Gebruik je een woord als familie als enkelvoud of meervoud? Woorden als politie, jeugd, vee en familie zijn verzamelnamen. Je gebruikt ze om een groep mee aan te duiden. De betekenis is dus meervoudig, maar het woord zelf vatten we in het Nederlands op als enkelvoud: de persoonsvorm staat dus ook in het enkelvoud.
FAQ – Enkelvoud en meervoud
Om te bepalen of je kind enkelvoud of meervoud schrijft, kijkt hij naar het onderwerp van een zin. Als het om één iets of iemand draait, is het enkelvoud. Wanneer het om meerdere personen, dingen of zaken gaat, schrijft je kind meervoud.
Meervoud van familie is families.
Zelfstandig naamwoord
▸ 'Ik ben op weg naar een huisje op een vakantiepark in Venlo, een weekendje weg met ons gezin, mijn ouders en mijn zus.
Lijst van zelfstandige naamwoorden
Personen: man, vrouw, opa, oma, vader, moeder.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden als huis, boom, vrouw, hout, liefde en vakantie. Vaak staat er de, het of een voor. Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een 'zelfstandigheid' aanduiden. Dat kunnen concrete zaken zijn, zoals mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, brug, hout).
Het woord familie komt van het Latijnse familia en dit is op zijn beurt een leenwoord uit het Etruskisch. Elk individu is verwant aan talloze andere individuen, maar lang niet al deze relaties worden ook sociaal of cultureel erkend.
„Een woordfamilie”, legt Telling uit, „dat zijn alle woorden die gemaakt worden met dezelfde stam, bijvoorbeeld met 'werk': 'werkster', 'werkstuk', 'werkloos', enzovoort.
Bestaat het onderwerp uit een woordgroep, dan komt de persoonsvorm overeen met de kern van de woordgroep, dat wil zeggen met het belangrijkste woord daarvan. In de zin uit de vraag (zin 1a) is maand de kern van het onderwerp. Dit is een enkelvoudig zelfstandig naamwoord, en daar past het enkelvoudige is bij.
Voorbeelden: `De eerste persoon enkelvoud van het werkwoord 'zijn' is 'ik ben'. `, `Het enkelvoud van 'kinderen' is 'kind'.
'iedereen' gebruik je voor personen. Het betekent 'alle mensen'. Wanneer je 'iedereen' gebruikt als subject, staat je persoonsvorm in het enkelvoud. Alle studenten zijn geslaagd voor het examen.
Zoals: familie. 'Wij zijn familie!
In 'Dat zijn mijn boeken', 'Het zijn mijn boeken' en 'Dit zijn mijn boeken' is het meervoud zijn dus juist omdat dat/het/dit het onderwerp is en omdat het naamwoordelijk deel mijn boeken een meervoud is. Meer voorbeelden met deze constructie: Ken je Soumaya en Chantal? Dat zijn slimme meiden.
Als doelgroep onderwerp is, kies je voor het enkelvoud. De doelgroep is jongeren. Als jongeren onderwerp is, kies je uiteraard voor het meervoud. De doelgroep zijn jongeren.
familie (zn) : bloedverwanten, geslacht, maagschap, parentage, sibbe, verwanten, verwantschap. familie (zn) : gezin, huis, huisgezin, huishouden, huishouding.
Familie is een vereeniging van personen, die door huwelijk of bloed-verwantschap verbonden zijn door welken band voor de leden onderlinge rechten en verplichtingen ontstaan. De familie neemt in het rechtsstelsel een zeer eigenaardige plaats in.
Familie is een groep mensen die met elkaar verbonden zijn, zoals opa's, ouders, oma's, tantes, ooms, neven nichten en broers en zussen. Als er geen sprake is van scheidingen, en de kinderen en kleinkinderen zijn biologische nakomelingen, dan is er sprake van een bloedlijn.
Ontleend aan Portugees banano 'bananenboom', banana 'bananenvrucht' < banam, een woord uit het Sousso in Guinea, een Niger-Congo-taal. Men neemt algemeen aan dat de klankovereenkomst met Arabisch banān, banana 'vingers, vinger' toevallig is.
Leenwoorden zijn woorden die wij overnemen uit andere talen. In onze taal hebben wij leenwoorden uit bijvoorbeeld het Grieks, het Latijn, het Duits, het Frans en het Engels. Denk maar eens aan woorden zoals mysterie (Grieks), audio (Latijn), hamburger (Duits), cadeau (Frans) en computer (Engels).
Lidwoordenð¥
Lidwoorden zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. In de Nederlandse taal zijn er drie lidwoorden: 'De', 'het' en 'een'. 'De' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden en 'een' is het onbepaald lidwoord.
Alles en iedereen zijn onafhankelijke voornaamwoorden: ze staan nooit voor een zelfstandig naamwoord.