In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal.In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
In de uitspraak valt de d vrijwel altijd weg en is het dus ik hou van jou. Dit gebruik dringt ook steeds meer door in de geschreven taal. Literaire uitgevers hebben daarom vaak een voorkeur voor deze vorm, zeker als het gaat om de weergave van een conversatie.
U is als onderwerp gaan fungeren en dat leidde tot stam + t. Ook in 'Houdt u toch uw hoofd erbij! ' is daarom stam + t juist: houdt. Je kunt het verschil tussen houd en houdt weliswaar niet horen, maar een werkwoord als houden wordt hetzelfde behandeld als een werkwoord als gaan.
Beide schrijfwijzen zijn goed. Vroeger werd verschil gemaakt tussen schrijftaal 'ik houd je op de hoogte' en spreektaal 'ik hou je op de hoogte'. Tegenwoordig is dat niet meer zo.
Een andere basisregel is het plaatsen van de –t achter de stam wanneer het onderwerp de hij-, zij- of het-vorm heeft. Bij het werkwoord 'houden' is de stam 'houd. ' In de hij-, zij- of het-vorm pak je dus de stam (houd) en daar plak je een –t achter. Dan ontstaat het woord 'houdt'.
Houdt, met een t aan het eind, is niet correct als gebiedende wijs (ook niet als meer dan één persoon wordt aangesproken). We zeggen bijvoorbeeld ook 'Neem een winkelwagentje' en niet 'Neemt een winkelwagentje.
Hou en houd zijn allebei goed.
De regel voor de gebiedende wijs is vrij duidelijk en eenvoudig: de gebiedende wijs krijgt altijd alleen de stam. Houd schrijf je dus zonder t. Soms twijfel je misschien of er sprake is van de gebiedende wijs.
Als niet-onderwerpsvorm kunnen we zowel me als mij gebruiken. Het is aan te bevelen om zo veel mogelijk de gereduceerde vorm me te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm mij maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk. De collega's hebben me (mij) uitgenodigd.
Kunnen we in het algemeen Nederlands zeggen: ,,Ik houd u eraan''? Ja, houden aan is algemeen Nederlands als u wilt uitdrukken dat u verlangt dat iemand zijn woord of zijn belofte nakomt. Als iemand u bijvoorbeeld belooft te zullen helpen met het werk, kunt u zeggen: ,,Daar houd ik u aan!''
Maar houdt vol is fout. Dat moet zijn houd vol of hou vol. Waarom? Omdat een imperatief tweede persoon enkelvoud is (volg deze link voor uitleg), en omdat jij ontbreekt achter de persoonsvorm.
Het werkwoord bezighouden wordt in één woord geschreven.
Ook de vervoegde vormen schrijven we in één woord, tenzij de twee delen (bezig en houden) gescheiden worden door andere woorden (bijvoorbeeld: wat me bezig heeft gehouden), of de volgorde ervan gewisseld is (bijvoorbeeld: ik hou me bezig).
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Ik rij en ik rijd zijn allebei correct. Zowel in gesproken als in geschreven taal is ik rij de gewone vorm. De vorm met -d komt vooral voor in formelere geschreven taal. Ik rij / ik rijd nooit onder invloed.
De juiste spelling is: Ik heb jou jouw auto zien parkeren. Jou is een persoonlijk voornaamwoord, jouw is een bezittelijk voornaamwoord.
In de eerste zin vraagt iemand mij wat mij tegenhoudt om iets te doen. Misschien wordt het nog duidelijker als je je vervangt door jou: wat houdt jou tegen. Het onderwerp in de eerste zin is dan ook wat en niet je. In de tweede zin gaat het om de vraag wat ik tegenhoud.
In sommige gevallen is zowel jij als jou mogelijk na dan, maar dan is er een betekenisverschil. Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is jij de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is jou correct.
Er is geen regel die bepaalt in welke volgorde de personen in een nevenschikking genoemd worden. Wel geldt het als een teken van beleefdheid dat men zichzelf niet als eerste noemt. De persoonlijke voornaamwoorden ik, mij, wij en ons komen daarom bij voorkeur aan het einde van de nevenschikking.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm. Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct.
'Word' gebruik je in de gebiedende wijs en wanneer je de ik-vorm gebruikt. 'Wordt' gebruik je bij de hij/zij/het-vorm.
begrijpen (ww) : er rekening mee houden, meetellen, ermee rekenen.
Tegenwoordig wordt de gebiedende wijs enkelvoud (zonder -t) ook gebruikt wanneer het bevel aan meerdere personen gericht is: Ga nu maar slapen, kinderen. De vorm met -t is verouderd. Hij komt alleen nog voor in enkele vaste verbindingen, zoals bezint eer ge begint.
In gesproken taal is hou de gewoonste vorm, evenals in minder formele geschreven taal. In formelere geschreven taal komt de vorm houd meer voor.
Een klein onderzoekje op internet brengt de goede oplossing: het mag allebei. Hou je aan de snelheidslimiet is wat informeler taalgebruik, meer spreektaal. Maar hou of houd is dus allebei goed. In de spreektaal laten we de slotmedeklinker vaak weg.
Na het persoonlijk voornaamwoord je/jij (tweede persoon) komt er een t achter de stam houd: Jij houdt toch niet van voetbal? Je houdt het schilderij verkeerd om. Je houdt geen rekening met anderen.