Wat is het? Het Thoracic Outlet Syndroom (TOS) is een aandoening waarbij de vaatzenuwbundel in het schouder- en halsgebied bekneld raakt. Deze vaatzenuwbundel bestaat uit de plexus brachialis (zenuw), de arteria subclavia (slagader) en vena subclavia (ader) en loopt door de thoracic outlet.
De definitie van TOS is als volgt: 'Een TOS wordt gedefinieerd als een beperking in taalbegrip en/of taalproductie waarbij de taalproblemen niet kunnen worden verklaard door aantoonbaar hersenletsel, intelligentieproblemen, gehoorverlies, lichamelijke problemen of sociaal-emotionele problemen.
Welke klachten ontstaan is afhankelijk van wat er in de vaatzenuwbundel bekneld is. TOS is een zeldzame aandoening en patiënten zijn meestal tussen de 20 en 50 jaar.
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal.
Wat is TOS en wat is een taalachterstand
Hierdoor is TOS niet te genezen, aangezien er echt is in de hersenen mis is. Het is wel mogelijk om met TOS te leren omgaan, waardoor het iets makkelijker wordt voor een kind om met de TOS te leven. (H. Gorter, persoonlijke communicatie, 7 december 2019), (Kentalis, z.d.-b).
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal.
Het thoracic outlet syndroom (TOS) wordt veroorzaakt door anatomische structuren die ervoor zorgen dat de vaatzenuwbundel in het schoudergebied bekneld raakt. De ruimte waar deze beknelling plaatsvindt, wordt de thoracic outlet genoemd. De thoracic outlet is een smalle ruimte waar de vaatzenuwbundel doorheen loopt.
autisme is een aangeboren pervasieve ontwikkelingsstoornis. Dit wil zeggen dat eveneens de ToM, door de aangeboren stoornis, in mindere mate tot ontwikkeling gekomen (P. Janssen, persoonlijke communicatie, 6 januari 2020). De oorzaak van de onderontwikkelde ToM is dus anders bij autisme en bij TOS.
Kenmerken van TOS die veel voorkomen
Het kind is niet goed te verstaan. Het kind lijkt niet te luisteren. Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen. Het kind wordt boos of trekt zich terug als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt.
Het is bekend dat genetische factoren (DNA-veranderingen) waarschijnlijk een grote rol spelen bij het ontstaan van taalontwikkelingsstoornissen (TOS).
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of slechthorend, doof of doofblind zijn, hebben recht op passend onderwijs. 'Regulier als het kan, speciaal als het moet', zegt de Wet passend onderwijs.
TOS is een heterogene stoornis: kinderen kunnen problemen hebben met spraak (fonologie of spraakmotoriek), met taalbegrip of taalproductie of met combinaties daarvan.
Een kind met TOS kan problemen hebben bij het volgen van de lessen op school of moeite met het onderhouden van vriendschappen. Soms voelt een kind zich niet goed omdat hij of zij niet wordt begrepen. Dan kan het kind heel stil worden of juist agressief reageren.
Als er geen (duidelijke) aanwijsbare oorzaak is voor de achterstand in de ontwikkeling van de taal van het kind, kan een diagnose specifieke taalont- wikkelingsstoornis overwogen worden. Deze diagnose werd vaak afgekort als S-TOS, maar sinds 2012 is de afkorting TOS de aangewezen afkorting.
Wanneer een kind onvoldoende taalinput heeft gehad, spreken we over een blootstellingsachterstand. Een blootstellingsachterstand kan een kind nog inhalen; een taalstoornis blijft. Ongeveer 75% van de kinderen die op 5-jarige leeftijd een diagnose TOS heeft, heeft die diagnose op 12-jarige leeftijd nog steeds.
Ongeveer 7% van de kinderen op de basisschool heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Dat zijn twee kinderen in een schoolklas van 30 leerlingen. TOS is een relatief onbekend probleem, terwijl de stoornis zich vaker voor- doet dan bijvoorbeeld autisme dat bij 1% van de kinderen voorkomt.
Oorzaken van een taalontwikkelingsstoornis kunnen zijn: − gehoorproblemen; − complicaties bij de geboorte; − verstandelijke handicap; − langdurige en frequente ziekenhuisopnames; − hersenbeschadiging; − verminderde luisterhouding; − verminderde concentratie; − emotionele problemen; − onvoldoende taalstimulering vanuit ...
TOS is aangeboren en het betekent dat het leren van taal niet vanzelf gaat. TOS is niet hetzelfde als een taalachterstand.
Zij hebben meer moeite met het aangaan van sociale contacten, laten meer gedragsproblemen zien, hebben vaker problemen op het emotionele vlak en lopen een groter risico op (het ontwikkelen van) een psychiatrische stoornis. Redenen genoeg om aandacht te blijven geven aan TOS, ook op latere leeftijd.
Een taalontwikkelingsstoornis kan worden behandeld met verschillende therapievormen. Hierbij werken de ouders en de logopedist veel samen. Bij indirecte therapie begeleidt de logopedist de ouders, zodat ze de taalontwikkeling van hun kind in het dagelijks leven zo goed mogelijk stimuleren.
Helaas gaat een TOS niet vanzelf over. Een TOS kan overgaan of milder worden met goede behandelingen, maar een groot deel van de kinderen met een TOS blijft er zijn hele leven last van houden. Zij blijven bijvoorbeeld moeite houden met het vinden van woorden, als ze moe zijn.
Een verkeerde houding kan ontstaan doordat spieren te sterk of te zwak zijn. Door specifieke oefeningen die u uitvoert samen met uw fysiotherapeut worden de juiste spieren voor een goede houding getraind. Als gevolg van deze houdingsverandering kan de beknelling van de zenuw afnemen waardoor de klachten verminderen.