Nederland produceert drie keer meer voedsel dan we kunnen opeten: 'Er is dus méér dan genoeg' Nederland heeft een luxepositie als er een tekort aan groente en fruit ontstaat in Europa. Dat stelt directeur Marc Jansen van de brancheorganisatie Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL).
Van de 1,82 miljoen hectare wordt de opbrengst van slechts 800.000 hectare daadwerkelijk door de Nederlander geconsumeerd en 600.000 is bestemd voor grasland en veevoer. Voor onze consumptie hebben we 2,57 miljoen hectare in het buitenland nodig, waarvan 1,25 miljoen voor grasland of veevoer.
"In Nederland kan tarwe groeien, maar de bakwaliteit is niet goed genoeg om er brood of pasta van te maken", zegt Rabbinge. "Dat graan moet echt uit Frankrijk, Italië of Spanje komen." Het tarwe zou wel gebruikt kunnen worden voor de kippen en als extra voeding voor de paar koeien die in de wei staan.
Meeste 'Nederlandse' landbouwgrond ligt in het buitenland
Het PBL rekende in 2019 uit dat per Nederlander 1.800 vierkante meter land nodig is om genoeg voedsel te verbouwen. Dat komt volgens het Compendium voor de Leefomgeving (CLO) neer op ongeveer drie keer het landoppervlak van Nederland.
De belangrijkste akkerbouwgewassen in Nederland zijn granen, aardappelen, suikerbieten en groenten. Van deze laatste groep hebben de uien het grootste aandeel. De meeste uien worden geteeld in het zuidwestelijk kleigebied en de IJsselmeerpolders en N-Holland.
Maar ook met een veranderd voedselpatroon is ons land nog steeds niet zelfvoorzienend. Hoewel Nederland twee keer zoveel grond nodig heeft, is de landgebruikvoetafdruk lager dan de 0,65 hectare van de mondiale consument. Bovendien wordt de voetafdruk elk jaar een stukje kleiner.
De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2021 zijn sierteeltproducten (12,0 miljard euro), vlees (9,1 miljard euro), zuivel en eieren (8,7 miljard euro), groente (7,2 miljard euro) en fruit (7,0 miljard euro).
De EU is in grote lijnen zelfvoorzienend voor de meeste primaire landbouwproducten. Ze is ook de grootste exporteur van agrovoedingsproducten, waaronder verwerkte levensmiddelen (EC, 2016a).
Hij werkt als hoofddocent Voedsels- en Landbouwbeleid aan Wageningen University. "We hoeven niet bang te zijn dat we op korte termijn zonder voedsel komen te zitten. Pas als alle boeren van het één op het andere moment zouden stoppen, hebben we een probleem. Maar daar is geen sprake van."
De groothandel en de industrie zijn de belangrijkste bedrijfstakken voor zowel de invoer als de uitvoer van goederen in 2019. Binnen de industrie zijn het de voedingsmiddelenindustrie, de chemische industrie en de machine-industrie die de meeste goederen exporteren.
"Inmiddels is de Nederlandse tarwe minstens zo goed of misschien zelfs beter dan tarwe die we uit andere landen halen." In Nederland zijn nog een aantal soortgelijke kleinschalige experimenten, maar niet genoeg om de volledige vraag naar tarwe te kunnen dekken.
Door de stijgende graanprijzen als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zijn die gewassen plotseling interessanter geworden. Dat het Hollandse graan wat minder lekker is, maakt nu wat minder uit.
Van de totale oppervlakte van Nederland is 54 procent (2,2 miljoen hectare) in gebruik als landbouwterrein, en 13 procent (0,5 miljoen hectare) als bebouwingnoot1 en verkeersterrein. Bebouwd terrein bestaat voornamelijk uit woon- en bedrijventerreinen.
De belangrijkste bestemmingen van de Nederlandse vleesexport zijn Duitsland (vooral kalfs- en rundvlees), Verenigd Koninkrijk (vooral pluimveevlees) en China (voor het overgrote deel varkensvlees).
Maar hoeveel voedsel halen we eigenlijk van over de grens? Nieuws en Co zocht het uit. Van alles wat de Nederlandse boeren produceren is ongeveer 75% voor de export, zegt Hanneke Muilwijk van het Planbureau voor de Leefomgeving. Tenminste, als je kijkt naar de opbrengst in euro's.
Uit onderzoek blijkt dat landen als Nieuw Zeeland, IJsland, het Verenigd Koninkrijk, Tasmanië of Ierland zich daar het best voor lenen. En zoals je vast ziet hebben ze iets met elkaar gemeen: het zijn eilanden. Een apocalyps, crisis, instorting, je kunt het verschillende namen geven.
Hoe gaan we de toekomstige wereldbevolking voeden zonder onze planeet volledig uit te putten? In dit bijzondere boek geven tachtig Wageningse topwetenschappers een uniek inkijkje in hun grensverleggende onderzoek naar het voedselvraagstuk. Hoe maken we onze landbouw duurzamer? Wat ligt er in de toekomst op ons bord?
De fysieke omstandigheden van Nederland waren natuurlijk gunstig voor landbouw: de vruchtbare grond, het klimaat, de verbindingen over water. Het exportmodel dat we nu hebben dateert al van duizend jaar geleden.”
Er worden veel luchtvaartproducten, motorvoertuigen, elektrische apparaten, grote machines, chemische producten en minerale brandstoffen geïmporteerd vanuit het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast worden ook veel kantoorartikelen, geneesmiddelen en andere medicinale en farmaceutische producten naar Nederland geïmporteerd.
China is de grootste vleesproducent ter wereld met een productie van 88.156.383 ton per jaar. Verenigde Staten van Amerika komt op de tweede plaats met 46.832.946 ton jaarlijkse productie. Met 29.341.250 ton productie per jaar is Brazilië de derde grootste vleesproducent.
Vooral uit Brazilië haalt Nederland veel meer vlees dan dat het daarnaartoe exporteert. Ook de vleesimport uit Thailand, België, Argentinië en Polen overtreft de export van vlees. Uit Thailand komt vooral kippenvlees.
Nederland gaat niet zelfstandig in z'n eigen energie kunnen voorzien in de toekomst als het gaat om hernieuwbaar. Maar dat konden we nu ook al niet: olie halen we ook elders vandaan. Gas ook, uiteindelijk zullen we ook net als de afgelopen decennia energie moeten importeren.
Qua omvang is de import van goederen veel groter dan de import van diensten. In 2018 werd 442 miljard aan goederen geïmporteerd en 195 miljard aan diensten. Bijna 70 procent van de totale import is daarmee import van goederen terwijl de import van diensten zo'n 30 procent van het totaal is.