Zolang wordt aan elkaar geschreven als bijwoord in de betekenis 'ondertussen', en als voegwoord in de betekenis 'gedurende de tijd dat'. In zolang ligt de klemtoon op lang. Ga jij maar even eieren kopen; ik zal zolang wel in de auto wachten.
Zoveel en zo veel zijn allebei correct als zoveel kan worden vervangen door 'veel' of 'zo weinig'. Als in dat geval zo met een sterke klemtoon wordt uitgesproken en zo en veel dus allebei nadruk krijgen, is het gewoon om zo veel in twee woorden te schrijven.
'Tot zo' kan over vijf of tien minuten zijn, met een uitloop naar een of twee uur, maar in elk geval niet later.
Zowel al lang als allang is een correcte spelling als de combinatie een tijdsaspect uitdrukt. De spelling hangt samen met de uitspraak. Bij de spelling al lang zijn beide woorden beklemtoond.
' heeft de voorkeur. Hoe lang wordt los geschreven als het een lengte of afstand aanduidt ('van welke lengte'). Als één woord verwijst hoelang naar een tijdsduur ('van welke tijdsduur, gedurende welke periode'). In de uitdrukking tot hoelang ('tot wanneer') is hoelang ook één woord.
De correcte spelling is hoe laat, in twee woorden. Hoe laat is het? Hoe laat ga je naar huis?
Deze vaste combinatie bestaat uit twee woorden. De betekenis is '(op) welk tijdstip', 'wanneer'. Hoe laat wordt altijd met een spatie geschreven.
Antwoord. De schrijfwijze hangt af van de betekenis. We schrijven hoe lang los als het verwijst naar de lengte van iets. Gaat het om de duur van iets, dan schrijven we hoelang aaneen.
De spelling van alles()behalve is afhankelijk van de betekenis. Allesbehalve, aaneengeschreven, betekent 'absoluut niet'. Die knaap is allesbehalve dom.
I zo afkorting zondag II zo bijwoord Uitspraak: [zo] 1) <met dit woord verwijs je naar iets of iemand uit de context> Voorbeelden: `Je moet je racket zo vasthouden. `, `Is het zo dat jullie elkaar in de trein ontmoet hebben?`, `Met zo...
De woorden zijn samengesmolten tot één woord met de betekenis 'over een korte tijd, dadelijk'. Zo meteen / zometeen kan ook uitdrukken dat iets mogelijk zal gebeuren. Een paar voorbeelden: Ik bel je zometeen terug.
Bijzonderheid. Zo'n is standaardtaal in het hele taalgebied in combinatie met een meervoudig zelfstandig naamwoord, als het betrekking heeft op een daarbij horend telwoord en betekent 'ongeveer'.
Beide spellingen zijn mogelijk. Zo ver wordt in twee woorden geschreven als er een afstand in ruimte of tijd mee wordt uitgedrukt. De afstand kan ook minder letterlijk zijn, vaak wordt zo ver dan als twee woorden geschreven, maar aaneenschrijven is ook correct.
Je wilt en je wil zijn allebei correct.
In Nederland wordt je wil informeler gevonden dan je wilt. In België wordt het gebruik van je wil niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn kunnen en zullen: je kunt / je kan, je zult / je zal.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Tekort, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis 'hoeveelheid die ontbreekt, nadelig saldo'. U kunt er een lidwoord voor zetten: een tekort, het tekort. Het tegengestelde van het tekort is het teveel. Er is ook een groot tekort aan huisartsen.
Wanneer is tenslotte juist en wanneer ten slotte? Ten slotte is juist als 'tot slot' bedoeld is. Tenslotte (zonder spatie) heeft de betekenis 'per slot van rekening'. Tenslotte is juist als 'welbeschouwd, per slot van rekening, immers' bedoeld is.
Evengoed, aaneengeschreven, betekent 'zonder dat het verschil uitmaakt, met evenveel recht, net zo goed, ook'. Ik werk in de filmwereld, maar ik had evengoed in de autosector kunnen zitten. Je zou het een gemiste kans kunnen noemen, maar je zou evengoed kunnen zeggen dat we die kans nog tegoed hebben.
Niet waar wordt in twee woorden geschreven als het gaat om het tegendeel van (wel) waar. Het wordt gebruikt om de juistheid van een uitspraak te ontkennen. Je zei dat ik te laat was, maar dat is niet waar.
Hoeveel is een onbepaald telwoord dat vraagt naar een bepaalde hoeveelheid. In dat geval schrijven we hoeveel aan elkaar.
Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal. Tijdig is een formeler woord. We kunnen veel schade voorkomen door op tijd maatregelen te nemen. Elke heeft haar aanvraag niet op tijd ingediend.
Samengestelde woorden met gelijkwaardige delen: hotel-restaurant, cultureel-maatschappelijk, joods-christelijk t.o.v. civielrechtelijk, populairwetenschappelijk.
face-to-face bw.: 1 oog in oog, in persoon; 2 openhartig, recht in het gezicht.
Na 10:00 uur wordt het 11:00 uur 's ochtends. Het is dus half 11 's ochtends.