Buiten de donder en bliksem heeft het vliegverkeer te maken met sterke op- en neergaande luchtstromen, grote kans op hagel en ijsafzetting in de buien, harde en onvoorspelbare windrichtingen en grote afwisseling in de kracht van de wind. Piloten vliegen bij voorkeur niet door een onweersbui heen.
Bijna alle commerciële vliegtuigen worden gemiddeld één tot twee keer per jaar geraakt door bliksem. Vaak merk je dit als passagier of piloot niet eens. De bliksem kan namelijk niet inslaan, omdat het vliegtuig niet in contact staat met de aarde, waardoor het de stroom niet doorgeeft aan de grond.
Het beste seizoen om te vliegen is de lente! Vorig jaar vonden de minste annuleringen en vertragingen van meer dan drie uur plaats in de maand april. In de lente is het weer beter en is er nog geen grote aantallen passagiers op de vliegvelden zoals in de zomer.
Opstijgen is minder gevaarlijk dan landen
80 procent van de vliegtuigongevallen doet zich voor drie minuten na het opstijgen en acht minuten voor het landen.
Storm en zijwind
De meeste vliegtuigtypes kunnen wel landen of opstijgen met een beetje zijwind. Maar zodra de zijwind boven de baan hard is - door bijvoorbeeld een windvlaag of plotseling draaiende, toenemende wind - dan moet Luchtverkeersleiding Nederland een baan gebruiken die gunstiger in de wind ligt.
Het grote probleem doet zich voor als vliegtuigen moeten opstijgen en landen. Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen. Landen van een vliegtuig met zijwind geeft wel problemen al is het mogelijk.
Het is een normale, menselijke reactie die je niet kunt afleren. Je moet alleen leren ermee om te gaan tijdens een normale situatie als vliegen. ' Maar welke angst er ook achter schuilgaat, vliegangst is niets anders dan een buitengewone reactie van het zenuwstelsel op een relatief onschuldige gebeurtenis.
Denk daarbij aan extreme neerslag in de vorm van regen en/of hagel. Ook start- en landingsbanen kunnen tijdelijk onbruikbaar worden door deze hoeveelheid neerslag. Vliegtuigen zijn vaak uitgerust met een eigen weerradar, zodat zij onweersbuien zoveel als mogelijk kunnen vermijden.
Kijkend naar het ergste wat kan gebeuren - namelijk dat een vliegtuig neerstort - dan is de kans zo'n 1 op 11 miljoen dat dit je overkomt. Ter vergelijking: de kans dat je omkomt door een fataal auto-ongeluk is 1 op 6.000.
Turbulentie is vervelend voor passagiers maar het vliegtuig zal niet neerstorten. Het grootste gevaar is dat je een flinke smak maakt in het vliegtuig. Daarom moet je je riemen altijd om houden tijdens een turbulente vlucht."
4. Vermijd keuken, toiletten en gangplaats. Vermijd op grote toestellen om vlakbij de toiletten en/of keuken te gaan zitten want daar is er altijd wel wat beweging en rumoer. Bovendien kun je daar gehinderd worden door passagiers die staan te wachten tot het toilet weer vrijkomt.
Op basis van die data kwamen ze tot de conclusie dat mensen die vooraan in het toestel zitten 49% kans hebben om de crash te overleven. Het zijn met name de passagiers in businessclass die vooraan zitten. Zit je in het vliegtuig net voor of net achter de vleugels, dan stijgt de overlevingskans tot 56%.
Turbulentie is de beweging die een vliegtuig maakt op de golven van luchtstromingen die in beweging zijn. Turbulentie is een normaal fenomeen en komt in drie vormen voor. Hoewel het door menig passagier als angstig wordt ervaren, is turbulentie doorgaans niet gevaarlijk. Wel kan het zeer oncomfortabel zijn.
“Moderne vliegtuigen zijn uitgerust met geavanceerde radarsystemen die met andere vliegtuigen communiceren en indien nodig instructies geven aan de piloten om de afstand tussen elkaar te vergroten en zo de kans op botsingen weg te nemen.”
Zware turbulentie komt niet vaak voor en duurt niet lang. Meestal een paar minuten. Piloten kunnen zware turbulentie zien aankomen op de weerradar.
vluchten is er eentje met fatale afloop, dus dat zegt wel wat over de veiligheid. Het vliegtuig is daarmee het veiligste vervoermiddel ter wereld. Uit Amerikaans onderzoek blijkt zelfs dat de kans dat je dood gaat tijdens een kilometer die je door de lucht reist, 112 keer kleiner is dan wanneer je met de auto gaat.
Er wordt heel veel gevlogen in de wereld. In 2018 was er daardoor maar één dodelijk ongeluk per 3.000.000 (3 miljoen) vluchten. Dat getal is nog hoog vergeleken met de vorige jaren. In het jaar 2016 overleden slechts 6 mensen door een vliegtuigongeluk, en in het jaar 2017 13 mensen.
Geel: let op, er zijn veiligheidsrisico's
De veiligheidsrisico's zijn anders dan wat u in Nederland gewend bent. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met criminaliteit, kans op natuurgeweld, slechte infrastructuur of de politieke situatie. Er kunnen inreisbeperkingen zijn voor reizigers uit Nederland.
Als een vliegtuig stijgt of daalt verandert de lucht om je heen sneller dan de lucht in je oren. Als je ooit hebt gevlogen weet je dat dit zwaar oncomfortabel is – maar tijdelijk. Om de druk een beetje te verzachten kun je kauwgum eten, inademen en uitademen terwijl je je mond en je neus dichthoudt, of gapen.
Je kunt ook rustgevende medicijnen gebruiken tegen vliegangst, zoals oxazepam. Deze middelen hebben alleen vaak een verslavende werking en hebben daarom niet de voorkeur. Daarnaast kunnen ontspanningsoefeningen aangeleerd worden.
Bij enorm zware turbulentie kan een toestel beschadigd raken, maar dat is erg ongewoon voor moderne jets van bijvoorbeeld Boeing of Airbus. De meeste toestellen kunnen ook na een blikseminslag gewoon verder vliegen, en zelfs als de aandrijving uitvalt kan een Boeing 777 op 10 kilometer hoogte nog 160 kilometer vliegen.
Vliegtuigen zijn normaal gesproken 'richting stabiel'. Dat betekent dat ze de neiging hebben om richting te zoeken met de neus in de wind. Bij zijwind zie je vliegtuigen daarom vaak wat schuin richting de landingsbaan vliegen. Vanuit veiligheidsoogpunt zijn er regels voor de sterkte van de zijwind op Schiphol.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
Een doorstart kan worden geïnitieerd door de piloot of door de luchtverkeersleider. In de meeste gevallen is de reden om een doorstart te maken het niet stabiel genoeg vliegen van de eindnadering.