Een aantal voorbeelden zijn: Bestuurders de ruimte geven om te ritsen bij een rijstrookvermindering. Een bestuurder de ruimte te geven bij het invoegen door een rijstrook naar links te gaan. Vermijden om door plassen te rijden, zodat de mensen op de stoep niet zeiknat worden.
Aangepast rijgedrag is het rijden met een zoveel mogelijk aan het andere verkeer en de omstandigheden aangepaste snelheid. Je kunt dit niet uitdrukken in km/uur omdat het verkeersbeeld continue wijzigt.
In het verkeer zorg je er voor dat je zo veel als mogelijk van het potentiele gevaar vandaan blijft. Dus afstand houden van je voorganger maar ook van gevaarlijke situaties links, rechts en achter je. Deze afstand noemen we het ruimtekussen.
Beste toerental om zuinig te rijden
Hoe lager je toerental, hoe minder brandstof je verbruikt. Schakel daarom door zodra het kan. Bij een dieselmotor is dat tussen de 1500 en 2000 toeren, bij benzinemotoren tussen 2000 en 2500 toeren. Op tijd schakelen is zo efficiënt en zuinig mogelijk rijden.
Rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid met een laag toerental in de hoogste versnelling, waarbij de motor soepel loopt. Dus: 80 km/u in de 5e versnelling, 50 km/u in de 4e versnelling. Voor alle auto's geldt het advies om tussen 2.000 en 2.500 toeren naar een hogere versnelling te schakelen.
Wees zelfverzekerd en besluitvaardig
Rijd heel bewust, maar toon ook initiatief bij het deelnemen aan het verkeer. Wees besluitvaardig: Als je voorrang hebt, ga niet twijfelen, want daarmee creëer je dat de ander gaat rijden. Besluitvaardig word je niet met een paar tips.
Besluitvaardig rijgedrag wil zeggen dat je niet onnodig voorrang verleent en ook niet langer wacht dan de situatie vraagt. Vaak kun je bijvoorbeeld uit het gedrag van je voorliggers opmaken hoe de verkeerslichten zijn afgesteld. Sommige verkeerslichten reageren op het verkeersaanbod.
Snelheid bij inhalen en voorbij gaan
Het inhalen gebeurt met een zodanige snelheid dat de duur van de manoeuvre zo beperkt mogelijk blijft. Bij het voorbijgaan van obstakels pas je de snelheid aan aan de situatie.
Defensief rijden betekent letterlijk: het rijden met focus op het voorkomen van ongevallen, besparen van tijd en het niet verspillen van geld door zuinig en veilig te rijden. Hierbij houd je wel rekening met de omgeving en acties van andere weggebruikers.
Defensief rijden betekent hetzelfde als beheerst deelnemen aan het verkeer. Het komt er dus op aan om bewust zo te rijden, dat je ongevallen voorkomt. Maar je houdt echter ook rekening met fouten van andere weggebruikers en je past je rijstijl aan bij ongunstige rijomstandigheden.
Defensief rijden wil zeggen dat chauffeurs hun voertuig de baas zijn en veilig kunnen anticiperen op verkeerssituaties. Een chauffeur rijdt defensief wanneer deze verkeerssituaties overziet en weet wat er eventueel kan gaan gebeuren waarop de chauffeur adequaat kan reageren.
Je negeert algemene regels, normen en waarden
Als je een ASP hebt, vind je het ook moeilijk om je aan de regels te houden op bijvoorbeeld je werk, in de winkel en tijdens contact met andere mensen. Je komt vaak verplichtingen niet na en handelt vooral uit eigen belang. Je bent vaak impulsief, agressief en prikkelbaar.
Natuurlijk is het zo dat er een beeld is in de maatschappij over asociaal gedrag. Wie asociaal is, is bruut of brutaal, onfatsoenlijk, hard of meedogenloos, houdt geen rekening met de medemens.
Asociaal gedrag is een vorm van deviant gedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met andere mensen of de omgeving. In Nederland wordt in het dagelijkse taalgebruik iemand die asociaal gedrag vertoont vaak een 'aso', 'hufter' of, sinds 2005, 'tokkie' genoemd; in Vlaanderen wordt de term 'marginaal' gebruikt.
Hou het stuur altijd met twee handen vast in de houding 'kwart voor drie', zoals de wijzers van een uurwerk (zie foto). Hierdoor kan je met de meeste kracht en precisie sturen. Bij het draaien, draai je het stuur in de nieuwe positie.
Stuurbehandeling We onderscheiden de doorgeef- en de overpakmethode. De doorgeef- methode verdient de voorkeur. De overpakmethode kan echter goed worden gebruikt bij snel sturen met lage snelheden. Bij het terugsturen het stuurwiel met beide handen begeleiden tot de wielen weer in de rechtuit stand staan.
Besluitvaardig zijn wil zeggen dat je durft besluiten te nemen. Dat doe je door actie te ondernemen of door een oordeel te geven over een bepaalde kwestie.
Bij het links afslaan (voor het aanzetten van de richtingaanwijzer en het voorsorteren) in de rechter spiegel, naar voren, in de linker spiegel en naast je langs de linker schouder* kijken. Zo kan het totale verkeersbeeld worden gezien, dus ook het verkeer rechts of links naast het voertuig.
Onder de bijzondere weggedeelten vallen o.a. rotondes, spoorwegovergangen, voetgangersoversteekplaatsen, in- en uitritten, etc. De examinator let specifiek op je gedrag op dit bijzondere weggedeelte. De snelheid is daarom van belang evenals voor laten gaan. Let hierbij vooral op voetgangersoversteekplaatsen.
Je kan van 4de naar 2de versnelling terugschakelen , als je eerst genoeg afgeremd bent.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
Het nut van de zesde versnelling: zuiniger rijden
Rij je 120 km/u, dan zal de motor in zesde versnelling minder toeren maken dan in vijfde versnelling. Het verbruik van je auto zal in dat geval lager liggen. De zesde versnelling maakt het mogelijk om zuiniger te rijden.
Een auto is zuinig wanneer het zo min mogelijk brandstof verbruikt per kilometer. Als u gaat kijken naar wat zuinig is om te rijden, dan is 1 liter brandstof op 20 kilometer zuinig en 1 liter brandstof op 3 kilometer onzuinig. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.