UTRECHT - Scans die gemaakt zijn om longkanker op te sporen zijn ook bruikbaar om longziekte COPD te vinden. Dat meldt een onderzoeksteam van het UMC Utrecht.
Een aantal aandoeningen die met een CT-scan van de longen kunnen worden aangetoond zijn: Longkanker of tumoren. COPD.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
Het belangrijkste onderzoek voor een arts om te kijken of u COPD heeft, is een longfunctietest of spirometrie. Dit is een blaastest waarbij onderzocht wordt hoeveel lucht en hoe snel u maximaal kan uitademen. Bij COPD patiënten is dit minder dan normaal.
Een longfunctietest of spirometrie is een eenvoudige, pijnloze en een betrouwbare manier om de diagnose COPD vast te stellen en duurt ongeveer 45 minuten.
COPD is een ingewikkelde aandoening. Veel mensen met COPD hebben ook andere problemen. We doen ook onderzoek naar deze problemen. Dit doen we bijvoorbeeld met bloedonderzoek, hartonderzoek of een botscan.
COPD is een ziekte van de longen die niet kan genezen. Dit komt bijna altijd door roken. Klachten zijn hoesten, slijm, benauwd zijn of moe zijn. Stoppen met roken, bewegen en gezond eten zijn heel belangrijk bij COPD.
Risicogroepen: COPD komt vooral vóór boven de leeftijd van 45 jaar. Het komt vaker voor bij mensen met een lage opleiding dan bij mensen met een hoge opleiding. Dit komt grotendeels doordat lager opgeleiden meer roken dan hoger opgeleiden.
COPD staat voor 'chronic obstructive pulmonary disease'. Bij COPD hebt u last van vernauwing van de luchtwegen als gevolg van ontsteking en kunnen de longen ook beschadigd zijn. Hierdoor ontstaat vervolgens benauwdheid. COPD wordt meestal veroorzaakt door roken.
Je klachten worden meestal niet snel en plotseling erger. Vaak ben je bij lichte COPD onder controle bij je huisarts. Zorg ervoor dat je gezond eet en voldoende beweegt. Bij matige COPD is het nodig om je manier van leven aan te passen, bijvoorbeeld door gezond te eten en voldoende te bewegen.
Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
Maak weer een afspraak met uw huisarts en bekijk samen uw longaanval-actieplan. U kunt kijken wat de oorzaak van de longaanval was. En wat u kunt doen om een nieuwe longaanval te voorkomen. Met uw actieplan, de leefregels bij COPD en gebruik van medicijnen wordt uw kans op een nieuwe longaanval zo klein mogelijk.
Een CT-scan kent weinig risico's. De scan werkt met röntgenstraling. Eenmalig gebruik kan geen kwaad, maar bij veelvuldig gebruik kan het schadelijk zijn. Een arts vraagt dit onderzoek daarom alleen aan als het echt nodig is.
Een longscintigrafie of een longscan is een onderzoek waarbij met behulp van een radioactieve stof de doorbloeding van de longen in beeld wordt gebracht. Via een ader in de arm wordt bij u een injectie gegeven met een licht radioactieve vloeistof.
Als de arts op de longfoto een afwijking ziet, krijg je een CT-scan van je longen. Op de CT-scan zijn je longen heel goed zien. Zo kan de longarts precies zien waar de afwijking zit en of er meer afwijkingen zijn. Op de CT-scan is ook te zien of de lymfeklieren rondom de longen vergroot zijn.
Medicijngebruik. Luchtwegverwijders en ontstekingsremmers zijn de belangrijkste medicijnen bij de behandeling van COPD. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de spiertjes rondom de luchtwegen verslappen, waardoor de luchtwegen bijna direct verwijden en de kortademigheid vermindert.
Je kunt niet genezen van COPD, maar je hebt wél invloed op het verloop van de ziekte. Daarom is leefstijlverbetering – bijvoorbeeld stoppen met roken – belangrijk. Met alleen medicatie blus je een brand.
Als u rookt, is stoppen met roken de beste behandeling voor COPD. U heeft minder last van klachten en de longfunctie gaat minder snel achteruit. De meeste mensen met COPD krijgen medicijnen. Als die niet goed genoeg helpen, zijn er nog andere behandelmogelijkheden.
In veel gevallen zullen de longen na 3 maanden weer in staat zijn zich zelf schoon te houden. De longfunctie kan wel tot 30% verbeteren. De al toegebrachte schade aan longblaasjes door ontstekingen en littekenweefsel is blijvend. De kans op longkanker is tien jaar na het stoppen ongeveer gehalveerd.
COPD (Chronical Obstructive Pulmonary Disease) is een chronische, progressieve longaandoening en helaas (nog) niet te genezen. Toch zijn er diverse behandelingen mogelijk die de ziekte beheersbaar houden en de kwaliteit van leven kunnen verbeteren.
In de eerste stadia van COPD hebben veel mensen niet eens door dat ze mogelijk een ernstige ziekte hebben. Ze merken misschien wel dat ze kortademig zijn, maar gaan vaak niet naar de dokter tot de klachten erger worden. Matige COPD kan leiden tot meer hoesten en de productie van slijm.
Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts. Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommige hebben een piepende ademhaling.
Via verschillende mechanismen zou COPD tot pijn kunnen leiden. Door systemische inflammatie kan neuropathische pijn ontstaan. Maar ook spieratrofie en osteoporose, die vooral bij ernstige COPD een rol spelen, kunnen pijn veroorzaken.
Chronische bronchitis duidt op een chronische ontsteking van de bronchiën (de vertakkingen van de luchtpijp naar de longen). Daardoor wordt er meer slijm aangemaakt dat moet worden opgehoest. Naast deze ontsteking is er ook progressieve vernauwing van de kleinere luchtwegen zodat ademhalen moeilijker wordt.