Apenrots schrijf je volgens de pannenkoekregel met een tussen-n: apenrots. Dat doe je omdat het woord aap alleen een meervoud heeft dat eindigt op een n: apen. Daarom schrijf je ook apenkooi, apennootje, apenpak en apenstaartje. Apetrots betekent 'zo trots als een aap, erg trots'.
Als het linkerdeel van een samenstelling een versterkende betekenis heeft en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we -e. Het gaat om deze woorden en andere die op dezelfde wijze worden gevormd: apetrots, apezat. beregoed, beresterk, beretrots.
Het meervoud van 'blik' is blikken, maar het meervoud van 'dommerik' is dommeriken (met één k). Het is een bijzondere spellingsregel: het woord dommerik heeft geen klemtoon op de laatste lettergreep.
Woordherkomst en -opbouw. Omdat bere- hier vooral een versterking van de betekenis van sterk aangeeft en in deze en vergelijkbare samenstellingen niet meer echt naar het zoogdier verwijst, wordt de tussenklank zonder -n geschreven volgens spellingregel 8.
'Huilebalk' is namelijk een samenstelling van de woorden 'huilen' en 'balken', met dat laatste woord in de betekende 'krijsen, huilen' (dus niet het balken wat een ezel doet... Ah, de beelden). Die twee woorden hadden als doel gewoon elkaar te versterken. De eerste vondst van dit woord komt uit 1612.
Is het 'de maneschijn' of 'het maneschijn'?
Het is 'de maneschijn', want maneschijn is mannelijk.
De correcte vorm is: bolleboos. Op dit woord is de hoofdregel voor de tussenletters -e- en -en- niet van toepassing.
De correcte spelling is reuzeleuk, zonder tussen-n.
In samengestelde bijvoeglijke naamwoorden als reuzeleuk, reuzeblij en reuzegoed is reuze niet meer als een zelfstandig naamwoord te beschouwen, maar als een element met een louter versterkende betekenis ('heel erg'), dat hier de waarde van een bijwoord heeft.
Soms schrijven we niet -en maar -e, bijvoorbeeld in ziektekiem, secondewijzer, zonneschijn. Dat hangt af van de kenmerken van het linkerdeel van de samenstelling, in de voorbeelden dus de kenmerken van de woorden ziekte, seconde en zon.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
tofferik - tofferiken ('fijne vent') valserik - valseriken. viezerik - viezeriken.
De correct gespelde meervoudsvorm is baby's.
Beide vormen zijn klanknabootsingen van de baltsroep van onze bekendste weidevogel. Sommigen horen de vogel rijmen op riet, anderen op rit. Je zou dan verwachten dat het meervoud van kievit kievitten is, maar het gaat om een i-klank zonder klemtoon, net zoals in monniken of viezeriken, dus is het kieviten.
Gangbaarheid. Het woord stekeblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
In het oorspronkelijke recept werd Koninginnesoep gemaakt van paddenstoelenbouillon en gevogeltebouillon samen, die werd gemengd met amandelbouillon. Door deze amandelbouillon kreeg de soep haar roomwitte kleur. Deze soep had als naam Potage à la Reine, wat vertaald kan worden als “Soep zoals de Koningin het wenst”.
Spinnewiel. Het linkerdeel van het woord spinnewiel is geen zelfstandig naamwoord; het komt van het werkwoord spinnen. In dit soort gevallen zet je ook geen tussen-n.
De nieuwe basisregel is, dat je in principe altijd -en- gebruikt, ongeacht of het nu om het enkelvoud- of meervoud gaat. Vandaar ruggengraat, smartengeld, pannenkoek enz.
Woorden als rommel en vee hebben geen meervoud. Bijzonder zijn zelfstandige naamwoorden als rijst, haat, onzin, melk, hout, informatie en aarde, we noemen ze niet-telbaar. Ze komen zelden voor met een onbepaald lidwoord (een rijst zeg je niet) en ze staan zelden in het meervoud.
Is het 'de spinnenweb' of 'het spinnenweb'?
Het is 'het spinnenweb', want spinnenweb is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat spinnenweb'.
Ruggespraak is geen samenstelling van rug en spraak. Het is een zogenoemde 'versteende samenstelling' en versteende samenstellingen krijgen in de officiële spelling geen tussen-n.
iemand na-apen (=iemand na doen.) doen wat iemand anders doet.
koosnaam voor partner, lief kind
`Mijn schattebout bracht me ontbijt op bed. ` Bron: WikiWoordenboek. 1) Beminde 2) Duifje 3) Koosnaam 4) Koosnaampje 5) Lief kind 6) Liefje 7) Liefste 8) Lieve 9) Lieveling 10) Lieverd 11) Poepje 12) Schat 13) Schatje 14) Scheetje 15) Snoe...
In kosteloos mag officieel geen tussen-n staan, omdat het een afleiding is met het achtervoegsel -loos. Het is officieel ook punteloos, waardeloos, wolkeloos, krachteloos en zelfs ideeëloos.
huilebalk, apetrots | Schrijfwijzer.nl.
2. als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op '-s' heeft: asperge, asperges → aspergesoep.