Vleermuizen zijn niet blind, zoals nogal eens wordt gedacht. Sterker nog, studies wijzen uit dat vleermuizen veelvuldig gebruik maken van hun gezichtsvermogen bij het uitvliegen, tijdens navigatie en oriëntatie en, in mindere mate, bij het foerageren.
Vleermuizen zijn niet blind, maar gebruiken om te 'zien' toch vaker hun oren dan hun ogen. Om zich te oriënteren zendt een vleermuis een signaal uit dat weerkaatst op voorwerpen in de omgeving.
Hun ogen hebben t.o.v. mensen, relatief veel staafjes (zwart-wit gevoelig en hogere lichtgevoeligheid) en weinig kegeltjes (kleurgevoelig en relatief lagere gevoeligheid). Een hoge lichtgevoeligheid is voor vleermuizen belangrijker dan kleuren zien. Net als bij mensenogen moeten vleermuisogen wennen aan het donker.
Hiervoor leggen de meeste vleer- muizen zo'n dertig tot honderd kilometer af. Een enkele soort vliegt wel meer dan vijfhonderd kilometer of zelfs meer dan duizend kilometer. slaap. Af en toe wordt een vleermuis wakker om te drinken of om zelfs buiten op de schaarse winterin- secten te jagen.
Elke vleermuis maakt een ander geluid. Mensen tot een jaar of 30 kunnen de echo van sommige vleermuizen horen. De rosse vleermuis zou je bijvoorbeeld kunnen horen, die maakt een vrij laag geluid.
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Vleermuizen bijten niet tenzij ze zich bedreigd voelen bijvoorbeeld wanneer mensen hem proberen op te pakken. Vleermuizen veroorzaken veel overlast. Deze dieren maken nauwelijks geluid en hebben een zeer droge ontlasting waardoor ze niet stinken.
“Zij kunnen niet, zoals vogels, rennend opstijgen. Door aan de voeten te hangen, de vleugels te spreiden en zich te laten vallen, krijgen ze wel genoeg lift om te vliegen. En op zijn kop aan het plafond hangend houden ze met zicht en hun echolocatie een goed beeld van wat er onder ze gebeurd.”
In de winter zijn er te weinig insecten om te eten daarom houden de vleermuizen een winterslaap. Een winterslaap van een vleermuis duurt ongeveer 4 maanden. Ze gaan vaak in de winterslaap als de buitentemperatuur vaak onder de 10 graden Celsius komt. Meestal slapen ze in een spleet tussen de muren.
Vleermuizen mijden daglicht en jagen daarom 's nachts op insecten. Ze hebben daarbij weinig concurrentie van andere diersoorten, en de duisternis zorgt ervoor dat roofdieren hen niet zien. Tenminste, als kunstlicht het donker niet verstoort.
De jongen worden kaal geboren en direct door hun moeder schoongelikt. Al snel gaat het jong op zoek naar de tepel en begint het te drinken. Op de website van Stichting De Laatvlieger is in fimpjes te zien hoe vleermuismoeders voor hun jong zorgen.
Sommige soorten, zoals de watervleermuis, vliegen pas uit bij een lichtintensiteit van minder dan 1 lux, terwijl de gewone dwergvleermuis dit al doet bij rond 14 lux (Fure 2006). Vleermuizen zetten daarnaast het gezichtsvermogen in als echolocatie niet meer (goed) werkt, d.w.z. voor waarneming over grotere afstanden.
Ze hebben wel vlijmscherpe snijtandjes waarmee ze een sneetje maken in de huid van hun prooi. Via een gleufje in hun onderlip likken ze het bloed op. Verder zijn er ook vleermuizen die leven van vis, kleine gewervelde dieren zoals muizen of andere vleermuizen tot zelfs vogels.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
Besmetting met het rabiësvirus kan optreden na contact met een besmet dier. Met name het speeksel van een besmet dier is gevaarlijk. In Nederland komt besmetting van honden niet voor maar vleermuizen kunnen wel besmet zijn. Als u een zieke of dode vleermuis met blote handen aanraakt, is er een kans dat u besmet wordt.
Vleermuizen gebruiken hun stembanden en oren niet alleen om zich te oriënteren, maar ook om onderling te communiceren. Dat doen ze op allerlei momenten, maar het meest duidelijk en best hoorbaar in de nazomer en herfst.
De vleermuis zal enkele rondjes door de ruimte cirkelen. Dat is zijn manier om met behulp van zijn echolocatie de omgeving te verkennen. Al snel zal hij het open raam ontdekken en hierdoor naar buiten vliegen.
Overdag kom je zelden vleermuizen tegen, ze vliegen en jagen vooral 's nachts. Hun vermogen tot echolocatie en het bezit van vleugels biedt hun de mogelijkheid om 's nachts op insecten te jagen en een unieke ecologische niche te bezetten.
De meeste Nederlanders krijgen al de rillingen van het woord vleermuis. Laat staan dat dit dier in jouw woning voorkomt. Je verwacht mogelijk niet dat jou dit overkomt, maar dit is wel degelijk mogelijk. Indien er een vleermuis in huis zit, zorgt dit in veel gevallen voor overlast.
Eigenlijk hebben ze geen spierkracht nodig om te blijven hangen. Ondersteboven hangen kost ze dan ook geen energie. Door een aan- gepaste bloedsomloop stroomt het bloed niet naar hun hoofd.
Het merendeel van de in Nederland voorkomende vleermuissoorten overwintert in koele, vorstvrije en vochtige ruimten, zoals bunkers, ijskelders, brughoofden, steenfabrieken en (mergel)groeves. Sommige soorten, zoals de gewone dwergvleermuis, overwinteren vooral in gebouwen, bijvoorbeeld in de spouw.
Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn. Daarom gebruiken vleermuizen een sonar om in het donker hun prooi te vinden. Dat is een soort echo van hun eigen geluid.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Zo'n beet doet allereerst pijn. De meeste vleermuizen hebben namelijk scherpe tanden. Bij de beet kun je echter ook besmet raken met het lyssavirus. Dit virus kan rabiës veroorzaken, ook wel hondsdolheid genoemd.