Bij een ritmestoornis klopt het hart te langzaam, te snel of onregelmatig. Dit vraagt extra inspanning van het hart. Bij langdurige ritmestoornissen, bijvoorbeeld boezemfibrilleren, kan dit leiden tot hartfalen. Als de hartspier te weinig bloed krijgt, dan kan deze minder goed samentrekken.
Bij ritmestoornissen klopt het hart te snel, te langzaam of onregelmatig. Dit vraagt meer inspanning van het hart. Bij langdurige ritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren, kan dit leiden tot hartfalen.
Vaststellen hartfalen
Je vertelt je arts wat voor klachten je hebt. Bij ongewone vermoeidheid, kortademigheid of vochtophoping kan de arts aan hartfalen denken. De arts controleert je bloeddruk, hartritme en gewicht. Ook luistert hij naar je longen en het hart.
geregeld een hartslag van meer dan 120 slagen per minuut in rust. geregeld een hartslag van minder dan 45 slagen per minuut. onregelmatige hartslag. hartkloppingen.
Flauwvallen door een hartritmestoornis treedt eerder op tijdens het sporten en wordt vaak voorafgegaan door hartkloppingen of pijn op de borst. Bij hartkloppingen kun je het gevoel hebben dat je hart op hol slaat, dat het uit je borstkas zal springen. Je kunt ook het gevoel hebben dat je hart 'overslaat'.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
Het maakt voor uw levensverwachting niet uit of uw hartritme vooral door het normale sinusritme of door boezemfibrilleren wordt bepaald. De bovengenoemde behandelingen hebben als doel uw kwaliteit van leven te verbeteren, door uw hartklachten te verminderen.
De klachten die voorkomen bij een hartritmestoornis zijn: hartkloppingen en -overslagen. een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, (bijna) flauwvallen. kortademigheid.
In de jaren 60 werd het mogelijk om het hartritme te herstellen door cardioversie. Dit is een behandeling om tijdelijk van de ritmestoornis af te komen. Sinds de jaren 80 is ablatie mogelijk. Deze behandeling helpt veel hartpatiënten blijvend van hun ritmestoornis af.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Hartfalen treedt op wanneer het hart niet voldoende bloed door het lichaam kan pompen. Als gevolg daarvan hoopt zich vocht op in de benen, longen en andere weefsels in het lichaam.
Hartfalen is niet te genezen. De meeste mensen met hartfalen krijgen langzaam steeds meer klachten. De klachten kunnen ook een lange tijd hetzelfde blijven. Soms kunnen de klachten een tijd veel erger worden en dan weer minder.
De meest voorkomende oorzaken van hartfalen zijn: hartinfarct; Na een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. Dit deel doet niet meer mee met pompen.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt het hart van iemand met hartfalen weer krachtig als vanouds. Daarvoor moet de oorzaak herstelbaar zijn. De meeste mensen met hartfalen blijven de rest van hun leven onder medische behandeling.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
Door verlittekening of overmatige stolling in de hartboezems kunnen aanvallen en risico op beroerte toenemen. Daarom is het van groot belang bloedverdunners te gebruiken om de stolling in het bloed tegen te gaan.
Atriumfibrilleren gaat in meer dan de helft van de gevallen vanzelf over, vaak binnen twee dagen. Bij een derde van de mensen duurt atriumfibrilleren langer dan twee dagen of komt het steeds terug. Het bloed in het hart kan daardoor wat trager gaan stromen. Er is dan een kleine kans dat er bloedstolsels ontstaan.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Gebruik van bepaalde stoffen zoals tabak, alcohol en drugs. Soms is er iets mis met de vorming van de elektrische prikkels of de geleiding van die prikkels, maar kan er geen directe oorzaak van de hartritmestoornis worden vastgesteld. Boezemfibrilleren hangt sterk samen met ouderdom.
Sommige mensen voelen hartkloppingen in hun borst, anderen voelen ze in de keel of hals. Hartkloppingen kunnen een onaangenaam gevoel geven. Maar het hart kan ook snel of onregelmatig kloppen zonder dat je het merkt. Wanneer het voelt alsof je hart soms een slag overslaat noem je dit hartoverslagen.
Bij extreme spanning die een goede prestatie in de weg staat, kan de arts een medicijn als propranolol voorschrijven. Propranolol zorgt ervoor dat uw hartslag wat minder snel gaat en dat u minder trilt. Het werkt na ongeveer een uur. De werking houdt zes tot acht uur aan.