In het geval van DNA is de suikergroep een desoxyribose (vandaar de naam desoxyribonucleïnezuur), en de stikstofbase is ofwel een adenine (A), een thymine (T), guanine (G) of een cytosine (C). De nucleotiden zijn covalent met elkaar verbonden in de keten via de suiker-fosfaatgroepen.
Suikergroep: DNA-nucleotiden bevatten de suikergroep desoxyribose. De suikergroep in RNA is ribose. Beide suikergroepen bestaan uit een ring van vier koolstofatomen en een zuurstofatoom; het verschil is dat aan het tweede koolstofatoom van desoxyribose geen hydroxylgroep (-OH), maar een waterstofatoom (H) gebonden is.
DNA is eigenlijk een Engelse afkorting, die staat voor deoxyribonucleic acid. In het Nederlands spreek je van desoxyribonucleïnezuur. Dit zijn ontzettend lange namen, maar ze geven je eigenlijk vrij veel informatie over hoe dit molecuul eruitziet. DNA bestaat namelijk uit nucleïnezuren.
DNA is een verzamelpakket en de belangrijkste drager van ons erfelijk materiaal. Al onze celkernen bestaan uit 46 chromosomen, 23 van je moeder en 23 van je vader. Een DNA-onderzoek maakt het mogelijk je etnische achtergrond te ontdekken, een moord op te lossen, ziektes te bestrijden en genen te repareren.
RNA versus DNA
Het lijkt erg op DNA. Een RNA-keten is net als DNA opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen, nucleotiden. Maar anders dan DNA heeft RNA naast adenine (A), cytosine (C) en guanine (G), en het nucleotide uracil (U) in plaats van thymine (T).
Deze RNA-keten is een kopie van een stuk DNA en wordt dan ook het RNA-transcript genoemd. Het stuk DNA dat tijdens transcriptie wordt overgeschreven, maakt deel uit van een gen. Als het gen codeert voor een eiwit, ontstaat tijdens de transcriptie mRNA.
De wetenschappers Watson en Crick ontdekten dat een DNA molecuul eruit ziet als een dubbele helix. Dit lijkt op de vorm van een wenteltrap. De treden van de trap vormen de vier basen A(denine), T(hymine), C(ytocine) en G(uanine). Een A is altijd gekoppeld aan een T en een C aan een G.
Mutaties kunnen ook spontaan ontstaan tijdens een mensenleven. Spontane mutaties Een spontane mutatie kan ontstaan door: een fout tijdens de normale celdeling invloeden van buitenaf. Zonlicht kan bijvoorbeeld in het DNA van een huidcel mutaties veroorzaken. Sigarettenrook kan mutaties in longcellen veroorzaken.
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
Het is niet steeds precies gehalveerd. Van de 50 procent die een vader van zijn DNA doorgeeft aan zijn kind kan bijvoorbeeld 20 procent te herleiden zijn tot zijn vader en 30 procent tot zijn moeder. Van de 20% van de grootvader van vaders kant kan dan bijvoorbeeld 13% teruggaan op diens vader en 7% op diens moeder.
DNA zit in alle cellen van je lichaam. Voor een simpel proefje wordt meestal je wangslijmvlies gebruikt. Even langs de binnenkant van je wang schrapen en je hebt genoeg cellen om er DNA uit te halen. Je kunt ook spuug (speeksel) gebruiken, daar zitten ook altijd wel wat cellen in.
Zo vertelt de genetische code je bijvoorbeeld wie je voorouders waren. Dit kan trouwens alleen door gegevens te vergelijken met al opgeslagen gegevens van anderen in een databank. Zo kan in kaart worden gebracht wat je etnische achtergrond is en kan DNA als bewijs dienen in bijvoorbeeld moordzaken.
Chromosomen bestaan uit DNA. Het DNA bevat codes waarin onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. Dit zijn de genen. Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe iemand er uit ziet of hoe iemands lichaam werkt.
Een gen is een stukje DNA. Elk gen heeft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt: Hoe je er uit ziet. Bijvoorbeeld wat de kleur van je ogen is.
James Dewey Watson (Chicago, 6 april 1928) is een Amerikaanse moleculair bioloog, die in 1953 samen met Francis Crick, Rosalind Franklin en Maurice Wilkins de structuur van het DNA ontdekte. Watson ontving hiervoor met Crick en Wilkins de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde in 1962.
Het DNA vormt de genetische code voor het maken van eiwitten. Een afgebakend stukje van de nucleotidenketen is een gen. De polypeptide vouwt zich tot een werkend eiwit door waterstofbruggen en zwavelbruggen. De activiteit van een eiwit bepaalt een erfelijk kenmerk.
Elke lichaamscel heeft allerlei verschillende onderdelen zoals een kern, energiefabriekjes (mitochondriën), eiwitfabriekjes (ribosomen) en opruimfabriekjes (peroxisomen en lysosomen). Het meeste DNA zit in de kern van de cel. Maar er zit ook een heel klein beetje DNA in de energiefabriekjes, de mitochondriën.
DNA-profiel niet langer dan twintig jaar bewaard blijven.
De mens bestaat uit 32,7 biljoen cellen. Als je je afvraagt hoe een menselijk lichaam zo'n 8,8 meter aan darmstelsel kan bevatten, stel je je dan eens voor hoeveel kilometer we aan DNA-strengen bij ons hebben (65,4 miljard kilometer).
Als je dezelfde vader of moeder hebt, zijn je broers en zussen je biologische familie. Een groot deel van het DNA is bij iedereen hetzelfde. Maar sommige stukken DNA verschillen per persoon. Iedereen heeft zijn of haar eigen varianten in het DNA en daardoor een eigen 'DNA-profiel'.
Hevige stress in de kindertijd leidt tot moleculaire veranderingen in het DNA. Bij dit biologische proces, DNA-methylering, verandert de DNA-activiteit door omgevingsinvloeden zoals de blootstelling aan nare ervaringen in de jeugd. Deze littekens in het DNA oefenen levenslang invloed uit.
Oorzaken van DNA-afwijkingen
Zo wordt DNA-schade veroorzaakt door leefstijlfactoren zoals roken, alcohol of zonnebaden (ultraviolette straling), maar ook door virale infecties of stoffen die worden geproduceerd door ons eigen microbioom, de micro-organismen die op en in de huid, darmen, longen, etcetera leven.
We erven evenveel genetisch materiaal van onze vader als van onze moeder, maar nieuw onderzoek toont aan dat we het DNA van onze vader intensiever gebruiken en genetisch gezien dus meer op hem lijken.
Erfelijke eigenschappen
Die bepalen bijvoorbeeld de kleur ogen, kleur haar en hoe lang hij zal worden. Een baby erft van elk gen twee kopieën: één van de vader en één van de moeder. In de genen zitten ook weer kopieën van opa en oma en verre voorouders.
Uw DNA onthult uw unieke herkomst - de etnische groepen en de geografische regio's waar u oorspronkelijk vandaan komt. Vind nieuwe verwanten waarvan u het bestaan nooit kende via het DNA dat u met hen deelt.