Juist is: 's Avonds werkt John in een café. Als de zin met een apostrof begint, krijgt het eerstvolgende volledige woord in de zin de hoofdletter.
Aan het begin van een zin schrijf je 's Avonds. De woordcombinatie 's avonds is een verkorting van des avonds: 'in de avond, tijdens de avond'. Daarom staat er een apostrof voor de s (en niet erna), om aan te geven dat daar letters zijn weggelaten.
'S wordt gebruikt als de laatste lettergreep op een enkele, heldere a, i, o, u of y eindigt, of op een enkele e die als [ee] klinkt. Op deze manier wordt de klank van deze laatste lettergreep niet veranderd. Voorbeelden: Luca's ogen zijn blauw.
Apostrof + s
De apostrof is verplicht als de naam eindigt op: een lange klank die met één enkele a, i, o, u of y wordt geschreven: Anna's jas, Evi's moeder, Otto's jas, Adu's tas, Randy's moeder; op een enkele e die als 'ee' klinkt: Zoë's baan.
's morgens is een bijwoord van tijd. Het is een zinsdeel dat geen andere woorden nodig heeft om de tijd aan te duiden. De vlucht is verplaatst naar 5 uur 's morgens.
's middags 's spreek je uit als: komma es. Vroeger zeiden de mensen: "Des middags ga ik eten." Het zijn eigenlijk twee woorden, dus de s schrijf je los van middags.
Jan z'n fiets en Emma d'r fiets zijn zeker niet 'fout': het zijn grammaticaal juiste constructies. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) geeft onder andere de voorbeelden: 'Ik heb Jan z'n fiets verkocht' en 'Mieke d'r tas ligt op de stoel. ' Deze vormen zijn wel informeel.
De correct gespelde vorm voor het verkleinwoord is baby'tje.
Voorbeeld: `Uilen jagen vooral 's nachts.
De apostrof wordt gebruikt bij de meervouds-s van woorden die eindigen op a, e, i, o, u of y, voorafgegaan door een medeklinkerletter of lettergreepgrens. (De e moet klinken als /ee/.) opa's, azalea's, ave's, ski's, auto's, accu's, baby's. Op grond van deze regel krijgen de volgende woorden dus geen apostrof.
Jan z'n boek, Jan zijn boek, Jans boek en het boek van Jan zijn alle vier correct. De omschrijving het boek van Jan heeft een neutraal karakter en komt zowel in gesproken als geschreven taal vaak voor. Jan z'n boek en Jan zijn boek zijn de gebruikelijke vormen in gesproken taal en in informele geschreven taal.
Alleen apostrof, geen s
Als de naam eindigt op een s of een andere hoorbare sisklank, zet je alleen een apostrof achter de naam: de fiets van Kees - Kees' fiets. het gezicht van Truus - Truus' gezicht. het beleid van Fernandez - Fernandez' beleid.
je gebruikt een apostrof als je een klinker aan het eind van een lettergreep open en lang wilt houden. Stel, je hebt het boek van Fatima. Als je Fatimas boek schrijft, wordt de laatste a te kort.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Juist is standaardtaal in het hele taalgebied.
De correcte spelling is A4'tje, met een apostrof.
A4'tje is een afleiding: het achtervoegsel -tje wordt in dit geval gebruikt om van A4 een verkleinwoord af te leiden. In afleidingen waarin het grondwoord een combinatie van cijfers en letters is, komt er een apostrof.
De apostrof, het weglatingsteken of het afkappingsteken is een leesteken in de vorm van een kommaatje bovenaan de regel ('). Sinds de introductie van schrijfmachines en vooral sinds de opgang van computers wordt voor de apostrof vaak hetzelfde teken gebruikt als voor het accent.
Zo'n (zo een) kan alleen bij een telbaar woord in het enkelvoud. In het meervoud is het zulke.
Zo'n wordt gecombineerd met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn: zo'n kind, zo'n mooie spiegel, zo'n idee. In combinatie met meervoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we zulke: zulke kinderen, zulke grote ramen, zulke problemen.
Voor de bezitsvorm van eigennamen gelden dezelfde spellingregels als voor soortnamen. We schrijven de bezits-s aan het grondwoord vast, tenzij dat woord eindigt op een lange klinker (Anna's baby, Scapa's petten) of op een sisklank (Fons' boeken, Mexx' broeken).
In Nederland verstaat men er de periode vanaf zes uur 's morgens (volgens sommige bronnen al omstreeks 5.30 uur) tot twaalf uur onder, in Vlaanderen duurt de ochtend slechts tot 9.00 à 9.30 uur. De tijd tussen de ochtend en de middag wordt in Vlaanderen voormiddag genoemd.
Volgens de dermatoloog heeft de olieproductie van het lichaam een piek om één uur 's nachts en dan is het 't beste als je huid schoon is. Dat wordt dus lekker 's avonds douchen voor je je bed induikt!
Ochtend en morgen betekenen voor Belgen doorgaans de vroege ochtend, terwijl in Nederland morgen en ochtend op de hele periode tussen 6 en 12 uur slaan. Bij middag bestaat dezelfde soort dubbelzinnigheid: in Nederland betekent middag 'tussen twaalf en zes', in België meestal 'tussen twaalf en twee'.