Zojuist is een bijwoord van tijd: (1) De trein uit Parijs is zojuist aangekomen op spoor 12. Zo juist is de bevestiging dat iets klopt ('op deze wijze correct'): (2) Deze som heb je zo juist opgeschreven; de vorige versie was nog fout.
We schrijven zojuist als één woord als het de specifieke betekenis 'net, kort geleden' heeft. De gasten zijn zojuist aangekomen.
Bijwoord. Ik heb dat zojuist op de post gedaan.
Juist is standaardtaal in het hele taalgebied.
Wat is goed: zo-even, zoëven of zo even? Zo-even (met een streepje) is goed. Zo-even is een samenstelling en betekent 'een paar momenten geleden, daarnet'.
Dat is heel eenvoudig: beide delen van het woord komen dan ook los van elkaar voor. Dat is het geval bij zo en even en daarom schrijf je een streepje om te voorkomen dat je o-e leest als de tweeklank oe: zo-even.
De correcte spelling is sowieso, zoals in het Duits.
Sowieso heeft een nogal vage betekenis: 'in het algemeen, in elk geval, toch al, hoe dan ook'. Er hoeft geen bezwaar gemaakt te worden tegen het gebruik van het woord sowieso in het Nederlands, maar het is aan te bevelen het niet te pas en te onpas te gebruiken.
Antwoord. We schrijven zojuist en zomaar aaneen als ze een eenheid vormen met een specifieke betekenis: zojuist = 'net, kort geleden'; zomaar = 'zonder reden'.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
De correcte vervoegingen zijn u vindt en vindt u.
U vindt de weg wel.
Betekenis van bijwoorden
bijwoorden van tijd: morgen, gisteren, binnenkort, zojuist, toen. bijwoorden van frequentie: soms, vaak, telkens.
ANS | 10.3.8 Voorwaardelijke voegwoorden: als, wanneer, indien, ingeval, zo; mits, tenzij, tenware.
gisteren = bijwoord (van tijd)
Je zult en je zal zijn allebei correct. De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij.
Zowel de spelling zo niet als de spelling zoniet is correct.
De combinatie zo niet gaat terug op de voorwaardelijke bijzin zo dit niet het geval is ('als dit niet het geval is'). Als zoniet aan elkaar geschreven is, is het een bijwoord.
Zoiets is een uitzondering op de hoofdregel voor klinkerbotsing: de o en de i zouden als de klank oi zoals in hoi gelezen kunnen worden. Toch wordt dit woord sinds jaar en dag zonder koppelteken gespeld.
Dt-fouten voorkomen met de smurfenregel
Een bekend ezelsbruggetje voor werkwoordspelling in de onvoltooid tegenwoordige tijd is de 'smurfenregel'. Het is eigenlijk heel simpel: vervang een werkwoord in de tegenwoordige tijd door een vorm van 'smurfen' en je hoort meteen of er een -t achter moet.
Voor de spelling is het belangrijk om te weten dat ook deze werkwoorden in de verleden tijd slechts één vorm hebben voor enkelvoud en één voor meervoud. Het is 'hij vond' (en niet 'hij vondt).
De correcte vervoeging is je/jij wordt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging word je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.
om·me·zij·de (de; v(m); meervoud: ommezijden) 1andere kant; = keerzijde: zie ommezijde opmerking onderaan een bladzijde om aan te geven dat er op de achterkant ook iets staat (afkorting: z.o.z.)
Met sjwa (of schwa) wordt de uitspraak van de zogenaamde stomme e of doffe e (bijvoorbeeld in het woord 'vader') aangeduid. De sjwa is een klinker. Bij het uitspreken van de sjwa zijn de spieren in de mond in rust. De sjwa staat in de klinkervierhoek dan ook in het midden.
Zijn enzo en ofzo allebei één woord, of moeten ze als en zo en of zo geschreven worden? Volgens de officiële spelling zijn alleen en zo en of zo juist, als losse woorden dus.
sowieso komt uit het Duits en wordt nog op z'n Duits geschreven: het is een combinatie van so (met een s; betekenis 'zo'), wie (betekenis 'zoals') en nog een keer so.
' is rotzooi een zelfstandig naamwoord dat je met het lidwoord een kunt combineren: een rotzooi. Bij zelfstandige naamwoorden waarbij dat kan, is zo'n juist. Het is ook zo'n ding, zo'n mens, zo'n vereniging, enz.