Mensen bij wie een vlekje op de long wordt geconstateerd, krijgen minder vaak kanker dan tot nu toe werd aangenomen. Vervolgonderzoek is daarom in maar twintig procent van de gevallen nodig. De grootte en de groei van het vlekje zijn bepalend.
Een vlekje op de longen wijst op een afwijking; deze kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Om te kunnen vaststellen wat de oorzaak is van de afwijking, is verder onderzoek nodig. Deze folder geeft u informatie over de longen en de verschillende onderzoeken.
Bij een vlekje op de long is vaak aanvankelijk niet met zekerheid te zeggen of dit goedaardig of kwaadaardig is. Er zijn dan aanvullende onderzoekingen nodig, zoals een CT scan of een PET scan. Hiermee kun je zien of er beschadiging is opgetreden, en of er uitzaaiingen zijn.
Bij sarcoïdose in de longen raakt het longweefsel langzaam vol met littekens, waardoor de longen na verloop van tijd blijvend beschadigd raken. Op longfoto's ziet deze ernstige vorm eruit als een patroon van streepjes en vlekjes, meestal in het midden van de longen.
Een longtumor of longgezwel kan goedaardig zijn of kwaadaardig. Enkel wanneer het gaat om een kwaadaardig gezwel, spreken we van longkanker. De enige manier om met zekerheid te kunnen zeggen of een longtumor goed- of kwaadaardig is, bestaat erin (een stukje van) de tumor onder de microscoop te bekijken.
Kleincellige longkanker
Deze vorm van longkanker groeit heel snel. Ook verspreiden de kankercellen zich sneller door het lichaam dan niet-kleincellige kankercellen. Daarom is kleincellige longkanker bij de diagnose vaak al uitgezaaid. De Engelse naam voor kleincellig longcarcinoom is small-cell lung carcinoma (SCLC).
Van longkanker zonder uitzaaiingen kunt u genezen. U kunt verschillende behandelingen krijgen: chemotherapie, een operatie en bestraling. Een operatie is mogelijk als: de kanker niet is doorgegroeid buiten de long.
Hoe snel groeit longkanker? De tijdspanne tussen de blootstelling aan kankerverwekkende stoffen en het ontstaan van kankercellen bedraagt vele jaren (soms meer dan 20 jaar).
Met behulp van röntgenstraling worden de longen in plakken in beeld gebracht waarna met de computer een driedimensionaal beeld van de longen verkregen wordt. Zo krijgt de longarts een goed en gedetailleerd beeld van de longen en het verloop van de luchtwegen.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
Bij longfibrose wordt het longweefsel beschadigd door de vorming van bindweefsel (littekens). Door deze littekens worden de longen stugger. Hierdoor kunnen ze steeds minder goed zuurstof opnemen. Longfibrose is een chronische ziekte.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Een longfoto is een röntgenfoto van de borstkas. Hiermee kunnen afwijkingen van longen, hart of lymfeklieren in de borstkas worden opgespoord. Bijvoorbeeld een longontsteking, vocht achter de longen of een vergroting van het hart.
Met bevolkingsonderzoek kan men een bepaalde kankersoort in een vroeg stadium opsporen. Door deel te nemen aan bevolkingsonderzoek vergroot u de kans op vroegtijdige ontdekking en genezing van kanker.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Je krijgt een PET-scan als de arts op de longfoto of CT-scan een longafwijking heeft gezien . Of als er om andere redenen een vermoeden van longkanker is. Longkanker kan zich verspreiden naar de andere long, naar de lymfeklieren en/of in andere organen. Op een PET-scan is goed te zien of de kanker zich heeft verspreid.
Met de CT-scan kan de arts nog niet de diagnose longkanker stellen. Daarvoor zijn nog andere onderzoeken nodig: een bronchoscopie en/of een longbiopsie.
Lange tijd hoesten is vaak de eerste klacht bij longkanker. Andere klachten die u kunt krijgen: bloed ophoesten, moe zijn, geen zin in eten en afvallen als u dat niet wilt. Longkanker komt vaak door lang en veel roken. Soms ontstaat het bij mensen die nooit gerookt hebben.
Een CT-scan kent weinig risico's. De scan werkt met röntgenstraling. Eenmalig gebruik kan geen kwaad, maar bij veelvuldig gebruik kan het schadelijk zijn. Een arts vraagt dit onderzoek daarom alleen aan als het echt nodig is.
De arts kan longuitzaaiingen ontdekken doordat op een röntgenfoto afwijkingen zijn te zien. Een röntgenfoto van de longen kan horen bij standaardonderzoek na de diagnose kanker. Dit onderzoek gebruikt de arts om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn.
Als een goedaardige bottumor klachten geeft, groeit of 'kwaadaardige trekjes' heeft, halen we de tumor meestal weg met een operatie. Welke operatie dat is, hangt af van de soort tumor en de plaats van de tumor. Soms kunnen behandelen met radiofrequente ablatie. Er is dan geen operatie nodig.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Longkanker is een ernstige ziekte. Meestal wordt longkanker pas in een laat stadium ontdekt, omdat de ziekte weinig klachten geeft. De diagnose komt hierdoor vaak onverwacht. Er zijn verschillende soorten longkanker.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Je ziet alleen vertekeningen in de foto waarop duidelijk te zien is dat het om een rokers long gaat en niet om een asbest long.