Om te kunnen leven hebben bacterien zuurstof nodig, een lekker temperatuurtje tussen de 20 en 50 graden, voedsel in de vorm van dode organismen en voldoende water. Als alle voorwaarde gunstig zijn kunnen bacterien zich snel delen en uitgroeien tot zichtbare stipjes (kolonies).
Simpel: eigenlijk leven ze overal. In onze mond, op onze huid… Sommige bacteriën leven alleen in heel zoute of juist heel hete warmtebronnen. Ze bestaan meestal uit maar één cel.
Los in de cel
Maar veel eencelligen, zoals bacteriën, hebben geen celkern waardoor hun genetisch materiaal los in het cytoplasma ligt. Bacteriën hebben een enkele chromosoom. Maar daarnaast hebben ze nog veel meer DNA in de vorm van plasmiden. Een plasmide is een cirkelvormige stukje DNA.
Infecties die worden veroorzaakt door bacteriën, kunnen worden bestreden met antibiotica. Ze doden de bacteriën of remmen hun groei. Als een antibioticum regelmatig tegen een bacterie wordt gebruikt, kan die bacterie resistent worden.
Op nummer 1 van de lijst staat volgens de organisatie de Acinetobacter baumannii, een ziekenhuisbacterie. Vooral de luchtwegen en de longen worden aangetast door de bacterie. Maar ook salmonella, staphylociccus aureus of Neisseria gonorrhoeae komen op de lijst voor.
Een virus is een zeer klein organisme (kleiner dan een bacterie) dat zich niet zelfstandig kan voortplanten. Het wordt verspreid via de lucht, via voedsel of aanraking.
Een temperatuur tussen 10 °C en 40 °C. Onder het vriespunt delen ze zich niet meer, maar blijven ze wel in leven als in een soort winterslaap. Bij temperaturen hoger dan 75 °C, bijvoorbeeld tijdens het koken, gaan bacteriën dood. Voedingsstoffen als eiwitten en koolhydraten in de buurt.
Een bacterie is een eencellig micro-organisme. Bacteriën kunnen zich razendsnel verspreiden omdat de cel zichzelf kan delen. Zo springen ze ook makkelijk over van mens op mens.
De meeste grampositieve bacteriën zoals enterokokkensoorten, stafylokokken (inclusief de MSRA) en streptokokken overleven vele maanden op harde oppervlakken. Ook gramnegatieve soorten zoals de E. coli, Pseudomonas en Klebsiella kunnen waarschijnlijk maanden op uw krukje overleven.
Bacteriën zijn levende wezens. Dat betekent onder andere dat ze bewegen, eten, groeien, zich voortplanten en afvalstoffen afscheiden. Ze behoren tot de prokaryoten (uit het Griekse 'pro' (voor) en 'karyon' (kern)). Dit betekent dat ze geen celkern hebben.
Van een bacterie kunt u ook ziek worden. Dit gebeurt wanneer een bacterie gaat zitten op een plek waar hij niet hoort. Hier zorgt de bacterie dan voor een infectie. Een bacterie kan in uw lichaam zitten, maar ook in een wond of in de bloedbaan.
Ze kunnen erg nuttig zijn. Ons lichaam bevat veel bacteriën die ons helpen gezond te blijven en bacteriën in het milieu zorgen voor de afbraak van organisch afval.
Bacteriën zijn belangrijk voor onze stofwisseling en afweer. De onschadelijke bacteriën worden tezamen ook wel de 'microbiota' genoemd. Maar er zijn ook bacteriën die ziektes, zoals huidinfecties, diarree, luchtweginfecties en hersenvliesontsteking kunnen veroorzaken.
Ze beschermen ons tegen ziekmakende bacteriën en virussen, en zijn belangrijk voor onder andere de werking van de darmen. Micro-organismen zijn de grote opruimers van de natuur: ze zorgen ervoor dat resten van planten en dieren worden verteerd. Ook dienen ze vaak als voedsel voor grotere organismen.
Op en in ons lichaam leven miljoenen bacteriën. Ze zitten op onze huid en in onze mond, keel en darmen. Bacteriën hebben een functie in onze afweer tegen virussen, schimmels en andere bacteriën. Als een voor het lichaam onbekende bacterie binnendringt, kan dit een infectie veroorzaken.
Het inwendige van een bacterie bestaat uit cytoplasma met daarin onder andere het DNA. Het cytoplasma wordt omgeven door een celmembraan. Bij de meeste bacteriesoorten zit hier omheen een celwand op basis van peptidoglycaan. Veel bacteriën kunnen om de celwand nog een kapsel, een slijmlaag of een celenvelop hebben.
Hoe beter de omstandigheden voor de bacterie zijn, hoe sneller ze groeien en delen. Iedere deling betekent dat er uit één bacterie twee nieuwe ontstaan, die zich ieder ook weer in tweeën delen, enzovoort. Bij gunstige omstandigheden kan bijvoorbeeld een E. colibacterie zich in minuten delen.
Iedere deling betekent dat er uit één bacterie twee nieuwe ontstaan, die zich ieder ook weer in tweeën delen. Bij gunstige omstandigheden kan bijvoorbeeld een E. coli-bacterie zich in 20 minuten delen. Dat wil zeggen dat één bacterie, over 20 minuten twee bacteriën zijn, over 40 minuten 2x2=4 en over een uur 4x2=8.
De meeste bacteriesoorten groeien het beste bij een pH van 7. Maar tussen 6 en 8 is de groei van bijna alle micro-organismen mogelijk, omdat de daarvoor nodige enzymen in dit gebied het beste werkzaam zijn. Beneden pH 6 wordt de groei van de meeste micro-organismen geremd.
U kunt goede bacteriën bijvoorbeeld aanvullen met speciale zuivelproducten met probiotica. Voorbeelden van goede bacteriën zijn bepaalde lactobacillen en bifidobacteriën.
De darmen zijn onbetwist de hoofdstad van jouw microbioom. Hier bevindt zich 99% van de 100 duizend miljard microben die overal in en op je lichaam leven. Een gigantische hoeveelheid met een niet te onderschatten rol voor jouw gezondheid. De darmmicrobiota bestaat vooral uit bacteriën, wel 1.200 soorten.
Virussen bestaan namelijk niet uit een cel, zoals een bacterie. Het zijn niet meer dan eenvoudige eiwitpakketjes met daarin genetisch materiaal. Ze bewegen niet, eten niet en ook voortplanten kunnen ze niet zelfstandig.
Een verkoudheid ontstaat door besmetting met een verkoudheidsvirus. In sommige gevallen grijpt een bacterie zijn kans en ontstaat een bacteriële infectie.
Een bacterie is een eencellig micro-organisme. Bacteriën verspreiden zichzelf in een mum van tijd, omdat de cel zichzelf kan delen. Op die manier verspreiden bacteriën zich ook gemakkelijk van mens naar mens. Bacteriën zijn overal en ook in ons lichaam dragen wij miljoenen bacteriën mee.