Diamagnetisch materiaal is in principe het tegenovergestelde van paramagnetisch materiaal. Het materiaal stoot juist af tegen een magnetisch veld, ongeacht de pool van het externe veld. De afstotende kracht van diamagnetische materialen is zwak. Diamagnetisch materialen zijn bijvoorbeeld grafiet, glas en bismut.
Een magneet heeft een noord- en een zuidpool. De magnetische kracht is bij deze polen het sterkst. Als je twee magneten hebt en je houdt twee gelijke polen tegen elkaar dan zullen ze elkaar afstoten.Maar als je twee verschillende polen tegen elkaar houdt dan trekken ze elkaar juist aan.
Goud en zilver behoren tot de diamagnetische stoffen. Dat betekent dat ze door magneten lichtjes worden afgestoten.
Aantrekken of afstoten kun je niet veranderen. Het is wat een magneet doet naar andere magneten. De eigenschap is niet aan of uit te zetten. Van elektrische ladingen kun je ook niets tijdelijk uitzetten om ze wel/niet elkaar te laten aantrekken of afstoten.
Een dunne plaat trekt de magneet minder goed aan. Ook het soort metaal is van invloed. Plaats een magneet zoveel mogelijk rechtstreeks op een metalen oppervlak zonder materiaal ertussen. Zelfs een laagje verf kan voor een vermindering van de houdkracht zorgen.
Neodymium magneten, ferriet magneten, magneetband en magneetfolies behouden hun magnetisme onder normale omstandigheden vrijwel onbeperkt lang. Invloeden zoals temperatuur, schokken of magneetvelden kunnen echter een negatieve uitwerking op de houdkracht van een magneet hebben.
Hoe demagnetiseren? We demagnetiseren een product door er een voldoende sterk, wisselend en in sterkte afnemend magnetisch tegenveld op te zetten, waardoor de fluxdichtheid steeds verder daalt.
Een magneetgraad is een goede maatstaf voor de sterkte van een magneet. Over het algemeen geven hogere getallen een sterkere magneet aan. Het getal komt van een feitelijke materiaaleigenschap, het Maximale Energieproduct van het magneetmateriaal, uitgedrukt in MGOe (Mega Gauss Oersteds).
Verhit men een magneet tot boven zijn zogenaamde "maximale gebruikstemperatuur", dan gaat een gedeelte van zijn magnetische lading verloren. Hij houdt dan bijv. minder stevig aan een ijzeren plaat vast, ook nadat hij weer is afgekoeld.
Wanneer we over de 'sterkte' van een magneet spreken, dan bedoelen we daar meestal ofwel de houdkracht bij direct contact met een metalen plaat, ofwel de aantrekkingskracht op een stuk ijzer (of een andere magneet) op een bepaalde afstand mee.
Niet alle metalen zijn ferromagnetisch. Magneten kleven bijvoorbeeld niet aan aluminium, koper, messing, zilver of goud.
Onder normale omstandigheden behouden onze magneten hun kracht dus vrijwel onbeperkt. Er zijn echter enkele invloeden van buitenaf die het magnetisme van onze permanente magneten kunnen beïnvloeden. Magneten zijn bijvoorbeeld gevoelig voor hitte.
Normale neodymium magneten zijn erg gevoelig voor roest, waardoor we ze niet voor toepassingen buiten aanraden. Uitstekend geschikt zijn echter waterdichte neodymium magneten en ferriet magneten. Ook magneetband en -folie kan met bepaalde beperkingen in een buitenomgeving worden gebruikt.
Zo werkt demagnetiseren
Het demagnetiseren gebeurt meestal door het object door een speciale demagnetiser te bewegen, die een sterk tegengesteld magnetisch veld creëert. Het object moet op de juiste manier worden geplaatst en bewogen, zodat het hele magnetische veld wordt blootgesteld aan het tegengestelde veld.
Je kunt de magnetische krachtwerking sterk verminderen door de afstand tussen de magneet en het stuk ijzer te vergroten. Een welgemikte klap met een rubberhamer is vaak al voldoende. Het kan ook rigoureuzer. Een magneet verliest zijn magnetisme door hem te verhitten tot boven de curietemperatuur.
Juist in de vier elementen ijzer, nikkel, kobalt en gadolinium bestaat interactie tussen zogenaamde 'ongepaarde spins'. Deze interactie zorgt ervoor dat de magnetische momenten van atomen zich blijvend evenwijdig aan elkaar kunnen richten.
Alle magneten hebben twee polen die de noordpool en de zuidpool worden genoemd. De noordpool van een magneet stoot de noordpool van een andere magneet af, en trekt de zuidpool van een andere magneet aan. Twee zuidpolen stoten elkaar ook af.
IJzer , kobalt, chroom en nikkel zijn metalen die op zich allemaal magnetisch aangetrokken worden. Dat komt omdat de elektronen van deze metalen deels in een vlak draaien en de atomen piepkleine elektromagneetjes zijn, elementairmagneetjes genoemd.
Neodymium magneten zijn de sterkste magneten op de markt. Het zeldzame-aarde metaal neodymium zorgt voor de grote houdkracht.
Een magneet heeft twee plaatsen (polen) waar de magneetwerking het sterkst is en wordt daarom ook dipool genoemd. Door het aardmagnetisch veld wijst een vrij opgehangen magneet naar de geomagnetische noordpool. Die plaats op de magneet wordt de noordpool genoemd.
Is rvs magnetisch? Roestvrij staal kan magnetisch zijn, maar dat is niet altijd het geval. Net als bij de corrosiebestendigheid hangt dit af van de samenstelling van de legering. Ferromagnetische rvs-soorten hebben bijvoorbeeld een relatief hoog ijzergehalte, waardoor ze magnetisch zijn.
Let wel op! Niet alle metalen zijn magnetisch! Enkel ijzer (wat we vaak in staal terugvinden), nikkel en kobalt vertonen deze eigenschap.
Koper, zilver en aluminium kunnen nooit magnetisch worden. De 5 eurocent lijkt van koper te zijn, maar is in werkelijkheid verkoperd staal. Dat betekent dat om het staal een heel dun laagje koper zit. Dat het geen koper is, wordt dus verraden door de magneten.