In een zin kun je de plaats vaak vervangen door het bijwoord er, dat de betekenis daar of hier krijgt. Voorbeelden: Ik ben net aangekomen op het centraal station. ➜ Ik ben er net aangekomen.
Gebruik van er
Dit kan zijn als verwijswoord of als onderwerp. Eigenlijk betekent 'er' hetzelfde als 'daar'. Het is eigenlijk een verzwakte vorm van dit woord. Wanneer 'er' als plaatsaanduiding wordt gebruikt, verwijst het naar een plaats waarvan je weet over welke plaats het gaat.
Net als een bijwoord zegt ook een zelfstandig naamwoord iets over een ander woord. Het belangrijkste verschil tussen deze twee woordsoorten is dat een bijvoeglijk naamwoord alleen iets over een zelfstandig naamwoord zegt. Een bijwoord zegt juist iets over een werkwoord, ander bijwoord of bijvoeglijk naamwoord.
Een bijwoord zegt nooit iets over een zelfstandig naamwoord, dan is het namelijk een bijvoeglijk naamwoord. Een voorbeeld van een zin met een bijwoord is: 'Ik heb heel lekker gegeten'. In deze zin is 'heel' het bijwoord.
Wel functioneert als bijwoord ter bevestiging. Ook in deze betekenis wordt dan wel als twee woorden geschreven.
Mooi is bijwoord bij het bn rode. Ik heb een mooie rode auto. Mooie zegt nu wél iets over het zn auto en is dus bijvoeglijk naamwoord.
Niet is een bijwoord van ontkenning dat de inhoud van een zin ontkent of bijvoorbeeld een werkwoord, deelwoord, bijvoeglijk naamwoord of bijwoord dat erop volgt: niet doen, niet gezegd, niet lopend, niet verlegen, niet erg, niet bijzonder slim enzovoort.
Bijwoord. Hij had bijna genoeg geld om die auto te kopen. Bijna voldoende betekent meestal helemaal gezakt.
Het bijwoord nog wordt onder andere gebruikt om (samen met andere woorden) een aspect van tijd, herhaling, hoeveelheid of versterking uit te drukken. Ik wil wel, maar nu nog niet. Hij wil nog eens. Ik heb nog vijf tanden.
Het glad endoplasmatisch reticulum (ER) heeft een glad membraan en dient (vooral) om stoffen vanuit het ruw ER te vervoeren naar het golgi-apparaat. Het glad ER is belangrijk voor de stofwisselingsprocessen en bij de opslag van calcium in de cel.
bijwoord heeft dezelfde vorm als bijvoeglijk naamwoord
Het kan ook voorkomen dat een bijwoord dezelfde vorm heeft als het bijvoeglijk naamwoord. Dit is onder andere het geval bij woorden in de vergelijkende trap, zoals groter, beter, verderen de overtreffende trap, zoals grootst, meest, snelst, enz.
De woorden plots en plotseling kunnen in de standaardtaal allebei als bijwoord en als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden.
Bijwoord. Hij heeft dat dure jacht tijdig verkocht, daar is hij mooi vanaf.
Tantum ('slechts', 'alleen') is een bijwoord, en dat onttrekt zich aan verbuiging.
Bijwoord. Als je het te snel doet, lukt het niet.
Het verschil met een 'voegwoord' is dat een voegwoord altijd alleen tussen de zinnen in kan staan (of soms ook vooraan de zin), het voegwoordelijke bijwoord kan op meerdere plekken staan.
Synoniemen voor het bijvoeglijk naamwoord dagdagelijks zijn bijvoorbeeld dagelijks, alledaags en gewoon. Synoniemen voor het bijwoord dagdagelijks zijn bijvoorbeeld dagelijks, elke dag en dag in, dag uit.
In een aantal zinnen kan zowel hetzelfde (als bijwoord) als dezelfde (als aanwijzend voornaamwoord) gebruikt worden. Dat is het geval als dezelfde in de zin kan verwijzen naar een de-woord of een meervoudsvorm, en als hetzelfde ook mogelijk is in de betekenis 'gelijk, gelijksoortig', 'ongewijzigd' of 'eender'.
Prachtig is hier een bijwoord: het zegt iets over zonnig. Een prachtige zonnige dag is een zonnige dag die prachtig is: de dag kan om allerlei redenen prachtig zijn. Hier zijn prachtige en zonnige allebei een bijvoeglijk naamwoord bij dag.
Er zijn drie lidwoorden: de, het en een. Een is het onbepaald lidwoord: het duidt iets aan wat nog niet nader bekend is op het ogenblik dat er het eerst over wordt gesproken.
Bijwoord. ▸ Hier ging ik vanavond slapen, helemaal in mijn eentje.
Sommige bijwoorden, vooral die van oorsprong bijvoeglijke naamwoorden zijn, kunnen trappen van vergelijking vormen, bijvoorbeeld ik lees vlug, jij vlugger, hij het vlugst. Vaak, vaker, vaakst.