Er is overlap in betekenis, maar verschil in gebruik. De woordjes worden gebruikt als bijwoord, tussenwerpsel en voegwoord. Als bijwoord is nou iets intensiever, en als tussenwerpsel is nu heel formeel.
Klanken die met twee letters worden geschreven, krijgen twee accenten, bijvoorbeeld: máát, héél, vóór, dúúr, zéúren, níét, móét, fláúw, nóú, kléín, erúít. Ook de tweeklank ij krijgt twee accenten, maar het is moeilijk om met een tekstverwerker het letterteken j een accent te geven.
De correcte spelling is én. Voor het klemtoonteken gebruiken we het accent aigu (én).
' Het nadrukteken is altijd een streepje van linksonder naar rechtsboven. Om een woord of lettergreep te benadrukken, gebruik je het nadrukteken of klemtoonteken ( ´ ). Dat teken ziet er net zo uit als het accent aigu, het accent dat bijvoorbeeld op café staat.
Accent grave: è
Het accent grave (`) wordt vaak gebruikt bij woorden van een Franse herkomst en duidt aan hoe een klinker uitgesproken moet worden. Blèren spreek je bijvoorbeeld heel anders uit dan bleren. In dit geval zit het verschil in een korte e of een lange ee.
Dé is de gangbare manier om het woord de in schrijftaal een klemtoon te geven. Dè is een alternatieve spelling van “dé” die je soms tegenkomt, maar beter kunt vermijden.
Het accent circonflexe, of kortweg de of het circonflexe of circumflex (Latijn: circumflexus, rond, gebogen), is een dakvormig diakritisch teken op een klinker of een medeklinker.
Hoe weet je waar de klemtoon van een woord ligt? Duidelijke regels zijn er dus niet. Maar als je wilt weten waar de klemtoon van een woord ligt moet je proberen de nadruk in een woord steeds op een andere plek te leggen. Vaak hoor je dan wel of het goed klinkt of niet.
Soms zie je ook hé geschreven waar er hè bedoeld wordt. Maar dat onderscheid is onverbiddelijk: zeg je [hee] (rijmt op “zee”), dan schrijf je hé; zeg je [heh] (zoals “het” zonder de t), dan schrijf je hè.
Wees zéér spaarzaam met het gebruik van hoofdletters om een woord extra nadruk te geven. Maak het woord waar u nadruk op wilt leggen niet vet, onderstreep het niet en geef het geen andere kleur. Met behulp van extra streepjes kunt u een woord meer nadruk geven: on-ge-loof-lijk.
Het Zweedse alfabet kent behalve de gewone letters ook nog de letters å (oo), ä (èè) en ö (eu). In een woordenboek of taalgids komen deze letters na de z. De puntjes zijn van belang bij de uitspraak. Zo wordt de gewone o uitgesproken als oe in zoet, terwijl de ö wordt uitgesproken als eu in reuk.
Koppelteken = Een koppelteken is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen of samenkoppelingen met elkaar verbindt. Het heeft de vorm van het kortste liggende streepje en komt daarmee uiterlijk overeen met het afbreekstreepje en het...
Hoe heten de twee puntjes op een klinker, zoals in föhn en financiën? De puntjes op de o van föhn zijn een umlaut. De puntjes op de e van financiën zijn een trema. Een trema geeft het begin van een nieuwe lettergreep aan, bijvoorbeeld in financiën, coördinatie en reünie.
Methode. Een accent is een teken dat op een klinker geplaatst kan worden om een klank of een klemtoon aan te geven. Er zijn verschillende soorten accenten in de Nederlandse taal die voor verschillende redenen worden gebruikt.
Klemtoon (of: accent) is de nadruk waarmee een woord of woorddeel wordt uitgesproken. Bij meerlettergrepige woorden ligt de hoofdklemtoon bij het gewone spreken in de meeste gevallen op een bepaalde lettergreep (bijvoorbeeld beklemtoonde lettergreep).
De É (onderkast é) is een in het Latijnse alfabet voorkomende letter. De letter wordt gevormd door het karakter E met een daarboven geplaatste accent aigu.
HE of hoogte-eenheid is een afmeting die in 19``-installatierekken wordt gebruikt. Deze wordt uitgedrukt in inches of millimeters: 1 HE = 1 ¾`` ofwel 4,45 mm.
hé (tussenwerpsel) 1uitroep om iemands aandacht te trekken2informele begroeting of aanhef hè (tussenwerpsel) 1uitroep van opluchting, teleurstelling, bewondering enz.
Een trochee is net als een jambe een versvoet. Hij bestaat uit twee lettergrepen, eerst een beklemtoonde en dan een onbeklemtoonde. De klemtoon in een trochee valt dus zo: DA-dum. Zet er vier achter elkaar en je krijgt: DA-dum DA-dum DA-dum DA-dum – en dat heet dan een “trocheïsche tetrameter”.
Een metrum is niets anders dan: een regelmatige afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen, die in het hele gedicht is volgehouden. Je ziet hier een vaste afwisseling: zwak - sterk - zwak - sterk - zwak - sterk, enz. Dit metrum wordt een jambe genoemd.
Je kunt het metrum van een gedicht scanderen . Dat wil zeggen dat je analyseert welke lettergrepen een korte klank hebben en welke lettergrepen een lange, benadrukte klank hebben. Een korte klank geef je aan met een thesis (∪) en een lange klank geef je aan met een arsis (―).
Als er een woord is met é dan spreek je de é uit als een lange ee. Hetzelfde als dat je in het Nederlands het woord 'heel' zegt.
Ê (onderkast: ê) is een letter E met een accent circonflexe er op. Het is een letter in het Friulische, het Koerdische en het Vietnamese alfabet. De letter komt ook voor in het Afrikaans, Frans, Nederlands, Portugees, Welsh en het Albanees, maar alleen als een variant op de gewone "e".
Een cedille (in ç en ş, via Frans cédille uit Spaans cedilla, verkleinwoord van ceta, de letter 'z') is een diakritisch teken dat onder andere in de spelling van het Albanees, het Catalaans, het Frans, het Portugees en het Turks wordt gebruikt.