Is een punctie pijnlijk? Doordat je medicijnen mag innemen voorafgaand aan de punctie, wordt de pijn afgevlakt. Toch blijft het feit dat er met een naald in de vaginawand wordt geprikt. Doordat de eierstokken zelf niet verdoofd kunnen worden, kan het aanprikken van de follikels in je eierstokken pijnlijk zijn.
Je kunt na de punctie nog enkele dagen licht bloedverlies hebben, buikpijn of een opgeblazen gevoel houden. Je gaat een aantal dagen na de punctie medicatie (progesteron, vaginaal) inbrengen die de baarmoeder helpt klaarmaken voor innesteling van het embryo.
Het is belangrijk om minstens vijf dagen rustig aan te doen na de eicelpunctie. Er wordt afgeraden om in die dagen seks te hebben, in bad te gaan of intensief te sporten. Gebruik paracetamol wanneer nodig om de pijn te verminderen.
Voor het starten van de behandeling
Tijdens de IVF/ ICSI-behandeling moet u beschermd vrijen. Vanaf de dag dat de punctie afgesproken wordt tot en met de terugplaatsing is het advies om geen gemeenschap te hebben.
Bij IVF bevruchten de zaadcellen zelf de eicel, bij ICSI wordt 1 zaadcel de eicel ingebracht. Bij de behandeling is het de bedoeling ongeveer 10 eiblaasjes (follikels) te kunnen aanprikken uit de eierstok (ovarium), met als doel zo'n 8-10 eicellen (oocyten) te verkrijgen.
Ga niet werken. Vanaf de dag na de punctie adviseren we je juist in beweging te komen en te blijven. Zolang je nog bloed verliest, kun je het beste niet in bad gaan. Neem, als je nog pijn hebt, paracetamol.
Een punctie duurt gemiddeld 20 minuten. In een enkel geval kan het iets langer duren.
Als de embryo's langer in het laboratorium worden doorgekweekt, komen ze in het blastocyststadium. Soms wordt een embryo pas dan in de baarmoeder geplaatst.Dit is op dag 5 of 6 na de punctie.
Een twee-eiige tweeling kan ook erfelijk zijn. De erfelijke lijn loopt via de familie van de vrouw. Bij een vruchtbaarheidsbehandeling zoals IVF en ICSI is de gemiddelde kans op een tweeling ongeveer 5%.
Ongeveer 32% van de patiënten werd zwanger (positieve zwangerschapstest) en 24% was doorgaand zwanger (minstens 12 weken na de punctie). Per teruggeplaatst embryo is de kans op zwangerschap bij een ICSI behandeling 51%.
De eicelpunctie gebeurt tijdens een dagbehandeling, onder plaatselijke verdoving (met behulp van medicatie en injectie). Ook is het (op sommige dagen) mogelijk om voor de ingreep een roesje (sedatie) te krijgen. U krijgt hiervoor een infuus met een middel dat u wat slaperig maakt, waardoor u minder pijn ervaart.
HOEVEEL FOLLIKELS WORDT ALS NORMAAL BESCHOUWD? Ook hier is moeilijk antwoord op te geven. Wij streven naar een follikelaantal van rond de 8 à 10 (verdeeld over beide eierstokken). Dit is echter niet voor iedere vrouw haalbaar, zelfs niet met de maximale dosering FSH.
De terugplaatsing is meestal op de derde dag na de punctie. De terugplaatsing is niet pijnlijk. Bij deze behandeling wordt altijd zorgvuldig uw identiteit gecontroleerd, om een persoonsverwisseling te voorkomen.
Nabloeding na een IVF- of ICSI-punctie
Licht bloedverlies na een follikelpunctie is normaal. Soms (1% kans) gebeurt het dat een van de prikgaatjes in de vagina na de punctie blijft bloeden. Dit is meestal te stelpen met een soort tampon en soms met een hechting. De kans op een inwendige bloeding is zeer klein.
De terugplaatsing is niet pijnlijk, via de vagina word er een dunne katheter ingebracht en word het embryo in de baarmoederholte geplaatst. Dit gebeurt onder echogeleiding via de buik. Tijdens de terugplaatsing kan een halfvolle blaas de echo en plaatsing wat vergemakkelijken.
In principe mag u na de terugplaatsing de normale gang van zaken weer oppakken en doen wat u anders ook zou doen. Rustig aan doen kan natuurlijk geen kwaad, maar er is nooit wetenschappelijk bewezen dat de kans op zwangerschap hierdoor toeneemt.
Bij de IVF-behandeling wordt geprobeerd met hormonale stimulatie meerdere (vijf tot vijftien) eicellen tegelijkertijd te laten rijpen om zo de slagingskans te vergroten. Een follikel is een eiblaasje gevuld met vocht waarin zich de eicel bevindt (zie afbeelding).
De kans op een tweeling is het grootst bij vrouwen die vruchtbaarheidsbehandelingen ondergaan, zoals IVF.Ook vrouwen die ouder zijn dan 35 jaar hebben een grotere kans op een tweeling. Daarnaast kan een genetische aanleg een rol spelen: de kans op een tweeling erf je vooral van je moeders kant.
Daarna worden ze in het laboratorium bevrucht. In Nederland is de standaard dat slechts 1 embryo per keer wordt teruggeplaatst. Als er meer dan 1 embryo is ontstaan, dan worden deze ingevroren. Hoewel het niet vaak voorkomt, kan een embryo zich na terugplaatsing nog delen, waardoor een eeneiige tweeling ontstaat.
Na een IVF-, ICSI- of PGT-behandeling kunt u 18 dagen na de punctie een zwangerschapstest doen. Als u gaat menstrueren en het is geen 'normale' menstruatie, gaat u dan door met de Utrogestan®. Doe voor de zekerheid een zwangerschapstest op de afgesproken dag.
De innesteling is het moment dat een bevruchte eicel zich in de baarmoederwand nestelt. Dit is het moment dat de zwangerschap echt begint. Meestal vindt de innesteling tussen de vijf à twaalf dagen na de eisprong plaats, met een gemiddelde van negen dagen bij een regelmatige cyclus.
Hoeveel eicellen heeft een vrouw? Vrouwen worden geboren met 1 tot 2 miljoen eicellen, maar wanneer de puberteit intreedt, gaat het aantal eicellen terug tot 300.000 à 400.000.
Bij een punctie worden er cellen en vocht uit uw lichaam opgezogen met behulp van een dunne naald. Een biopt (biopsie) is de afname van een klein stukje weefsel uit een orgaan met behulp van een dikke naald. Beide onderzoeken worden gedaan op de afdeling Radiologie.
Bij een punctie verwijdert de arts een stukje borstweefsel. Dat doet hij met een dunne naald onder plaatselijke verdoving. Nadien onderzoekt de patholoog het weefsel of de cellen onder de microscoop.
Bij een punctie wordt met een dunne, holle naald cellen en/of vocht uit een afwijking opgezogen. Hieraan kunnen we bijvoorbeeld alleen zien of een afwijking goed- of kwaadaardig is. Bij een biopsie wordt een stukje weefsel weggehaald met een dikke, holle naald. Dit weefsel geeft bij onderzoek meer informatie.