L10 betekende als nieuwe onderste schaal financieel namelijk hetzelfde als de oude LB. Wie al in LB zat, ging naar L11 als opvolger van LC, een schaal die in het primair onderwijs tot dan toe nauwelijks werd betaald.
Een leraar L10 is de 'gewone' leraar die zich sec richt op het leraarschap. De L10 leraar kan daarnaast een specialisme hebben zoals remedial teaching of werkzaam zijn als rekenspecialist of intern begeleider. De leraar L10 wordt betaald conform de gelijknamige salarisschaal L10 in de cao.
De leraren in salarisschaal LB zijn de 'gewone' leraren die voor de klas staan.Om in salarisschaal LC te komen, heb je een extra specialisatie nodig. Bijvoorbeeld voor rekenen, taal of zorg. Ook leraren in het speciaal onderwijs vallen in LC.
Als je startend leraar bent op een middelbare school, word je meestal door een school ingeschaald als LB-leraar. Dat houdt in dat je brutosalaris (op basis van een fulltime aanstelling) uitkomt tussen de € 3.301,- en € 5.030,- per maand.
Leraarondersteuners krijgen in de voorbeeldfuncties schaal 7 (type A) en 8 (type B) toebedeeld. Een bestuur bepaalt welke ondersteunende functies worden opgenomen in het functiehuis en of en onder welke voorwaarden het mogelijk is deze functies te bekleden.
De salarisschalen
In het basisonderwijs begin je tegenwoordig op salarisschaal L11 (vroeger LB) en kun je doorklimmen naar schaal L12 (vroeger LC). Voor specialisten en leidinggevenden ligt schaal L13 (vroeger LD) in het verschiet. De meeste docenten in het basisonderwijs werken in schaal L11, sommigen in L12.
Een LB* leerkracht verzorgt het onderwijs en kan bijdragen leveren aan visievorming, onderwijsontwikkeling of- verbetering en zou een lichte vorm van specialisatie kunnen hebben. *In de voorbeeldfunctiebeschrijving uit 2018-2019 staat nog salarisschaal L10 vermeldt.Deze is in 2022 omgezet naar LB.
De leraar L10 valt in salarisschaal L10.De leraar L11 houdt zich naast de taken van de leraar L10 ook bezig met beleidsvorming. Zo kan de leraar L11 projectleider zijn bij onderwijsvernieuwing, zich bezighouden met visievorming en onderwijsontwikkeling of specialist zijn op een bepaald vakgebied.
In het onderwijs heb je de LA-schaal voor het basisonderwijs, de LB-schaal krijg je als je een goede docent bent voor het middelbaar onderwijs, de LC-schaal is als je een voorbeeld bent binnen de school en een LD-schaal krijg je als je een voorbeeld bent voor collega's die op andere scholen werken.
Loonschaal starter primair onderwijs: Als starter in het in primair onderwijs begin je in schaal LB. Loonschaal starter voortgezet onderwijs en mbo: Als starter in het in voortgezet onderwijs en mbo begin je meestal in schaal LB.
Sinds mei 2022 zijn de salarisschalen niet meer onderverdeeld in L10, L11, L12, L13 en L14, maar in LB, LC, LD en LE. Ook de tredeverdeling is aangepast: de loonschalen L10 t/m L14 bestonden uit 15 treden, terwijl de huidige loonschalen ieder uit 12 treden bestaan.
Leraren in het primair onderwijs kunnen worden aangesteld als leraar L10, leraar L11 of leraar L12, de voormalige LA-, LB- en LC-functie. Deze functies zijn opgenomen in de cao PO. Tot 1 september 2018 ging het om LA-, LB- en LC-leraren. Het onderscheid tussen de functies zit in de taken en verantwoordelijkheden.
De leraar LC is de vakvolwassen leraar die als eindverantwoordelijke leerkracht de werkzaamheden volledig zelfstandig uitvoert en volledig is belast met de in de context omschreven verantwoordelijkheden.
Salarisschalen LB, LC en LD hebben 12 treden, salarisschaal LE heeft 13 treden.
Een leerkracht in het basisonderwijs verdient tussen de €2.678 en €5.850 per maand. Dat is inclusief vakantiegeld (8% van het brutosalaris) en eindejaarsuitkering.
Voor benoeming in een LD-functie dient de betrokkene minimaal te beschikken over een masteropleiding en afhankelijk van het profiel en de ervaring van de docent aanvullende scholing. Als er sprake is van een vacature in een specialistische functie, dan wordt er een benoemingsprocedure gevolgd.
De LC-docent onderscheidt zich van zijn LB-collega's doordat hij relevante ontwikkelingen in de maatschappij, het beroepenveld, het vakgebied en het onderwijs actief volgt en de relevantie daarvan voor onderwijsprocessen doorziet en er pro-actief op weet in te spelen.
Overstappen naar een hogere schaal is alleen mogelijk als je promotie maakt of als je in je huidige functie groeit, van bijvoorbeeld een junior naar een senior. Binnen een schaal kun je ook groeien, omdat zo'n schaal weer uit treden bestaat. Functioneer je goed? Dan ontvang je meestal elk jaar een salarisverhoging.
Leraarondersteuner: Niveau MBO + (Post-MBO), tussen niveau 4 en 5. Voorbereiden van lessen. Observeren en signaleren van problemen bij een leerling.
Je voert observaties uit en begeleidt kinderen bij het afnemen van toetsen. De eindverantwoordelijkheid voor de leerlingen ligt bij de leraar. De leraar is in bezit van een lesbevoegdheid; als klassenassistent, onderwijsassistent of leraarondersteuner (leerkrachtonderteuner) heb je géén lesbevoegdheid.
Het verschil tussen indeling in functiegroep A of B zit vooral in het feit dat iemand in B iets zelfstandiger opereert terwijl de medewerker in A werkt onder directe leiding.