Officieel is het honderdste deel van een euro een cent. Er is geen enkel bezwaar tegen het gebruik van 'eurocent', zeker niet in contrast met 'dollarcent'.
Reacties. Cent betekent 1/100ste, een eurocent is dus 1/100ste van een euro. Cent kan slaan op elk muntstuk dat een waarde vertegenwoordigt van 1/100ste van de waarde van de "normale" munt. Eurocent alleen maar op 1/100ste van een euro.
Alleen 'cent' is officieel (dus niet eurocent, niet centiem). Bij bedragen groter dan 1 euro kan het woord 'cent' weg.
Ik weet: 1 euro = 100 cent."
Eén eurocent is één honderdste deel van €1,00, dus €1,00 : 100 = €0,01. Twee euro schrijf je als €2,00. Twee eurocent is één honderste deel van €2,00, dus €2,00 : 100 = €0,02. Vijf euro schrijf je als €5,00.
De munten van 1 en 2 eurocent blijven een wettig betaalmiddel. U kunt met deze munten afrekenen. Heeft een winkelier vooraf duidelijk gemaakt dat hij afrondt? Dan hoeft hij geen munten van 1 en 2 eurocent wisselgeld te geven.
Geld inwisselen bij de centrale bank
Bij de centrale bank kunt u uw oude munten en bankbiljetten nog veel langer inwisselen. Maar ook de centrale bank kan een maximum stellen aan de hoeveelheid geld die u bij per transactie kunt omwisselen. Heel oude munten en bankbiljetten kun u niet altijd meer inwisselen.
Cent definities
(m.) Uitspraak: [sɛnt] Verbuigingen: cent|en (meerv.) honderdste deel van een munt Voorbeelden: `een bedrag van tien euro en dertig cent`, `een cent vinden`, `dollarcent`geen cent (helemaal niets) `Gooi dat maar weg.
Als u euro voluit schrijft, zet u het woord achter het bedrag: 200 euro. Het euroteken wordt in het Nederlandse taalgebied voor het bedrag gezet, gevolgd door een spatie: Die cd kost € 15,50. In Nederland staat er na hele bedragen meestal een komma en een streepje: Hij is me nog € 24,- schuldig.
EUR wordt het minst gebruikt: dat komt eigenlijk alleen voor in financiële teksten, omdat het komt van de internationale ISO-muntcode. Euro en het €-teken mag je eigenlijk altijd gebruiken.
Een pakje kauwgom kan kortom 'vijftig cent' kosten – 'vijftig eurocent' benadrukt nodeloos dat het om euro's gaat.
De naam dubbeltje vond zijn oorsprong in het feit dat het geldstuk twee stuivers waard was (dubbele stuiver). Na de invoering van het decimale stelsel in Nederland (rond 1800) werd het muntje van 10 cent dubbeltje genoemd.
Laat zien dat hier de som 1 euro - 50 cent hoort. Om dit uit te reken maak je van de euro 100 centen. De som wordt nu 100 cent - 50 cent = 50 cent. Je kunt dus 1 munt van 50 cent terugkrijgen.
Binnen zo'n serie is de kleur van de muntjes hetzelfde en is het muntje met meer waarde een stukje groter dan de vorige. Om dus te voorkomen dat de duurste munten te groot gaan worden, begint de nieuwe serie met een wat kleiner muntje dan de grootste van de vorige serie. Dus: 10 cent is kleiner dan 5 cent.
Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden. U hoeft ze dus niet terug te brengen naar de bank.
De wet verplicht niemand om wettige betaalmiddelen te accepteren. Winkeliers mogen contant geld (biljetten en munten) of betalen met een pinpas of creditcard weigeren. Wel geven winkeliers meestal aan welke betaalmiddelen ze niet accepteren. Bijvoorbeeld via raamstickers of kassastickers.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
Voor het storten van munten kun je terecht bij de meeste bouwmarkten van Gamma en Karwei of bij Geldmaatwinkels. Check de Locatiewijzer voor de plaats en openingstijden van de automaten van Geldmaat.
"Vanaf december 2019 zullen de rosse muntjes van 1 en 2 cent uit onze portemonnees verdwijnen", zegt de Rospot-actie van Kom Op Tegen Kanker. Dat heeft alles te maken met de verplichte afronding naar 5 eurocent voor cashbetalingen die ingaat op 1 december.
Geschiedenis dubbeltje
Daarom heette het oorspronkelijk ook wel dubbele stuiver. Vanaf 1948 was het dubbeltje een nikkelen munt met een waarde van een tiende gulden.
Een euromunt bijvoorbeeld kost geen euro om te maken. Maar wat is die waarde? 2 euro: 14,25 cent.
Een zilveren dubbeltje uit 1944 heeft bij veilingsite Catawiki 8.500 euro opgeleverd. Het Wilhelminadubbeltje is voorzien van de letter 'D' en is in de Amerikaanse stad Denver geslagen voor Nederland om na de oorlog te gebruiken.