Oncologische pijn is pijn bij een kwaadaardige aandoening, zoals kanker. Naast de lichamelijke klachten die patiënten van een kwaadaardige aandoening kunnen ondervinden, komt pijn vaak voor. Soms is dit het eerste symptoom waarmee de ziekte zich presenteert, soms komt pijn pas voor in een verder gevorderd stadium.
Pijn bij kanker komt veel voor. Verschillende factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van de pijn. Zo kan een tumor druk uitoefenen op het omliggende weefsel zoals de huid, organen of zenuwen. Hierbij wordt de pijnprikkel via de zenuwbanen naar de hersenen geleid waardoor pijn kan ontstaan.
Kanker wordt meestal geassocieerd met pijn. Of en in welke mate een tumor pijn veroorzaakt, hangt vaak af van het type en de locatie van de tumor. Tumoren in de lymfeklier veroorzaken bijvoorbeeld slechts in 15-20% van de gevallen pijn, terwijl bottumoren in 85-100% van de gevallen pijnlijk zijn.
De pijn kan ontstaan als de tumor drukt op bijvoorbeeld uw darmen of lever. De pijn wordt meestal beschreven als scherp, zeurend of kloppend. Deze pijnsoort is vaak krampend, wisselend in ernst en moeilijk(er) aan te wijzen omdat deze soms op een andere plaats gevoeld wordt dan waar deze veroorzaakt wordt.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Kwaadaardige tumoren groeien meestal snel, de kankercellen kunnen doorgroeien in de omgeving en zich naar andere lichaamsdelen verspreiden.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
De pijn kan veroorzaakt worden doordat de tumor en/of uitzaaiingen druk uitoefent/uitoefenen op organen, zenuwen of het bot of doordat organen, zenuwen of het bot beschadigd zijn. Orgaanpijn komt uit de organen (bijv. lever, darmen …) en is meestal knagend, zeurend of stekend.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Een tumor is meestal onregelmatig van vorm en voelt heel hard aan, want bestaat uit vast weefsel. Ook een jonge volwassene (tot 40 jaar) kan klierzwellingen hebben ten gevolge van een infectie.
Helaas is kanker niet altijd te genezen. Dat komt doordat kanker een ingewikkelde ziekte is die voor iedereen anders verloopt. Hoe kanker ontstaat verschilt per persoon en alle soorten kanker zijn anders.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam bekijken en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Uitzaaiingen die mogelijk kunnen genezen zijn: uitzaaiingen in de lever, of. 1 of een paar uitzaaiingen in de longen, of. uitzaaiingen in het buikvlies en de buikholte.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Een MRI-scan maakt een serie foto's van het lichaam of een deel ervan. Hiermee kan de arts een beter beeld krijgen van de uitzaaiing en de weefsels eromheen.
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.
Openscheuren van de tumor
In de GIST kan een scheur ontstaan, waardoor de tumorcellen zich kunnen verspreiden in de buikholte. Een GIST is vaak een grote tumor met in het midden cellen die kapot zijn gegaan. Daardoor is de tumor minder stevig en kan de tumor openscheuren.
Kankercellen voeden zich, meer dan gezonde cellen, met suikers. Daarom zou een beperking van suikerinname via de voeding in theorie tumorgroei kunnen helpen vertragen. In de praktijk gebeurden de meeste wetenschappelijke studies die het verband tussen suiker en kanker bestudeerden, op dieren.
Bij één op de twintig patiënten zijn uitzaaiingen al aanwezig op het moment van de diagnose. Bij één op de vijf patiënten zaait de borstkanker later alsnog uit, dit gebeurt vaak pas jaren na het ontdekken en behandelen van de oorspronkelijke tumor. De kans dat uitzaaiingen ontstaan, verschilt per persoon.
Soms kan een goedaardige tumor kwaadaardig worden. Dat gebeurt als de tumorcellen steeds meer gaan afwijken van normale cellen. En als ze vervolgens ongecontroleerd gaan delen. Met controles houdt de arts de afwijkende cellen in de gaten.
Niet-levensvatbare cellen worden door het lichaam afgevoerd. Tumoren met veel celverlies groeien langzaam. Groei van een tumor die in drie maanden in volume verdubbelt. Vanaf het ontstaan tot het moment waarop de tumor wordt ontdekt, kan een periode van 10 jaar liggen.
Kankercellen kunnen een tijdje inactief worden, ze bevinden zich dan in een soort slaapstand. En dat is een probleem, want medicijnen tegen kanker vernietigen deze slapende cellen vaak niet. Hierdoor kunnen deze cellen na verloop van tijd weer voor problemen gaan zorgen.