Als u de paper zegt, zegt u ook die/deze paper, elke paper, onze paper en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de goede paper, een goede paper, goede paper.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de paper.
Het aanwijzend voornaamwoord dit verwijst naar enkelvoudige het-woorden (dit meisje); deze verwijst naar enkelvoudige de-woorden (deze jongen) en naar meervoudige woorden (deze meisjes en jongens).
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden; deze en die naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden. Dit en dat kunnen ook naar een hele zin verwijzen.
' Stel je bij de keuze tussen deze, die, dit en dat de volgende vragen: Verwijs je naar een de-woord (daar valt ook een meervoud onder)?Dan is deze of die juist.
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden (dit boek, dat boek). Als ze contrasterend worden gebruikt, wijst dit een persoon of zaak aan die dichtbij is, terwijl dat een persoon of zaak aanwijst die verderaf is.
Beide aanwijzend voornaamwoorden zijn mogelijk.
Bij de-woorden hoort het aanwijzend voornaamwoord deze, bij het-woorden gebruik je het aanwijzend voornaamwoord dit. Het gesprek heeft geen zin. Dit gesprek heeft geen zin.
Enkelvoud: dit soort is de kern van de woordgroep
'Dit soort situaties is te voorkomen' wordt dan net zo behandeld als bijvoorbeeld 'Dit genre films is aan mij wel besteed' en 'Deze groep bezoekers heeft voorrang', waarin het enkelvoudige genre en groep ervoor zorgen dat de persoonsvorm in het enkelvoud staat.
Wanneer je naar iets verwijst wat dichtbij is, dan gebruik je deze en dit. Bij iets wat ver of verder weg is, gebruik je die en dat.
webinar: de webinar / het webinar
Als u de webinar zegt, zegt u ook die/deze webinar, elke webinar, onze webinar en krijgt een bijvoeglijk naamwoord altijd een buigings-e: de nieuwe webinar, een nieuwe webinar, nieuwe webinar.
Ja, deze middag is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis 'vanmiddag'. Hetzelfde geldt voor deze morgen ('vanmorgen'), deze avond ('vanavond'), deze nacht ('vannacht'). In België worden zulke tijdsaanduidingen met deze vaker gebruikt dan in Nederland.
1. Om te verwijzen naar een zelfstandig naamwoord met het lidwoord de (een de-woord) gebruik je die of deze. 2. Om te verwijzen naar een het-woord gebruik je dit of dat.
Is het de of het potlood
In de Nederlandse taal gebruiken wij het potlood.
Je schrijft het PvA, omdat het gaat om het plan van aanpak. Plan is een het-woord.
Is het de of het detail
In de Nederlandse taal gebruiken wij het detail.
Regelmatige werkwoorden eindigen op een 'd' of een 't'. Als het voltooid deelwoord eindigt op een letter uit 't kofschip (dat wil zegen de letters: t, k, f, s, ch, p maar ook x) dan eindigt het voltooid deelwoord op een 't'. In de andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een 'd'.
In de betekenis 'categorie, groep personen of zaken met gemeenschappelijke kenmerken' is zowel de soort als het soort correct.
Het vragend voornaamwoord welk krijgt de vorm welke als het bij een de-woord of een meervoudig woord staat.Bij een enkelvoudig het-woord is welk de correcte vorm.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de uitnodiging.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de mail.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het overleg.
Kies je voor 'het blog'?Verwijs er dan naar met 'dit blog', 'leuk blog' en 'kort blog'.Ga je voor 'de blog', kies dan ook voor 'deze blog', 'leuke blog' en 'korte blog'.
Aangezien jij nu als de beste weet dat traineeship een 'het' woord is, weet jij ook dat zowel 'die' als 'deze traineeship' incorrect is.
Zowel het hele jaar als heel het jaar is correct.
Als een zelfstandig naamwoord voorafgegaan wordt door een bepaald lidwoord, een aanwijzend voornaamwoord, een bezittelijk voornaamwoord of een genitief, kan heel ook voor dat element staan. Heel blijft dan altijd onverbogen.