Als sommige naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we sommigen. Sommige is zelfstandig gebruikt als er niet meteen een zelfstandig naamwoord op volgt en sommige ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Toelichting. De algemene regel is dat woorden als andere, enkele, enige, meeste, sommige, vele, verscheidene en weinige, evenals overtreffende trappen als beste en grootste, in het meervoud een -n krijgen als ze zelfstandig gebruikt worden én naar personen verwijzen.
vaststaat: veel, zoveel, sommige, alle, enz. hoofdtelwoorden: hoeveelste (van hoeveel), zoveelste (van zoveel).
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
Tekort, aaneengeschreven, is een zelfstandig naamwoord met als betekenis 'hoeveelheid die ontbreekt, nadelig saldo'. U kunt er een lidwoord voor zetten: een tekort, het tekort. Het tegengestelde van het tekort is het teveel. Er is ook een groot tekort aan huisartsen.
De correcte spelling is zo nodig, in twee woorden.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Als gebruiken we na de woorden even, (net) zo, evenveel, (net) zoveel, hetzelfde en dezelfde. De combinaties met dan drukken een ongelijkheid uit, die met als een gelijkheid. Dan wordt ook gebruikt na niets en niemand als het woord anders er niet achter staat, maar er wel bij gedacht kan worden.
Een woord bestaat uit minimaal één vrij morfeem en nul of meer gebonden morfemen. In de praktijk is het een opeenvolging van aan elkaar geschreven letters, waaraan een door conventie overeengekomen betekenis verbonden is.
een paar, enkele, ettelijke, sommige, wat, weinige. enkele (telw) : een paar, enige, sommige, wat, weinige.
Woorden als rommel en vee hebben geen meervoud. Bijzonder zijn zelfstandige naamwoorden als rijst, haat, onzin, melk, hout, informatie en aarde, we noemen ze niet-telbaar. Ze komen zelden voor met een onbepaald lidwoord (een rijst zeg je niet) en ze staan zelden in het meervoud.
Voor woorden als 'sommige, andere, enkele, vele' geldt ongeveer dezelfde regel als voor 'alle'. Je schrijft deze woorden zonder n als ze zelfstandig gebruikt worden en niet op personen slaan: Ik vind van planten leuk dat sommige met de zon meedraaien.
In sommige gevallen is zowel jij als jou mogelijk na dan, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
In de meeste gevallen is het aan te bevelen om na een vergrotende trap (zoals jonger, beter, groter) + dan de vorm ik te gebruiken, omdat de zin een onderwerpsvorm vereist. U kunt die vorm vinden door de zin aan te vullen met een werkwoordsvorm.
Als vele naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we velen. Vele is zelfstandig gebruikt als er niet meteen een zelfstandig naamwoord op volgt en vele ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Je kunt en je kan zijn allebei correct. In Nederland wordt je kan informeler gevonden dan je kunt. In België wordt het gebruik van je kan niet als informeler beschouwd.
Bepaald of onbepaald zelfstandig naamwoord
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord. Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'. Dit leidt bijvoorbeeld tot de volgende zinnen: Het boek dat hij heeft gekocht, heeft een blauwe kaft.
In tegoed hebben en tegoed houden betekent tegoed 'nog te verwachten, op te eisen, te vorderen'. Volgens de officiële spelling is tegoed hebben en tegoed houden juist. Officieel is het dus: Mijn zus heeft nog tien euro van me tegoed.
Zo nodig en zonodig
Zo nodig betekent heel nodig; indien nodig (Hij moest weer zo nodig naar het toilet. Zo nodig wordt er geweld gebruikt). Zonodig betekent zoals altijd (Hij moest weer zonodig grappig doen).
In het Standaardnederlands is alleen iets nodig hebben correct. Iets is dan het lijdend voorwerp bij nodig hebben: Ik heb een schroevendraaier nodig. Hij heeft hulp nodig.
Wanneer is tenslotte juist en wanneer ten slotte? Ten slotte is juist als 'tot slot' bedoeld is. Tenslotte (zonder spatie) heeft de betekenis 'per slot van rekening'. Tenslotte is juist als 'welbeschouwd, per slot van rekening, immers' bedoeld is.
Zo lang wordt in twee woorden geschreven als de mate waarin iets lang is, uitgedrukt wordt. Als bijwoord van tijd ('ondertussen') en als voegwoord ('gedurende de tijd dat') wordt zolang aan elkaar geschreven.