Toelichting. Kennen heeft als hoofdbetekenissen 'onderscheiden, herkennen' en 'bekend, vertrouwd zijn met' en wordt daarnaast onder andere ook gebruikt in de betekenis 'door studie of oefening geleerd hebben', 'beheersen'. Kunnen heeft als hoofdbetekenissen 'mogelijk zijn', 'in staat zijn'.
Onthoud: kennen is weten, kunnen is doen. Bij 'kunnen' gaat het om een handeling of vaardigheid.
Al eeuwenlang door elkaar gebruikt. Kunnen en kennen komen eigenlijk van hetzelfde woord. De stam kann-/kunn- kwam al voor in de taal die de voorloper is van de huidige Germaanse talen (zoals het Nederlands).
Dat zijn twee heel verschillende werkwoorden, kennen (weten, bekend zijn met) en kunnen (een vaardigheid hebben, de geschiktheid bezitten). Kan en kun zijn beide goede vervoegingen van het werkwoord kunnen.
Toelichting. Kennen betekent onder andere: 'door studie of oefening geleerd hebben' ('beheersen').Kunnen betekent onder andere: 'de kracht of macht bezitten iets te doen, een vaardigheid beheersen'. De betekenissen van beide werkwoorden zijn dus nauw verwant aan elkaar.
Kennen heeft echter als overgankelijk werkwoord altijd een lijdend voorwerp bij zich. (1) Ik heb hem weleens ontmoet, maar ik ken hem niet goed. (2) Hij heeft flink zijn best gedaan en kent zijn les. Kunnen is daarentegen een hulpwerkwoord en wordt gecombineerd met een infinitief.
Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal.
Het woord kunnen betekent dat je in staat bent om iets te doen. Bijvoorbeeld 'ik kan fietsen' betekent dat je in staat bent om op een fiets te rijden. Het woord kennen heeft betrekking op een handeling of een vaardigheid.
Het woord ken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Gekend is het voltooid deelwoord van het werkwoord kennen in de betekenissen 'weten wie of wat iemand of iets is', 'iemand raadplegen', 'iets beheersen'. Ik heb hem goed gekend. Ze hebben hem in die zaak niet gekend. Zij heeft haar les altijd goed gekend.
Je kunt en je kan zijn allebei correct.
De vorm kun(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je kunt, jij kunt, kun je, kun jij. In België is ook de vorm kan neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je kan, jij kan, kan je, kan jij.
Het woord kende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord.Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.
Door middel van betekent “met”, “door” of “middels” (ouderwets). Doormiddel van, zonder spatie tussen “door” en “middel”, is een verkeerd gespelde variant. Ik heb de resultaten door middel van een ANOVA geanalyseerd.
weten (ww) : lukken, kunnen, realiseren, slagen. vermogen (ww) : kunnen, bij machte zijn.
'Waarom mag ik hier niet parkeren? ' is het gewoonst en is ook neutraler dan 'Hoezo mag ik hier niet parkeren? ' In de vraag met hoezo klinkt verbazing of zelfs verontwaardiging door. Waarom is een bijwoord waarmee naar een reden of doel wordt geïnformeerd.
We kennen nog steeds de uitdrukkingen zonder weerga ('uniek') en zijn weerga niet kennen ('niet te vergelijken zijn met iets anders'). Weerga komt ook nog voor in weergaloos ('ongeëvenaard').
Het is allebei goed. Je kunt is ouder en daardoor voor sommige mensen beter. Je kan is voor anderen juist weer wat moderner en aansprekender. In Nederland krijgt 'Je kunt je nu inschrijven' vaak de voorkeur in de schrijftaal.
Zowel can als could kunnen worden gebruikt om een verzoek te doen, maar bij het vragen om toestemming is could de beleefdere keuze om te gebruiken . Bij het aangeven van vermogen of mogelijkheid wordt can in de tegenwoordige tijd gebruikt en could in de verleden tijd.
Toelichting. Het betrekkelijk voornaamwoord die verwijst naar de-woorden; dat naar het-woorden, ongeacht het biologisch geslacht. Naar het-woorden die personen aanduiden (meisje, mannetje, vrouwtje, ventje, neefje, nichtje, familielid, Tweede Kamerlid enzovoort), wordt met dat verwezen.
Het woord kennen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Brabanders zetten overal het woordje 'ons' voor: ons mam, ons pap en ons opa en oma. Gewoon omdat we het gevoel hebben we dat we allemaal één grote familie zijn.
“Houdoe komt van houd je eigen goed.” Dat werd in Brabant uitgesproken als houdt oe eigen goed. “Eigenlijk betekent 'houdoe' dus houd je.” "In Limburg zeggen ze Haije." Ondanks dat 'houdoe' een samentrekking is van 'houd' en 'je' betekent het wel echt houd je eigen goed.