De vergrote aanmaak van dopamine kan ineens zorgen voor een soort schokeffect, die de gebruiker als zeer heftig ervaart. Verslaving is daarmee geen keuze, maar een hersenziekte, hoewel de verslaving vaak start met het begrip 'één keertje proberen'.
Veel mensen denken nog steeds dat het iemands eigen schuld is als hij of zij verslaafd is. En dat diegene geen wilskracht of ruggengraat zou hebben. Maar dit is niet juist. Al jaren is verslaving terecht erkend als een psychische aandoening (een ziekte).
Verslaving is een lichamelijke en/of geestelijke ziekte die met de dag toeneemt. Door de schaamte die jij kan ervaren zal je steeds meer geneigd zijn je te isoleren van je familie, vrienden en omgeving. Het kan erg eng zijn om te erkennen dat je verslaafd bent en hulp daarbij nodig hebt.
Onderzoekers schatten in dat ongeveer de helft van je verslavingsgevoeligheid bepaald wordt door genen die een rol spelen in de dopaminehuishouding en je gevoeligheid voor de verslavende stof. Of je verslaafd raakt, hangt echter af van veel meer factoren dan alleen je erfelijke aanleg.
Bij een verslaving wordt je heel erg in beslag genomen door het middel. Interesse voor andere zaken vermindert, waardoor je ontwikkeling stil kan komen te staan. Depressies kunnen ontstaan of verergeren. Bovendien kan je doordat je steeds in een roes leeft, grip op de werkelijkheid verliezen.
Verslavende stoffen verhogen de afgifte van dopamine in het brein, en dat smaakt naar meer. Maar na verloop van tijd veranderen de verslavende stoffen de vorm van zenuwcellen in het beloningssysteem (nucleus accumbens), en verandert het dopaminesysteem in het dan verslaafd geraakte brein.
Je ervaart een sterk verlangen om te gebruiken. Door gebruik schiet je tekort op het werk, school of thuis. Je blijft gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op sociaal of relationeel vlak. Door gebruik heb je hobby's, sociale activiteiten of werk opgegeven of sterk verminderd.
Iemands persoonlijke eigenschappen of het hebben van persoonlijke problemen kunnen ook van invloed zijn op het verslaafd raken. Bijvoorbeeld: als je negatieve gevoelens sterk ervaart en moeite heeft om daar goed mee om te gaan, dan kan dat een rol spelen bij het ontstaan van verslaving.
Als u verslaafd bent, heeft u een alsmaar terugkerende, onweerstaanbare behoefte aan het middel. Wie heel erg verslaafd is, is een groot deel van de dag bezig met gebruik van het middel of gedachten daaraan. Verslaafden houden hun verslaving vaak geheim. Of ze ontkennen dat ze verslaafd zijn als iemand er naar vraagt.
Bij een verslaving heb je geen controle meer over het gebruik van middelen of over bepaald gedrag. Je wil bijvoorbeeld stoppen met gebruiken, maar dat lukt steeds maar niet. Je kunt verslaafd zijn aan middelen zoals alcohol of drugs, maar bijvoorbeeld ook aan gedrag zoals gokken of gamen.
Psychische en lichamelijke gevolgen middelengebruik
Jongeren lopen meer risico op lichamelijke problemen door middelengebruik, omdat hun lichaam en hersenen nog niet volgroeid zijn. Middelengebruik kan ook leiden tot gedragsproblemen, concentratieproblemen, depressie, angsten en psychoses.
De meeste verslavingsgevoelige mensen zijn helemaal niet verslaafd. Het risico op een verslaving is wel groter. Maar het zegt niet alles. Verslavingsgevoeligheid kan erfelijk bepaald zijn, maar hangt ook samen met je persoonlijkheid en de dingen die je meemaakt.
Ruim de helft van de verslaafden valt (na behandeling) binnen een jaar terug. Naar schatting een kwart tot een derde van degenen die ooit behandeld zijn voor alcohol- of drugsproblemen zal niet genezen. Deze percentages zeggen vooral iets over het chronische karakter van verslaving.
Gewoontes zijn moeilijk te doorbreken. Dat heeft te maken met hoe we als mens – bewust en onbewust – beslissingen nemen. En dus ook hoe we 'beslissen' om te gebruiken of niet. Wie probeert te minderen met drank, drugs, pillen, gokken of gamen merkt wel vaker dat dit niet zo eenvoudig is.
Wie eenmaal verslaafd is blijft levenslang gevoelig voor alcohol, drugs of andere verleidingen. Verslaving is een ziekte, die kan ontstaan door psychische oorzaken, maar die niet verdwijnt wanneer de oorzaak is weggenomen.
Van je verslaving afkomen, betekent niet alleen lichamelijk vrij zijn, maar ook psychisch. Daarvoor is het soms nodig dat je bij verslaving hulp krijgt van een psycholoog. Deze kan een traject uitstippelen waarin je ook geestelijk leert om te gaan met het feit dat je niet meer gebruikt.
Een ander woord voor verslaving is afhankelijkheid, of stoornis in gebruik. Niet iedere verslaving is hetzelfde of even ernstig. Een verslaving verschilt per persoon en per middel.
Ieder mens heeft aandacht en liefde nodig. Maar wanneer je last hebt van een ziekelijke drang naar aandacht en bevestiging, is de kans groot dat je verslaafd bent aan aandacht. Je kunt voor goede begeleiding terecht bij Trubendorffer – Hulp bij verslaving en dubbele diagnose.
Meestal ontstaat een verslaving doordat iemand een middel of een bezigheid al heel prettig vindt. Wanneer iemand verslaafd raakt gebeuren er meerdere dingen tegelijk; het kan zijn dat de omstandigheden van deze persoon zo zijn veranderd dat hij/zij meer behoefte krijgt aan het middel en meer gaat gebruiken.
Een verslaving overheerst vaak alle aspecten van je leven heeft negatieve consequenties in je dagelijkse leven en voor je gezondheid. Wanneer je verslaafd bent ben je namelijk constant bezig met een bepaald middel of gedrag. Je weet dat het slecht voor je is, maar toch kun je er niet mee stoppen.
Hoe lang duurt het en wat helpt? Moeilijk te voorspellen, want iedereen reageert anders. De lichamelijke ontwenning is meestal na 2-3 weken voorbij (ook van alcohol of drugs waar je lichamelijk afhankelijk van wordt). De geestelijke ontwenning duurt echter veel langer en verloopt meestal 'in golven'.