Het is goed als je HbA1c onder de 53 mmol/mol is.
Een goed HbA1c-gehalte voor mensen met diabetes is lager dan 53 mmol/mol (7%). Dat wil zeggen dat de bloedsuikers gemiddeld tussen de 6 en 9 mmol/l waren. Let op: er zijn verschillende manieren om de HbA1c waarde weer te geven. Een HbA1c waarde van 53 mmol/mol (7%) is heel wat anders dan 7 mmol/l die je zelf meet.
tussen 6,1 en 7 mmol/l: je hebt waarschijnlijk beginnende diabetes. boven de 7 mmol/l: je hebt waarschijnlijk diabetes.
Een laag HbA1c is overigens een teken dat iemand goed is ingesteld. De verhoogde kans op hypo unawareness kan echter een vervelende bijkomstigheid zijn. Ook blijkt dat de lengte van de ziekteduur een rol speelt. Hoe langer iemand diabetes heeft, des te groter is de kans op het ontstaan van hypo unawareness.
Een HbA1c-niveau van 5% of lager geeft aan dat uw gemiddelde bloedsuikerspiegel over de afgelopen drie maanden slechts rond de 97 mg/dL ligt . Dus als uw HbA1c-test een niveau lager dan 5% aangeeft, kan dat een indicatie zijn dat u te veel episodes van een lage bloedsuikerspiegel hebt.
Bij mensen zonder diabetes is het HbA1c 20-42 millimol per mol.Dat is de normaalwaarde uitgedrukt in millimol per mol sinds 2010. De bloedglucose wordt uitgedrukt in mmol/l, en het HbA1c in mmol/mol.
We streven doorgaans naar glucosewaarden tussen 4 en 9 mmol/l. Af en toe iets hogere of lagere waarden zijn daarbij onvermijdelijk en meestal zonder klachten. Bij een bloedglucose onder 4,0 mmol/l spreekt men van hypoglycemie, of kortweg een hypo, al ontstaan klachten meestal pas bij lagere waarden.
Het hemoglobine zit in de rode bloedcellen. Rode bloedcellen leven ongeveer 120 dagen. Daarna breekt je lichaam ze af, maar er worden ook steeds nieuwe bloedcellen aangemaakt. Omdat rode bloedcellen ongeveer 120 dagen leven, zegt het HbA1c iets over de gemiddelde bloedglucosewaarde van de afgelopen 2 tot 3 maanden.
Bij nuchter prikken wijst een suikerwaarde onder 6,1 mmol/l op geen diabetes, een suikerwaarde tussen 6,1 en 6,9 mmol/l op beginnende diabetes, en een suikerwaarde boven 6,9 mmol/l op diabetes in een later stadium. Ook niet-nuchter (tot 2 uur na een maaltijd) prikken is mogelijk.
Met een gezond dieet en voldoende lichaamsbeweging kunt u uw bloedsuikerspiegel op de lange termijn echter weer verlagen en dit risico verkleinen. Als uw waarde groter is dan of gelijk is aan 6,5 procent, gaan artsen ervan uit dat u diabetes heeft.
Op een niet nuchtere maag gelden waarden tussen 7,8 en 11 mmol/l als verhoogde waarden. Komt uw bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l, dan hebt u te hoge bloedsuiker en is er sprake van diabetes. Daarbij is het noodzakelijk dat u medicatie krijgt.
Gewone tablet: als monotherapie of in combinatie met andere orale bloedglucoseverlagende middelen: Begindosering 500 mg of 850 mg 2–3×/dag tijdens of na de maaltijden. Na 10–15 dagen op basis van de bloedglucosespiegel de dosering aanpassen tot maximaal 3000 mg/dag, verdeeld over 3 doses.
Glucosewaarden ouderen mogen tussen de 6 en 15 mmol/l zijn.
Drie- of zesmaandelijks wordt het HbA1c bepaald, afhankelijk van de glykemische instelling van de individuele patiënt (NHG; Nederlands Huisartsen Genootschap).
Veel diabetici kunnen zelf thuis via een vingerprik een glucosebepaling uitvoeren. Voor de HbA1c bepaling moet echter meestal een buisje bloed uit de arm afgenomen worden. Het laboratorium heeft setjes waarmee thuis bloed afgenomen kan worden via een vingerprik.
Voor de meeste volwassenen met diabetes type 2 is een goede HbA1c-waarde 53 mmol/mol of lager. Voor oudere en kwetsbare mensen is de streefwaarde soms hoger. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat de behandeling te moeilijk wordt. De HbA1c-streefwaarde is dan soms 54-64 of 69 mmol/mol.
Advies. Bij een bloedsuikerwaarde tussen 15 en 20 mmol en geen bijspuitschema; laat de cliënt veel water laten drinken en zo mogelijk bewegen. Doe na 1 uur opnieuw een bloedsuikercontrole. Is de bloedsuikerwaarde dan nog >15 mmol overleg met de arts.
Behandeling van ouderen met diabetes is vaak complex. Bovendien is deze groep erg divers (vitale en kwetsbare ouderen). Het is belangrijk naar de totale situatie van de patiënt van te kijken. Een HbA1c onder de 64 mmol/mol is de streefwaarde voor ouderen.
Je spreekt van een hypo: • Als je bloedsuiker lager of gelijk is aan ≤ 3.5 mmol/l + bijbehorende hypoklachten. Als je geen klachten hebt en je bloedsuiker lager of gelijk is aan ≤ 3 mmol/l. Als je bloedglucosewaarde te laag is, dan kun je last hebben van diverse klachten, die bij iedereen verschillend kunnen zijn.
Nuchtere bloedsuikerwaarden worden gemeten na minstens 8 uur vasten en liggen normaal tussen 4.0 en 6.0 mmol/L. Bloedsuikerwaarden 2 uur na het eten geven aan hoe efficiënt je lichaam de suiker uit je maaltijd heeft verwerkt; minder dan 7.8 mmol/L wordt als normaal gezien.
Is de HbA1c hetzelfde als een bloedglucosewaarde? Neen, een HbA1c waarde is iets anders dan een glucosewaarde, die u na de vingerprik met uw glucosemeter kunt meten. Het verschil zit hem in het feit dat een glucosewaarde slechts een momentopname is.
Een goede bloedsuiker voor 's ochtends als u nog niet gegeten of gedronken heeft is: tussen 4,5 en 8. Dit heet de nuchtere bloedsuiker. Na het eten gaat uw bloedsuiker omhoog. Een goede bloedsuiker voor 2 uur na het eten is: lager dan 9.
De nieuwe HbA1c-waarde is in mmol/mol.
Voor volwassenen is de streefwaarde 53 mmol/mol. Voor kinderen geldt 58 mmol/mol als streefwaarde. Voor mensen ouder dan 70 jaar, is de streefwaarde nog iets hoger: 62 mmol/mol.