De behandeling van stadium 1 t/m 3 is gericht op genezing. De kanker is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. In dit stadium is de kanker niet meer te genezen.
Voor een grote groep mensen met stadium 3a longkanker leven ongeveer 3 - 5 van de 10 mensen na 5 jaar nog.
Graad 3: de kankercellen zijn slecht gedifferentieerd.Ze lijken vrijwel niet meer op gezond weefsel.Deze kankercellen groeien bijna altijd veel sneller dan normale cellen. Graad 3 heet ook wel hooggradig.
Longkanker wordt vaak pas laat ontdekt en is daardoor moeilijk te genezen. De 5-jaarsoverleving voor longkanker is 27%. Na 10 jaar is nog maar 13% van de mensen in leven.
T3: De moedertumor is buiten het orgaan doorgegroeid in omliggende weefsels. T4: De moedertumor is buiten het orgaan doorgegroeid en heeft zich sterk uitgebreid in de omgeving.
U kunt waarschijnlijk niet meer genezen van longkanker als de kanker is uitgezaaid naar een of meer andere plekken in het lichaam. Vaak gebeurt dit in de andere long, hersenen, bijnieren of botten. Als u niet meer beter kunt worden, zijn er soms nog palliatieve behandelingen mogelijk.
Stadium T2: De tumor heeft een diameter tussen de 2 en 5 centimeter. Stadium T3: De diameter van de tumor is groter dan 5 centimeter. Stadium T4: De tumor, van welke grootte dan ook, is in de borstwand, spieren en/of ribben of in de huid gegroeid. T4a: uitbreiding in de borstwand.
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
Radiotherapie betekent het bestralen van de longtumor om deze te vernietigen of te verkleinen. Ook aangrenzende lymfeklieren of uitzaaiingen van de tumor kunnen worden bestraald. Door bestraling kan de tumor gedeeltelijk of helemaal worden vernietigd.
Longkanker zaait het vaakst uit naar de botten, lever en de andere long.
De overleving bij longkanker is slecht.Drie van de vier mensen met longkanker overlijdt binnen vijf jaar na het stellen van de diagnose. Deze informatie is gebaseerd op relatieve overlevingscijfers voor mensen die in de periode 2016-2020 zijn gediagnosticeerd met longkanker.
Het aantal patiënten dat overlijdt aan alvleesklierkanker is groot en overtreft naar verwachting over ruim tien jaar de sterfte aan darmkanker of borstkanker. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie.
Zeurende pijn in de borststreek, rug of in het gebied van de schouders. Achteruitgang van de lichamelijke conditie. Dit kan zich uiten in snelle vermoeidheid zonder aanwijsbare reden, gewichtsverlies en/of een gebrek aan eetlust.
Iemand is genezen als de kanker niet terug is gekomen in de 5 jaar na de behandeling. Na 5 jaar is verdere controle dan ook meestal niet meer nodig. Helaas komt de kanker bij een deel van de mensen na de operatie wel terug.
Ongeveer 1 op de 5 mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker.Deze vorm van longkanker groeit heel snel. Ook verspreiden de kankercellen zich sneller door het lichaam dan niet-kleincellige kankercellen. Daarom is kleincellige longkanker bij de diagnose vaak al uitgezaaid.
Stadium III: kankercellen hebben zich verspreid in de lymfeklieren in de omgeving van de originele tumor. Stadium IV: kankercellen hebben zich ook verspreid in de rest van het lichaam.
Uw herstel na de eerste zes weken
Zwemmen, huishoudelijk werk, de hond uitlaten en fietsen kunt u misschien al weer doen. U kunt uw activiteiten langzaam uitbreiden naar het niveau dat u voor de operatie had. Het kan wel 3 tot 4 maanden duren voordat u zich weer goed voelt, geen medicijnen voor de pijn nodig.
Het is een zware behandeling. Daardoor kunnen de bijwerkingen heftiger zijn. U kunt last hebben van de bijwerkingen van chemotherapie en van de bijwerkingen van radiotherapie. De precieze bijwerkingen hangen af van waar op uw lichaam u bestraald wordt en de soort chemotherapie.
De kans dat de tumor terugkomt is dan wel vrijwel 100%.” De diagnose longkanker heeft veel invloed op het leven van patiënten.
Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit. Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
Pijn komt voor bij 45% van de patiënten met kanker in de laatste 1-2 weken voor het overlijden (Teunissen 2007).
Stadium 3. De tumor is groter dan 5 centimeter. Er kan sprake zijn van uitzaaiingen naar de lymfeklieren. Een tumor kleiner dan 5 centimeter die door de huid naar buiten komt of vastzit aan de borstwand valt ook onder dit stadium.
Graad 3: de kankercellen lijken vrijwel niet meer op gezonde cellen. De kankercellen groeien bijna altijd veel sneller dan normale cellen. Graad 3 heet ook wel hooggradig.
Immunotherapie stimuleert het afweersysteem om kankercellen aan te vallen. Immunotherapie wordt gegeven aan patiënten met uitgezaaide niet-kleincellige longkanker. Het is niet zo dat immunotherapie iemand met uitgezaaide longkanker kan genezen, maar immunotherapie kan het leven wel verlengen.