Het risico van een open wond is dat deze geïnfecteerd kan raken. Hieronder staan een aantal symptomen wat een wondinfectie aanduiding zou kunnen zijn. Wanneer er sprake is van onderstaande symptomen neem dan direct contact op met een arts.
Let er bij een open wond op dat er niet teveel vocht in komt. Totdat dat wond genezen is, mag je niet baden of zwemmen. Kort douchen mag, maar pas 24 uur na de ingreep. Dep de wond na het douchen goed droog of laat deze drogen aan de lucht.
Blijft een wond langer dan 2 tot 3 weken open en geneest de wond slecht? Dan spreken we van een complexe wond. We beperken ons hier tot de oorzaken en behandeling van deze complexe wonden,. Hiervoor zijn professionele ondersteuning en dus ook professionele hulpmiddelen nodig.
Wij hebben het antwoord: het genezingsproces duurt bij kleine wonden meestal tussen de 24 en 72 uur. Wondgenezing bestaat uit 5 verschillende fasen. In de eerste fase, wanneer de wond ontstaat, zorgt de bloedstolling voor een tijdelijke afsluiting van de wond.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Kleine of complexe wond sneller genezen
De meeste wonden genezen vanzelf. Wilt u deze wondjes sneller laten genezen? Houd de wond schoon en bedek het eventueel met een pleister of gaasverband. Bij een complexe of open wond kan genezing langer duren.
Doordat de cellen in de basale laag zich voortdurend delen en deze uiteindelijk aan de bovenkant afschilferen, vernieuwt de opperhuid zich ongeveer één keer per maand. Het vermogen tot aanmaak van nieuwe cellen in de basale laag, maakt dat de huid bij een verwonding vrij snel dichtgroeit.
Neem contact op met uw huisarts bij één of meer tekenen van een infectie: als er troebel witgeel vocht (pus) uit de wond komt; als de wondranden roder, dikker en warm worden of meer pijn doen; als u zich ziek voelt of koorts krijgt.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Smeer geen vaseline op een open wond. Als dit niet praktisch is (bijvoorbeeld in verband met kleding) en bij diepere schaafwonden kun je de schaafwond afdekken met metaline of ander niet aan de wond klevend verband. Gewone pleisters en kompressen plakken aan de wond vast.
In principe moet je daarom verband dagelijks verschonen. Zeker in het begin en bij een wond die nog niet helemaal dicht is. Heeft zich overal op de wond al een korst gevormd, dan zou je om de dag of drie keer per week kunnen verschonen.
Op basis van de beschikbare kennis kunnen we stellen dat uitspoelen van een wond wenselijk is wanneer sprake is van lichaamsvreemd materiaal, indien een wond pust of wanneer sprake is van fistelvorming. We kunnen geen uitspraak doen over de frequentie van het spoelen.
Het ontsmetten van een wond gebeurt door eerst de wond voorzichtig schoon te spoelen met handwarm, liefst steriel, water. Dep de wond droog met een niet-pluizende doek en neem vervolgens een wondgaasje. Hierop druppelt u wat ontsmettingsmiddel. Dep vervolgens met het gaasje over de wond.
Bepanthen Wondgel is zeer huidvriendelijke hydrogel, bevat geen parfum, kleurstoffen en parabenen en is geschikt voor jong tot oud. Het product kan gebruikt worden voor kleine snijwonden, schaafwonden, brandwonden (brandwond), huidkloven en verbranding door de zon.
Betadine kan gebruikt worden om te ontsmetten, ook in de wond. Met een gaasje breng je dit aan op de wond en de huid eromheen. Betadine is geschikt voor het uitspoelen en desinfecteren van kleine en ondiepe snij- of prikwonden.
Wondinfecties kunnen symptomen geven zoals: roodheid, warmte, koorts, pijn of gevoeligheid rond de aangedane plek of afscheiding van pus. De meerderheid van de wondinfecties ontstaat binnen 30 dagen na de operatie.
In de gele laag zitten celresten en samengeklonterde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten. Het doel van de behandeling is het reinigen van het wondbed en absorptie van overmatig exsudaat. Ook gele wonden bevinden zich in de reactiefase.
Gezond eten is extra belangrijk als u een wond heeft. Uw lichaam verbruikt namelijk extra energie (calorieën), eiwit en mogelijk extra vitaminen en mineralen om de wond te genezen. Daarnaast kan er bij wonden sprake zijn van verlies van eiwitten en vocht via het wondvocht.
Hansaplast Wondhelende Zalf kan gebruikt worden op elk moment van het genezingsproces op oppervlakkige open wonden en beschadigde huid. Het is klinisch bewezen dat een vochtige wondgenezing helpt om het natuurlijke wondgenezingsproces te versnellen.
Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond. Een gele wond heeft veel wondvocht. Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
Voordelen van een wond vochtig houden
Alle voordelen van het vochtig houden van je wond op een rijtje: Een nat milieu bespoedigt het genezingsproces. Door het vocht groeien je cellen sneller, waardoor de kapotte huid dus ook sneller weer vernieuwd wordt; Een natte wondgenezing gaat korstvorming tegen.
Meestal wordt een doorsnee van 3 of 4 mm gebruikt. Er ontstaat een klein wondje die met een (druk) verbandje wordt verbonden of indien het erg nabloedt wordt dichtgebrand. Dit dichtbranden gebeurt met een elektrische naaldje of bolletje; hier voelt u niets van omdat de huid nog verdoofd is.
Een vochtig wondmilieu houdt in dat de wond vochtig blijft, terwijl de wondranden en omliggende (gezonde) huid droog zijn. Dit kan men creëren met behulp van zogenaamde speciaal wondverbanden. Een speciale wondverband absorbeert het overtollige wondvocht, maar behoudt op de wond een juiste hoeveelheid wondvocht.
Als een wond niet begint te genezen binnen de 3 weken, neem dan contact met de huisarts. Als je bekend bent met diabetes of hart- en vaatproblemen of als je veel medicijnen slikt, neem dan sneller contact op.