Er wordt vaak gesteld dat Boeddha, hoewel hij vlees eten niet verbood, wel sterke aanbevelingen gaf in die richting. Hij adviseerde om enkel vlees te eten als het dier niet voor consumptie gedood was. Het boeddhistisch vegetarisme is veganistisch: het maakt geen gebruik van dierlijke producten.
Vandaag de dag verschilt het voor monniken per boeddhistische stroming of er wel of geen vlees gegeten wordt. In het Theravāda-boeddhisme, waar de monniken zelf geen voedsel verbouwen en waar de Vinaya (de gedragsregels voor monniken) nog heel traditioneel zijn eten de monniken in het algemeen nog wel vlees.
Zo staat bij Boeddhisten het mediteren centraal. Belangrijk hierbij is dat het lichaam in een zo rustig mogelijke uitgangspositie verkeerd. Een aantal voedingstoffen, waaronder vlees, sterke kruiden, suikers en alcohol hebben volgens deze gedachtegang op een lichaam een ongewenst effect.
Ui en knoflook werken lustopwekkend
In de boeddhistische tempels wordt er gekookt zonder ui en knoflook. Daehan Sunim vertelt: 'Volgens de boeddhistische geschriften word je van deze rauwe ingrediënten boos, en als je ze eet ga je op zoek naar het tegenovergestelde geslacht.
Geen pakjes en zakjes, groenten van de seizoenen, zoveel mogelijk natuurlijke producten en gezond eten. De boeddhistische keuken ziet er niet veel anders uit dan de vegetarische of zelfs die van de veganisten. Interessant is verder de discussie of boeddhisten dieren en dierlijke producten mogen eten.
Boeddhisten zijn vegetarier. Het doden en eten van vlees is in strijd met de eerste leefregel. Ook past het eten van vlees niet in het concept van Karuna.
Onder Boeddhisten zijn veel vegetariërs. Het Boeddhisme vertelt dat alle wezens gelijk zijn, dus kan een mens niet bepalen wat er met een dier moet gebeuren. Ze mogen niemand pijn doen en kunnen daarom ook geen dieren slachten om op te eten.
De meeste monniken onthouden zich van eten en drinken na het middaguur. Monniken vasten twee keer per maand: bij volle en nieuwe maan. Hun voorbeeld kan op vrijwillige basis gevolgd worden.
Veel mensen in het westen vinden de dood eng, en daarom ligt er nogal een taboe op. Je gaat niet op een gezellig feestje praten over hoe jij denkt te eindigen – uitzonderingen daar gelaten, natuurlijk. De reden dat boeddhisten minder bang zijn voor de dood, is omdat zij het heel anders zien.
In het boeddhisme vormt het vasten (geen vast voedsel tussen 12 uur 's middags en de volgende morgen 6 uur, afzien van slapen in een goed bed en aalmoezen geven) een wezenlijk element van de reiniging die tot de verlichting moet voeren. In de islam wordt manifest en massaal de ramadan onderhouden, ook in den vreemde.
Boeddhisten vereren beelden, doen donaties, bidden tot allerlei hogere wezens en ze mediteren. Dat doen ze onder meer in tempels, waar ze ook offeren door bloemen of voedsel neer te leggen of wierook en kaarsjes te branden.
Ook het hindoeïsme kent verschillende richtingen. Hindoes eten nooit rundvlees en meestal geen varkensvlees, maar in sommige gezinnen komt wel kip en eend op tafel. De priesters, de pandits, zijn wel strikt vegetarisch.
Een refter of refectorium is de eetzaal in collectieve voorzieningen zoals internaten, kazernes, abdijen of kloosters. Het woord refter is afkomstig van het Latijnse woord reficere dat herstellen betekent, in deze ruimte kon men dus door het eten lichamelijk herstellen.
Het boeddhisme is niet echt een 'godsdienst', omdat boeddhisten niet in een god geloven. Maar het is wel een geloof. En er zijn ook boeddhistische feestdagen: de verjaardag, de sterfdag én de 'verlichting' van Siddharta Gautama, de stichter van het boeddhisme. De meeste mensen noemen hem bij zijn eretitel: Boeddha.
Veel monniken mogen alleen water, karnemelk en de 'streekdrank' drinken. In Zuid-Europa is dat wijn, in onze contreien is dat bier. Trappist is de benaming van een specifieke kloosterorde.
Als ontbijt aten ze pap, pannenkoek, aardappel of brood met reuzel, stroop en af en toe jam. Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen.
Lunchen is onwijs belangrijk. Je hebt al een halve dag verbrand en je moet nog een halve dag vooruit. Tijd voor een gezonde, voedzame lunch dus. Na de lunch moet je nog aardig wat uurtjes vooruit, waardoor jouw lichaam behoefte heeft aan voedingsstoffen.
In religieuze tradities zoals de islam en het jodendom, worden bepaalde diersoorten gecategoriseerd als ritueel onrein, vooral varkens en honden. Deze dieren mag je niet eten, je mag ze zelfs in principe niet kopen of verkopen. “Deze dieren gebruiken is daardoor problematisch voor moslims”, zegt Ghaly.
Er is inmiddels voldoende wetenschappelijk bewijs dat het eten van te veel rood vlees zoals varkensvlees en vooral van bewerkt vlees, het risico op bepaalde soorten kanker (waaronder darmkanker) verhoogt. Het eten van veel rood en bewerkt vlees verhoogt eveneens het risico op diabetes type 2 en op beroerte.
Sommige Hindoes zijn vegetariër of veganist. Anderen kiezen ervoor om op 1 dag in de week en op Hindoe feestdagen geen vlees of vis te eten. En rundvlees eten Hindoes helemaal niet.
In het boeddhisme draait het om zelfinzicht, dat je jezelf goed leert kennen en dat je jezelf ook leert onder controle te houden. Een manier om je daarin te trainen is meditatie. Je zit in een kleermakerszit met je ogen dicht en probeer aan niets te denken. De Dalai Lama is voor ons net zo belangrijk als Boeddha.
Boeddhisten geloven dat men bevrijd kan worden uit de cirkel van wedergeboortes door het volgen van de door de Boeddha onderwezen middenweg. De belangrijkste aspecten van deze middenweg zijn het uitbannen van alle materiële verlangens, het zich ethisch gedragen, en het ontwikkelen van de geest.