cognitieve wetenschappen houden zich alléén bezig met dingen die we bewust kunnen leren en weten. psychologie houdt zich daarnaast óók bezig (en sommige takken voorál bezig) met het onderbewuste, de dingen waarvan we ons NIET bewust zijn dat we die leren of geleerd hebben.
cognitief (bn) : verstandelijk, kennend.
Wat is mentaal vermogen? Zoals mensen een fysieke conditie hebben die hen in staat stelt om beter te werken en op een hoger niveau te sporten, zo hebben mensen ook een mentaal vermogen. Mentaal vermogen heeft betrekking op emotionele, cognitieve en sociale vaardigheden.
Cognitieve functies of vaardigheden zijn onder meer geheugen, intelligentie, taal en concentratie. Dankzij die functies bent u in staat om informatie en kennis op te nemen en te verwerken.
Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een vorm van psychotherapie die je leert om anders tegen problematische situaties aan te kijken en er anders mee om te gaan. Cognitieve gedragstherapie gaat er van uit dat problemen beïnvloed en in stand gehouden worden door iemands gedachten en gedrag.
Eigenlijk is CGT een vorm van psychotherapie , hoewel mensen vaak denken dat ze anders zijn. In een notendop: psychotherapie omvat doorgaans een breed scala aan therapieopties, waaronder CGT, en biedt verbeteringen met consistente sessies op de langere termijn.
Om trauma te behandelen wordt naast EMDR ook cognitieve gedragstherapie ingezet als één van de mogelijkheden.
Cognitief betekent betrekking hebbend op het mentale proces dat betrokken is bij het kennen, leren en begrijpen van dingen . [formeel]
Non-cognitieve vaardigheden gaan niet over kennis, maar over vaardigheden die nodig zijn om kennis te verkrijgen en te kunnen toepassen. Het zijn vaardigheden die er bijvoorbeeld voor zorgen dat je overzicht krijgt over taken, doorzettingsvermogen toont, gedisciplineerd werkt of een planning kan maken.
Cognitieve gezondheid verwijst naar het vermogen van onze hersenen om te functioneren, inclusief leren, redeneren en het voltooien van taken. Mentale gezondheid verwijst naar ons emotionele en psychologische welzijn, inclusief onze gevoelens over onszelf en de wereld om ons heen. Cognitieve gezondheid en mentale gezondheid zijn verschillend, maar nauw verwant .
U kunt dan denken aan: vergeetachtigheid, vergeten welke dag het is of niet op woorden kunnen komen, problemen niet kunnen oplossen, verstoring van het dag- en nachtritme, verdwalen, zichzelf en het huishouden niet meer verzorgen en apathie. Deze problemen kunnen verschillende oorzaken hebben.
Personen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kunnen naast primaire spraak- en taalstoornissen (dysartrie en afasie) ook cognitieve stoornissen hebben. Wanneer de cognitieve stoornissen de oorzaak zijn van veranderingen in de communicatie, spreken we over cognitieve communicatiestoornissen (CCS).
Enkele veel voorkomende antoniemen van het woord cognitief zijn reflexief, fysiek, emotioneel en onbewust etc.
Cognitie en intelligentie zijn gerelateerde begrippen, maar niet hetzelfde. Cognitie verwijst naar alle mentale processen die betrokken zijn bij het verwerken van informatie, terwijl intelligentie meer verwijst naar het vermogen om complexe problemen op te lossen en nieuwe informatie te leren.
Cognitief sterk functioneren verwijst zowel naar begaafdheid (cognitieve vaardigheden) als naar schoolprestaties (prestaties op schoolvorderingstoetsen). Ze kunnen samen aanwezig zijn, maar een van beide volstaat om te spreken van cognitief sterk functioneren.
Wat is cognitief denken? Cognitief denken is het mentale proces dat mensen gebruiken om te denken, lezen, leren, onthouden, redeneren, opletten en uiteindelijk informatie te begrijpen en om te zetten in kennis . Mensen kunnen deze kennis vervolgens omzetten in beslissingen en acties.
Cognitieve functies worden ook wel 'kennende functies' genoemd. Hiermee bedoelen we functies die te maken hebben met het verwerken van informatie en je in staat stellen tot leren, intelligent gedrag.
Cognitie - het proces of het geheel van de processen waarbij een organisme kennis opdoet of zich bewust wordt van gebeurtenissen of objecten in de omgeving. Het is het bewust opnemen, verwerken, vastleggen en gebruiken van informatie. Cognitie omvat dus het waarnemen, het leren, het geheugen, de taal, het denken.
Cognitieve stoornissen (CD's), ook wel neurocognitieve stoornissen (NCD's) genoemd, zijn een categorie psychische stoornissen die voornamelijk cognitieve vermogens aantasten, waaronder leren, geheugen, perceptie en probleemoplossing.
Kenmerken van dementie
vergeetachtigheid; taalproblemen, bijvoorbeeld niet op woorden kunnen komen of de betekenis van woorden vergeten; gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen; problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
“Cognitieve beperkingen” is een term die verwijst naar een breed scala aan aandoeningen, waaronder verstandelijke beperkingen, autismespectrumstoornissen, ernstige, aanhoudende psychische aandoeningen , hersenletsel, beroertes, de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie.
Beide zijn effectief bij verschillende aandoeningen.
CGT richt zich op het veranderen van negatieve denkpatronen, die vaak worden gebruikt voor angst en depressie. EMDR daarentegen gebruikt oogbewegingen of bilaterale stimulatie om traumatische herinneringen te verwerken, waardoor het ideaal is voor traumagerelateerde aandoeningen zoals PTSS .
EMDR-therapie kent weinig risico's, maar de effecten van EMDR kunnen na de behandeling nog wel even doorwerken. Dit kan een aantal nadelen hebben: Door het terughalen van beelden, kun je tijdens de behandeling last krijgen van angstige gevoelens. Hier kun je nog enige tijd na de behandeling last van hebben.
Bijvoorbeeld, gesprekstherapie kan geschikter zijn voor degenen die zich willen richten op zingeving. Daarentegen kan EMDR nuttiger zijn voor degenen die zich willen richten op het verwerken van hun trauma zonder noodzakelijkerwijs zin te geven aan wat er met hen is gebeurd .