Ik hou en ik houd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik hou de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Zij is de vrouw van wie ik hou / ik houd.
Maar hou of houd is dus allebei goed. In de spreektaal laten we de slotmedeklinker vaak weg. 'Ik hou van jou' klinkt toch ook beter dan 'Ik houd van jou'.
Beide schrijfwijzen zijn goed. Vroeger werd verschil gemaakt tussen schrijftaal 'ik houd je op de hoogte' en spreektaal 'ik hou je op de hoogte'. Tegenwoordig is dat niet meer zo.
Redacteur Hans de Groot geeft elke twee weken Van Dale taaltips. Deze keer de vraag: Is het 'ik hou van jou' of 'ik houd van jou'? In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal.
'Houd rekening met een wachttijd' is juist. Houd is hier een gebiedende wijs en die is gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord. Er komt dus geen t achter. In 'Houd rekening met een wachttijd' is houd een gebiedende wijs.
In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Het werkwoord bezighouden wordt in één woord geschreven.
Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (bezig en houden) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: wat me bezig heeft gehouden), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: ik hou me bezig).
De juiste spelling is: Ik heb jou jouw auto zien parkeren. Jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord.
Kunnen we in het algemeen Nederlands zeggen: ,,Ik houd u eraan''? Ja, houden aan is algemeen Nederlands als u wilt uitdrukken dat u verlangt dat iemand zijn woord of zijn belofte nakomt. Als iemand u bijvoorbeeld belooft te zullen helpen met het werk, kunt u zeggen: ,,Daar houd ik u aan!''
Houdt, met een t aan het eind, is niet correct als gebiedende wijs (ook niet als meer dan één persoon wordt aangesproken). We zeggen bijvoorbeeld ook 'Neem een winkelwagentje' en niet 'Neemt een winkelwagentje.
Hou en houd zijn allebei goed.
Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Ik rij / ik rijd nooit onder invloed.
Bij het werkwoord 'houden' is de stam 'houd. ' In de hij-, zij- of het-vorm pak je dus de stam (houd) en daar plak je een –t achter. Dan ontstaat het woord 'houdt'. De juiste schrijfwijze is dus: 'Papa houdt van mama.
Het kan allebei. 'Hou' sluit goed aan bij de spreektaal, 'houd' is iets meer een schrijftaalvorm.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Als niet-onderwerpsvorm kunnen we zowel me als mij gebruiken. Het is aan te bevelen om zo veel mogelijk de gereduceerde vorm me te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm mij maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk. De collega's hebben me (mij) uitgenodigd.
weten; op de hoogte zijn.
Jouw – mét een W – schrijven we alleen zo als het woord zelf meteen ook het bezit aangeeft. Andere bezittelijke voornaamwoorden zijn: mijn, uw, zijn, haar, ons/onze, jullie en hun. Ook bij het woord jou – zonder de W – kan er sprake zijn van bezit: De hond van jou is daar een goed voorbeeld van.
De correcte vorm is bij jou thuis.
Thuis is in deze constructie een bijwoord van plaats dat bij jou nader bepaalt: 'niet bij jou op het werk of bij jou op school, maar bij jou thuis'.
Het woord jou gebruik je dus om te verwijzen naar een persoon. Bijvoorbeeld: 'Ik heb jou gisteren opgehaald' of 'Mijn moeder zag jou door de stad lopen'. Het woord 'jouw' wordt dus gebruikt om bezit aan te duiden.
In de eerste zin vraagt iemand mij wat mij tegenhoudt om iets te doen. Misschien wordt het nog duidelijker als je je vervangt door jou: wat houdt jou tegen. Het onderwerp in de eerste zin is dan ook wat en niet je. In de tweede zin gaat het om de vraag wat ik tegenhoud.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
[ov] de aandacht afleiden. iets te doen geven. [refl] "zich ~ met": als onderwerp van belangstelling hebben.
Maar houdt vol is fout. Dat moet zijn houd vol of hou vol. Waarom? Omdat een imperatief tweede persoon enkelvoud is (volg deze link voor uitleg), en omdat jij ontbreekt achter de persoonsvorm.
De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t. Soms twijfel je misschien of er sprake is van de gebiedende wijs. Dan kun je het werkwoord vervangen door een vorm van lopen.