Volgens de trias politica is het het beste als er een evenwicht bestaat tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. In Nederland en veel andere Europese landen is overigens geen sprake van volledige scheiding der machten, maar kunnen we beter spreken van spreiding der machten.
Deze staatsvorm, de Trias Politica, is gebaseerd op de ideeën van Charles de Montesquieu. De scheiding der machten is doorgaans niet volledig strikt geregeld, ook in Nederland niet. Nederland is een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel.
De trias politica is in Nederland niet volledig aanwezig. Dat Nederland de machtenscheiding volgens Montesquieu niet strikt heeft toegepast blijkt onder andere uit de procedure van formele wetgeving.
De Franse filosoof Montesquieu is de bedenker van de driemachtenleer, ook wel de trias politica genoemd. Volgens Montesquieu's theorie dient de staat zo ingericht te zijn dat drie machten van elkaar gescheiden zijn en elkaars functioneren bewaken.
De scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd. Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in een land bij verschillende instellingen moeten liggen. De trias politica is bedacht door de Franse filosoof Charles baron de Montesquieu (1689-1775).
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
In een rechtsstaat is er sprake van een scheiding der machten. De wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht zijn hierin van elkaar gescheiden. De drie machten zijn onafhankelijk van elkaar, en controleren elkaars functioneren.
De uitvoerende macht, die voert dingen uit. Dit is bijvoorbeeld de politie, maar ook het leger.
In Nederland vormen de Eerste Kamer der Staten-Generaal en de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de regering samen de wetgevende macht. In Nederland moeten alle wetten door een meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer aangenomen worden, wijzigingen in de Grondwet door een meerderheid van ten minste twee derde.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Het recht als hoogste gezag
Als iemand de wet heeft overtreden, dan kan de rechter een straf en/of een verbod opleggen. Het tegenovergestelde van de rechtsstaat is de politiestaat of de totalitaire staat. Een politiestaat is een staat waarin de overheid doet wat zij wil.
Scheiding der machten (trias politica)
In een rechtsstaat zijn de belangrijkste overheidstaken verdeeld over 3 machten: Wetgevende macht: regels maken. Uitvoerende macht: regels uitvoeren. Rechterlijke macht: beslissen bij conflicten over de regels.
Naast de gewone rechterlijke macht onderscheidt men de bijzondere gerechten. Het betreft hier in het bijzonder de administratieve gerechten: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Raad voor de Rechtspraak.
De wetgevende macht moest volgens Montesquieu in handen zijn van het volk, de uitvoerende macht in handen van de koning en de rechtsprekende macht in handen van onafhankelijke rechters. Tegenwoordig is de uitvoerende macht meestal in handen van de regering, in plaats van de koning.
De Tweede Kamer heeft twee hoofdtaken: de regering controleren en wetten maken. De belangrijkste taak van de Eerste Kamer is het beoordelen van wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd. Van het recht de regering te controleren maakt de Eerste Kamer maar beperkt gebruik.
Montesquieu (1689-1755) is de geestelijk vader van de scheiding van machten in een wetgevende, een uitvoerende en een rechterlijke macht (Trias Politica). Daarmee wordt hij een belangrijke grondlegger van de rechtsstaat en ons politieke bestel.
De Staten-Generaal zijn sinds 1814 de volksvertegenwoordiging, ofwel het parlement, van Nederland. Bij de Grondwet van 1815 werd een tweekamerstelsel ingevoerd en sindsdien bestaat de Staten-Generaal uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
Vaak worden de begrippen democratie en rechtsstaat door elkaar gebruikt, maar een democratie hoeft niet per se een rechtsstaat te zijn, en een rechtsstaat is niet per definitie een democratie.
De Koning heeft, bij uitsluiting en zonder restrictie, de volle uitoefening der Regering en van alle de Magt, benoodigd om de uitvoering der Wetten van den Staat te verzekeren, en dezelve te doen eerbiedigen. De uitvoerende magt berust bij den Koning.
Nederlandse machtenscheiding – Trias Politica
Wel hebben we in Nederland de drie machten: De wetgevende macht is de regering (koningin en ministers) en de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer) samen. De uitvoerende macht is de regering, de provincies en de gemeenten. De rechterlijke macht is in handen van de ...
De staatsmacht is in België verdeeld over drie machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Elke macht controleert en beperkt de andere machten.
De uitvoerende macht in een gemeente ligt bij de burgemeester die samen met de wethouders een college van B&W vormt. De burgemeester wordt benoemd door de regering. De wethouders worden benoemd door de gemeenteraad, het parlement van een gemeente, waarmee de wethouders de wetgevende macht delen.
Macht heeft de koning niet. Voor het uitvaardigen van wetten en besluiten zijn de handtekening van zowel de koning als een minister nodig. De minister(s) zijn verantwoordelijk. De positie van de koning en de opvolging zijn geregeld in de Grondwet, vandaar dat in Nederland sprake is van een 'constitutionele monarchie'.
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
Links is de politieke richting in het politiek spectrum die streeft naar sociale gelijkheid. Termen als links, rechts, centrumlinks en centrumrechts suggereren dat alle politieke partijen vrij eenvoudig gepositioneerd kunnen worden in een spectrum dat varieert van extreem-links tot extreem-rechts.