Je kunt je kind testen op dyslexie door middel van een dyslexieonderzoek. Aan de hand van verschillende testen wordt bepaald of je kind dyslectisch is of niet en of het om ernstige of niet-ernstige dyslexie gaat. Een dyslexieonderzoek wordt altijd uitgevoerd door een speciale instantie.
Het dyslexieonderzoek wordt uitgevoerd door een daartoe bevoegde psycholoog of orthopedagoog. Deze moet in het bezit zijn van een diagnostiekaantekening. Eindverantwoordelijke is altijd een GZ-psycholoog of orthopedagoog-generalist.
U zult dus contact moeten opnemen met de praktijk die u onderzocht heeft. Praktijken hadden een bewaarplicht van 15 jaar en die is onlangs verlengd naar 20 jaar. Indien de praktijk waar u onderzocht bent niet meer bestaat, moet u nagaan wie die praktijk heeft overgenomen. Daar kunt u dan een verzoek indienen.
De dyslexieverklaring is een kort document, dat bij het onderzoeksverslag wordt opgesteld. Deze verklaring bevestigt dat uit onderzoek is gebleken dat er dyslexie is vastgesteld en beschrijft waar de leerling moeite mee heeft. Er wordt aangegeven of er sprake is van een leesprobleem, een spellingprobleem of van beide.
Dyslexie kun je herkennen aan verschillende kenmerken, zoals: moeite met lezen en schrijven, waardoor je heel langzaam leest of een woord vaak verkeerd leest of schrijft. moeite met het lezen van een boek of een lang artikel in de krant.
Je kunt je kind testen op dyslexie door middel van een dyslexieonderzoek. Aan de hand van verschillende testen wordt bepaald of je kind dyslectisch is of niet en of het om ernstige of niet-ernstige dyslexie gaat. Een dyslexieonderzoek wordt altijd uitgevoerd door een speciale instantie.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Een dyslexie-onderzoek is niet goedkoop. De prijzen wisselen tussen de € 700 en € 1000. Een dyslexie-onderzoek dat je zelf betaalt, is hetzelfde als een onderzoek dat je vergoed krijgt.
De enige manier waarop dyslexie formeel kan worden vastgesteld, is door middel van een diagnostische beoordeling die wordt uitgevoerd door een gecertificeerde dyslexiebeoordelaar . Deze beoordeling vertelt u of uw kind dyslectisch is of niet.
Een dyslexieonderzoek wordt uitgevoerd door een psycholoog of orthopedagoog met de bevoegdheid om dyslexieonderzoek te doen. Zo'n dyslexietest noemen we een diagnostisch onderzoek. Het onderzoek bestaat altijd uit een aantal onderdelen: Gesprek met ouders.
1. Vergoed dyslexieonderzoek (ED) Vanaf januari 2015 worden de kosten voor onderzoek en behandeling van ernstige dyslexie vergoed door uw gemeente. Tot 1 januari 2022 werd gesproken van ernstige enkelvoudige dyslexie (EED) en kwamen leerlingen met bijkomende problematiek niet voor vergoede dyslexiezorg in aanmerking.
De verklaring beschrijft welke belemmeringen de dyslexie veroorzaakt en welke hulpmiddelen nuttig kunnen zijn. Alleen een erkende psycholoog of orthopedagoog, gespecialiseerd in leerstoornissen, kan een dyslexieverklaring afgeven.
Bij de logopedist met dyslexiespecialisatie krijgt een kind individuele begeleiding. Deze is gericht op auditieve vaardigheden, letterkennis, het decodeerproces, leeskilometers maken, leesmotivatie, het versterken van de lees(deel)vaardigheden en strategiegebruik.
Kinderen in het voortgezet onderwijs
Natuurlijk houden de lees- en/of spellingproblemen niet ineens op wanneer een kind 13 jaar is geworden. Er kan dan alsnog sprake zijn van dyslexie. Kosten voor zowel het onderzoek als de behandeling zijn dan voor rekening van de ouders.
vindt het lastig om rijtjes, spellingregels en soms ook tafels te onthouden. heeft moeite met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes. heeft moeite met snel lezen en nauwkeurig lezen (in verhouding tot klasgenootjes). vertoont ontwijkend gedrag als hij of zij moet lezen.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
Leerlingen met dyslexie hebben het recht om gelijk behandeld te worden, net zoals alle andere leerlingen. Dit is geregeld in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH). Scholen zijn verplicht om aanpassingen te doen als u of uw kind hierom vragen.
Er is geen enkele test die dyslexie kan diagnosticeren . Er wordt rekening gehouden met een aantal factoren, zoals: De ontwikkeling van uw kind, onderwijsproblemen en medische geschiedenis. De zorgverlener zal u waarschijnlijk vragen stellen over deze gebieden.
Wanneer je als volwassene zekerheid wilt hebben of je dyslexie hebt, dan is het mogelijk om dit te laten onderzoeken door een deskundig orthopedagoog of psycholoog. Op deze site van NKD kun je zoeken naar een professional bij jou in de buurt. Niet alle specialisten voeren dyslexieonderzoek uit bij volwassenen.
Vanaf welke leeftijd kun je dyslexie vaststellen? Vanaf halverwege groep 4 kun je vaststellen of er sprake is van dyslexie. Want voordat er een onderzoek plaatsvindt, moet worden aangetoond dat er sprake is van een ernstig en hardnekkig lees- en/of spellingprobleem.
Wanneer een achterstand onvoldoende groot is, komt iemand volgens het protocol 3.0 niet in aanmerking voor een vergoed dyslexieonderzoek en -behandeltraject. De kosten hiervoor komen voor rekening van ouders. Dit komt omdat: Er geen sprake is van een vermoeden van ED (Ernstige Dyslexie).
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Problemen met lezen en spellen zijn de primaire symptomen van dyslexie. Daarnaast hebben kinderen met dyslexie vaak moeite met begrijpend lezen, vreemde talen en het automatiseren van rekenvaardigheden. Deze laatste drie symptomen worden ook wel de secundaire symptomen van dyslexie genoemd.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.