Neusrot is, zoals iedere tomatenteler weet, een bruin/zwart litteken (een 'zoutje') aan de onderkant van de vrucht. Het is doorgaans het gevolg van vochtstress of een calciumgebrek (minder dan 0,08% Ca in droge stof).
Dit moet je doen om neusrot te voorkomen
- Zorg voor voldoende lucht tussen de planten. Plant de tomatenplanten niet te dicht bij elkaar en snoei de planten netjes. - Haal de oude bladeren aan de onderkant van de planten weg. - Zorg in een kas dat altijd de luchtramen iets openstaan (behalve met kou).
Neusrot is gelukkig niet besmettelijk. Rijpe tomaten met een klein stukje neusrot zou je eventueel nog kunnen eten. Snijd dan wel het zieke gedeelte weg.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Goede tomatenmest is organische mest. Kunstmest (vooral stikstofhoudende kunstmest) geeft een mindere smaak aan de tomaten dan organische mest. Dit hebben wij op de kwekerij, waar we de pottomaten kweken, in proeven heel duidelijk ondervonden.
Hoe vaak bemest je tomaten? Je kunt beter regelmatig een klein beetje mest geven dan heel veel in één keer. Bemest je tomatenplant eens per drie weken. Maar houd vooral de dosering op de verpakking aan.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Calcium is nodig om goede structuur en kwaliteit te handhaven. Voldoende aanvoer verbetert de stevigheid van tomaten en verhoogt TSS, zoals proeven in Turkije laten zien. Op ammoniumnitraat gebaseerde meststoffen zijn antagonisten voor calciumopname. Ze verminderen de bodem pH en wateropname en vertragen transpiratie.
Verzorg je planten zo goed mogelijk. Geef ze elke 5 weken een eetlepel extra voeding, en geef ze wat steun als ze dat nodig hebben. Haal de dieven van de hoge tomaten telkens weg en zorg ervoor dat regenwater makkelijk op kan drogen. Knip dus af en toe ook een gezond blad weg om de plant wat lucht te geven.
Gebrekkige vruchtzetting bij je tomatenplanten
Zijn er weinig bloemetjes, dan uiteraard ook weinig tomaten. Een andere reden kan zijn dat jeje planten te dicht bij elkaar gezet hebt en de plant te weinig zon gezien heeft. Ook moet je je kleinste rassen aan de zuidkant van je serre of tuinkas planten.
Door het teveel aan fotosyntheseproducten die niet kunnen getransporteerd worden (zetmeel, suikers) krult het blad. Het verschijnsel gaat dan ook dikwijls samen met een donkere kleur (na de middag)van de bladeren, 's ochtends zijn de bladeren dan weer bleker.
Pas als de vrucht volgroeid is, begint de plant met het aanmaken van ethyleen waardoor de tomaten rood verkleuren. Als de temperatuur beneden de 10 graden of boven de 27-29 graden komt dan stopt de plant met het aanmaken van lycopeen en caroteen.
Leg de vruchten in een kistje of bakje en leg er meteen een rijpe banaan of appel bij. Dek af met krantenpapier en wacht anderhalf tot twee weken. Bananen geven ethyleengas af, een rijpingsgas dat ervoor zorgt dat de vruchten uiteindelijk toch nog hun mooie kleur krijgen.
Tomaten kunnen niet rood worden, wanneer ze niet 'groen volwassen' zijn, zelfs niet door technologie. De tomaten beginnen dus pas kleur te krijgen wanneer ze groen volwassen zijn. De groen volwassen groeifase is de fase waarop supermarkt tomaten geplukt worden. Deze rijpen dan af tijdens het transport of in gaskamers.
Calcium (Ca) is voor een plant de belangrijkste bouwsteen van de membranen en celwanden. Het voedingselement draagt bij aan de stevigheid van een plant. En het is noodzakelijk voor de celdeling.
Het grootste deel (60-70 %) is afkomstig van zuivelproducten zoals melk, karnemelk, vla, yoghurt en kaas. Daarnaast komt calcium ook voor in groente, noten en peulvruchten. Uit deze producten wordt het calcium minder goed door het lichaam opgenomen.
Neusrot kan onder meer een gevolg zijn van kalkgebrek (calciumgebrek). Om neusrot te voorkomen bekalk je dus best de grond vooraleer je de tomaten plant. Dat kan bijvoorbeeld met DCM Zeewierkalk Korrel.
Omdat calcium een rol speelt bij de botaanmaak en goed is voor de spieren, kan een structureel tekort aan calcium op langere termijn leiden tot symptomen als spierpijn en spierkrampen, pijnlijke of zwakkere botten en een groter risico op botbreuken. Calcium draagt ook bij tot de normale werking van de zenuwen.
Pluk ook niet in één keer te veel bladeren van een plant af, daar schrikt een tomatenplant van en dat vindt hij niet fijn. Beter is het om regelmatig ( bijv. 1x per week) 2 tot 3 bladeren te verwijderen.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Verwijder alle uitlopers en hun bladeren onder de eerste bloemtros. Doe dit altijd, wat voor soort tomatenplant je ook hebt. Dit houdt de plant sterk doordat hij op deze manier makkelijker een stevige, centrale stengel kan ontwikkelen.
Vergeelde blaadjes onderaan de plant kunnen wel weggesneden worden. Als, bij de sterker groeiende tomatenplanten, een paar bladeren op de grond hangen, kan je die wel verwijderen. II. Bloei tros 2 : De onderste 3-4 bladeren kunnen nu definitief weggesneden worden.
Qua verzorging hebben tomatenplanten vooral behoefte aan een zonnige standplaats en warme, goed bemeste, waterdoorlatende grond. Geef altijd water onderaan de plant. Zo heeft je tomaat minder kans op schimmelziekten. Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje.
Geef meststoffen om aromatische tomaten te krijgen
Ze hebben een grote behoefte aan voedingsstoffen en hebben behalve stikstof en fosfaat vooral veel kalium nodig. Kalium reguleert de waterhuishouding van de plant, verstevigt de celwanden en geeft de plant meer weerstand tegen ziekten.