Een achtervoegsel is een taalelement dat niet als los woord kan voorkomen, maar achteraan aan een woord wordt toegevoegd om een nieuw woord te vormen. Een woord met een achtervoegsel als laatste deel wordt een afleiding genoemd.
Met het achtervoegsel -ig kunnen bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd van zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: glazig, hoekig, hufterig enzovoort. Andere voorbeelden van achtervoegsels zijn: -baar, -dom, -heid, -lijk, -ling, -loos, -waarts.
Een voorvoegsel is een taalelement dat niet als los woord kan voorkomen, maar vooraan aan een woord wordt toegevoegd om een nieuw woord te vormen.
Het achtervoegsel, of suffix, -ing wordt gevoegd achter werkwoorden. De klemtoon van het basiswoord wordt daarbij bewaard.
Onze taal bezit veel achtervoegsels (suffixen), waarmee we van zelfstandige of bijvoeglijke naamwoorden of van werkwoordstammen woorden vormen. Om slechts enkele voorbeelden te noemen: -heid (waarheid), -ing (rekening), -ij (bakkerij), -er (bakker), -ster (naaister) enz.
De meest voorkomende achtervoegsels zijn: -tion, -ity, -er, -ness, -ism, -ment, -ant, -ship, -age, -ery .
Het suffix is een taalkundig achtervoegsel en als zodanig een gebonden morfeem. Suffixen worden gebruikt om nieuwe woorden af te leiden van andere woorden en dienen onderscheiden te worden van uitgangen, die een rol spelen bij vervoeging of verbuiging.
Meervouden en verkleinwoorden zijn ook afleidingen. Voorbeelden: vriend + en = vrienden vriend + je = vriendje 1 Afleidingen gezocht!
De achtervoegsels -achtig, -ig en -erig leveren verwante bijdragen aan de betekenis van een afgeleid adjectief. Ze worden gecombineerd met adjectieven, substantieven en werkwoorden, en hun betekenisbijdrage varieert met de woordsoort van het basiswoord.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: achtervoegsel (zn) : suffix.
De voor- en achternaam van personen schrijf je met hoofdletters. Als de achternaam begint met een tussenvoegsel, krijgt dat tussenvoegsel ook een hoofdletter als het vooraan staat: De Vries, Van der Laan.
Kortom: zowel voor tussenvoegsels als voor voorvoegsels is iets te zeggen. Ook het woordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands noemt beide termen in deze betekenis. Onze Taal gebruikt zelf meestal de term tussenvoegsels, omdat voorvoegsels in de taalkunde ook een andere betekenis heeft.
Een prefix of voorvoegsel is een toevoeging (affix) die voor het grondwoord wordt geplaatst. Het woord 'prefix' hangt etymologisch via het Latijnse praefixum samen met figere, fixum, 'vasthechten', en prae-, 'aan de voorzijde', 'vooraan'. Het prefix is altijd een gebonden morfeem (afhankelijk woorddeel).
Een eigennaam is een zelfstandig naamwoord waarmee een unieke persoon, plaats, instelling, een merk of een historische gebeurtenis benoemd wordt. Bijvoorbeeld: Hugo Claus, Amsterdam, Raad van State, Coca-Cola, Tweede Wereldoorlog.
Het Latijnse achtervoegsel -tas wordt in het Nederlands het achtervoegsel -teit.
1. een letter, lettergreep of groep lettergrepen die aan het einde van een woord of woordbasis wordt toegevoegd om de betekenis ervan te veranderen, het een grammaticale functie te geven of een nieuw woord te vormen (bijv.: -ish in smallish, -ed in walk, -ness in darkness)
Een lid van onzen Raad heeft verklaard dat het achtervoegsel -isch, hoezeer van Duitschen oorsprong, geheel Nederlandsch is geworden.
Een suffix, achtervoegsel of uitgang is in alle niet-isolerende talen een affix dat achter de woordstam wordt geplaatst. Een achtervoegsel is altijd een gebonden morfeem, en kan dus niet als zelfstandig woord voorkomen, zoals een cliticum.
Vrienden zijn afleidingen , laat ze waar ze zijn totdat je bent waar je wilt zijn. Ik heb bijna elke vriendschap uit mijn vroege jeugd, middelbare school en zelfs college op dit punt in mijn leven laten gaan, een paar maanden voor mijn 30e hoofdstuk.
Wanneer je aan een grondwoord een voor- en/of achtervoegsel toevoegt, krijg je een afleiding. Meerdere grondwoorden aaneen vormen een samenstelling. Voorbeelden van grondwoorden zijn deur, stad en geluk.
Regels voor het spellen van achtervoegsels
Regel 1: Voor woorden die eindigen op twee medeklinkers, voegt u gewoon het achtervoegsel toe aan het stamwoord . Bijvoorbeeld: smart + er = smarter. Regel 2: Voor woorden die eindigen op een korte klinker gevolgd door een medeklinker, moet u de laatste letter verdubbelen en vervolgens het achtervoegsel toevoegen.
Een suffix is een letter of een groep letters die aan het einde van een woord wordt toegevoegd en die een nieuw woord vormt . Het nieuwe woord is meestal een andere woordklasse dan het oorspronkelijke woord. In de tabel hierboven is het suffix -ful van werkwoorden veranderd in bijvoeglijke naamwoorden, en -ment en -ion van werkwoorden in zelfstandige naamwoorden.
Een achtervoegsel is een taalelement dat niet als los woord kan voorkomen, maar achteraan aan een woord wordt toegevoegd om een nieuw woord te vormen. Een woord met een achtervoegsel als laatste deel wordt een afleiding genoemd.