krijgt op dit moment onvoldoende passende zorg, constateert Zorginstituut Nederland.
Gemiddeld is dat bij iemand met matige verstandelijke beperkingen vanaf 50 jaar. Voor mensen met het syndroom van Down en mensen met (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen vanaf 40 jaar. Bij mensen met lichte verstandelijke beperkingen rond de leeftijd van 65.
Het meest gerapporteerd worden beperkingen in bewegen, gevolgd door beperkingen in horen en zien. Beperkingen nemen logischerwijs toe met leeftijd. Meer dan 40% van de 75-plussers ervaart één of meer beperkingen in het functioneren. Deze groep heeft ook vaker meerdere beperkingen.
Tussen 40 en 55 procent van de volwassenen met een LVB heeft een reguliere baan of is werkzaam op een sociale werkplaats. Van de mensen zonder een beperking werken zeven op de tien (zie o.a. CBS 2019; Holwerda et al. 2013; UWV 2020; Verschuren et al. 2016).
Dagbesteding bestaat uit activiteiten overdag met een groep mensen, onder begeleiding van professionals. U ontmoet andere mensen en heeft een zinvolle invulling van uw dag. Dagbesteding kan ook helpen om mantelzorger(s) te ontlasten.