Een triggerfinger is het gevolg van een (steriele) ontstekingsreactie van de buigpees of de peesschede van een vinger. De peesschede is de koker waar de pees doorheen glijdt als de vinger wordt gebogen. Door de ontsteking ontstaat er een verdikking in de pees, waardoor deze niet meer soepel door peesschede kan glijden.
Medicatie / Injectie
De meest gebruikte behandelmethode is een injectie met een combinatie van een verdovende vloeistof en een krachtige ontstekingsremmer (corticosteroïden).. Injectie in de aangedane peesschede geeft na maximaal drie injecties een lange termijn genezing in 60 - 92% van de gevallen.
Behandeling van een triggervinger
Als u veel klachten heeft, kan een prik met een ontstekingsremmer (corticosteroïd) soms helpen. De huisarts spuit het medicijn in de peesschede. De klachten kunnen hierdoor minder worden of verdwijnen. Bij ongeveer 6 van de 10 mensen verdwijnen de klachten na de prik.
Aanvankelijk kan de pees met enige moeite nog wel langs de plaats van irritatie getrokken worden, maar dit is dan meestal erg pijnlijk. Er ontstaat een vicieuze cirkel van ontsteking, zwelling, hokken en opnieuw ontsteken.
De oorzaak van een trigger finger is nog onduidelijk. Mogelijk speelt overbelasting een rol. Verder komt een trigger finger vaker voor bij mensen met reuma en suikerziekte. De buigpezen van de vingers (grijs) glijden niet goed door de peestunnel (rode cirkel).
Na ongeveer 4 tot 6 weken mag u uw hand weer gewoon gebruiken voor alle werkzaamheden. Het kan enige tijd duren voordat het gevoel in uw pols en hand of een eventuele krachtsvermindering hersteld is. Het litteken kan een aantal maanden gevoelig en hard zijn.
Het is belangrijk je pijnlijke spier of spiergroep te koelen en een paar dagen rust te geven. Als het om je arm gaat kun je eventueel een mitella gebruiken. Ook kunnen een stevig verband, een pijnstiller of een massage ervoor zorgen dat je minder pijn hebt.
Na een injectie met corticosteroïden verminderen of verdwijnen uw klachten na enkele weken. Mochten de klachten weer terug komen of niet (geheel) weg zijn kunt u nog 1 extra injectie krijgen. Meestal volgen deze injecties 4 tot 8 weken na de eerste injectie.
Een triggerduim en triggervinger ontstaan wanneer de pees plaatselijk dikker wordt (een knobbel in de pees) of opzwelt. De pees moet zich dan door de peesschede persen. Hierdoor ontstaat een klikgevoel of een klik-op-slot gevoel in de vinger (zie tekening 2).
Via een klein sneetje snijdt de chirurg de peesschede in de lengterichting open. Hierdoor ontstaat weer ruimte voor de verdikte pees. De huid wordt met hechtingen gesloten. De verpleegkundige legt daarna een drukverband aan.
Artrose in uw hand begint met stijfheid en pijn in uw duim, vingers of pols. U merkt dit vooral 's ochtends of bij bewegen na een tijd stilhouden van uw hand. Dit heet ochtendstijfheid en startpijn. Na 10 tot 30 minuten bewegen merkt u dat uw hand minder stijf wordt.
Heel soms kan de triggervinger terugkomen. Ook is er een heel kleine kans op beschadiging van de gevoelszenuw van de geopereerde vinger. Bij elke ingreep aan hand en pols is er een kleine kans op het ontwikkelen van dystrofie.
Wanneer u last krijgt van een triggerfinger in de duim is de vingerspalk ook inzetbaar als duimspalk. De triggerfinger duimspalk is gemakkelijk te dragen en om te doen. Draag de triggerfinger duimspalk niet te vaak, anders krijgen de spieren geen kans om op eigen gang te herstellen.
De arts dient nooit een cortisone-injectie toe bij een gewrichtsontsteking veroorzaakt door een infectie en wanneer de huid op de prikplaats niet gezond is, zoals bij eczeem of huidinfectie of wanneer een prothese aanwezig is. De arts zal zeer terughoudend zijn om cortisone in te spuiten in het heupgewricht.
De plaats waar u de injectie krijgt, wordt eerst ontsmet. U krijgt een prik in het gewricht, rond een geïrriteerde pees of rond een beknelde zenuw. De arts spuit er een kleine hoeveelheid ontstekingsremmer (corticosteroïd) in. U voelt de prik wel, maar het doet meestal weinig pijn.
U kunt een triggerfinger aan een aantal symptomen herkennen. Deze staan hieronder kort beschreven: U heeft moeite met buigen of strekken van de vinger (dit doet pijn en voelt vervelend) Wanneer u uw vinger strekt na het buigen, hoort/voelt u een knak of blijft de vinger stijf.
Hoe lang u een vingerspalk dient te dragen, hangt volledig af van welke klacht u heeft aan uw vinger. Dit kan een malletvinger, triggerfinger of bijvoorbeeld dupuytren zijn. Daarnaast is het ook belangrijk met welke intensiteit u de het vingers dagelijks belast.
Omdat de ziekte van Dupuytren altijd terug komt, is het mogelijk dat u meerdere keren in uw leven behandeld moet worden. De Triggerfinger, ook wel tenosynovitis stenosans of hokkende vinger genoemd, is een aandoening die veel voorkomt.
Bij een skiduim gaat het specifiek om één van die ligamenten, het ulnaire collaterale ligament. Deze gewrichtsband zorgt ervoor dat de duim niet te ver naar achteren buigt. Bij de skiduim is deze gewrichtsband gedeeltelijk gescheurd of verrekt. Het is ook mogelijk dat de band verzwakt is door jarenlange overbelasting.
Te veel cortison in je bloed kan tijdelijk je gevoel en stemming veranderen. Het maakt je energieker, prikkelbaarder, rusteloos, angstig of agressief. 2. Wonden genezen minder goed en minder snel, en de kans op infecties met bacteriën, virussen of schimmels neemt toe.
Het resultaat van de corticosteroïden merkt u binnen 2 weken, soms 3 weken. Een injectie met corticosteroïden wordt gegeven als behandeling om een ontsteking te remmen of de pijn te verminderen. De corticosteroïden werken pas 2 dagen na de injectie. Het effect van de corticosteroïden is binnen 2 weken merkbaar.
Als je de peesontsteking niet snel en correct behandelt, kan het zijn dat de pijn erger wordt en steeds terugkeert. In dat geval spreken we van een chronische peesontsteking. Hoe kan je een peesontsteking nu herkennen? Meestal gaat het gepaard met een warme huid boven je pees, maar ook met pijn en een lichte zwelling.
Een lichte peesontsteking herstelt vaak vanzelf. Dit herstel kan echter lang duren en het is hierbij belangrijk te blijven bewegen. Wel belasten, maar niet overbelasten. Denk dus aan lichte, niet repeterende bewegingen.
Bij een peesontsteking kun je het best even afwachten hoe de pijnklachten zich ontwikkelen. Blijf bewegen, maar voorkom overbelasting. Blijven de klachten bestaan of heb je geen idee hoe de klachten zijn ontstaan? Dan kun je beter de hulp van de fysiotherapeut inschakelen.