De vervoerder/chauffeur is verantwoordelijk voor de zending van het moment dat de lading in de auto is gestuwd tot en met het moment dat de zending wordt aangeboden voor het lossen.
De vervoerder is altijd aansprakelijk in geval van strafrechtelijke handhaving. Een verlader kan medeaansprakelijk zijn. Het digitaal toezicht richt zich op de kentekenhouder (meestal de eigenaar). Dat kunnen andere partijen zijn.
De afzender respectievelijk geadresseerde is verantwoordelijk voor het laden en lossen. Zelfs indien de chauffeur deze handelingen zelf uitvoert, gebeurt dit onder toezicht, controle en verantwoordelijkheid van de afzender of geadresseerde.
Deze gegevens staan in het kentekenregister van de oplegger vermeld en het is verboden om meer te laden. Er wordt proces-verbaal opgemaakt als de maximum massa met 5% of meer is overschreden, als de aslast meer dan 10% te hoog is of als de koppelingsdruk 10% of meer te hoog is.
Over het algemeen, duurt het handmatig lossen van een vrachtwagen ongeveer 30 minuten, afhankelijk van het type product en het gewicht. Door deze handeling te automatiseren, wordt de benodigde tijd teruggebracht tot minder dan 10 minuten.
Volgens de AVC-condities is de opdrachtgever van het transport verantwoordelijk voor het laden, stuwen en doen lossen van de lading, tenzij hier met de vervoerder andere afspraken over zijn gemaakt.
Volgens dit artikel moet de vervoerder 'de belading, stuwing en eventuele overbelading controleren'. Als er iets mis is, moet de vervoerder dit aantekenen op de vrachtbrief. Als de vrachtauto toch overbeladen wordt, mag de vervoerder de overeenkomst opzeggen of de belading zelf opnieuw uitvoeren.
In Nederland wordt in de praktijk een overbelading van 5 procent gedoogd. Boetes liggen in Nederland tussen de 120 en 470 euro. In het buitenland gelden andere bedragen en regels. In bijvoorbeeld Zwitserland en Oostenrijk heb je met een klein beetje overbelading al kans op een fikse bon.
Overschrijding van het gewicht dat een voertuig volgens het kenteken mag hebben, is bovendien gevaarlijk in het verkeer. Een overbeladen voertuig heeft bijvoorbeeld een langere remweg. Tot slot leidt elke vorm van overbelading tot ongeoorloofd economisch gewin ten opzichte van bedrijven die goed gedrag vertonen.
Op de rijbaan naast een fietsstrook of busstrook. In een zone van vijf meter voor en na een oversteekplaats. In een zone van vijf meter voor en na een bocht. Bij een bushalte (passagiers laten in- of uitstappen mag hier wel, zolang het de bus niet hindert)
De belangrijkste hoofdregel, over wie er verantwoordelijk is voor de ladingzekering, staat in art. 4 lid 1e: de afzender moet laden, stuwen en lossen. Dit verandert wanneer de partijen anders afspreken en dit schriftelijk vastleggen.
Transportrisico. De wet bepaalt dat het risico voor de goederen pas over gaat op de koper op het moment dat hij (of een door hem aangewezen derde) het product ontvangt. Dat betekent dat de verkoper aansprakelijk is voor schade die optreedt tijdens het vervoer. Hierbij gaat het om fysieke inontvangstneming door de koper ...
Als er tijdens het vervoer schade ontstaat aan de goederen, is de vervoerder daar in beginsel aansprakelijk voor. De aansprakelijkheid van de vervoerder is beperkt tot een maximum- bedrag per kilo, behalve bij opzet. In dat geval is de vervoerder onbeperkt aansprakelijk.
Vaak wordt gesteld dat je rustig 5 of 10 procent kunt overbeladen omdat je dan onder het door de fabrikant opgegeven technisch gewicht blijft en de politie pas vanaf vijf procent procent overbelading bekeurd. Men vertelt dat de politie in Nederland gebruikt maakt van twee grenzen: vijf en tien procent.
Maximum toegestane massa onder de assen
Het is verboden het wegdek te beschadigen door zich met een voertuig op de openbare weg te bevinden waarvan de massa op de grond onder een van de assen het toegestane maximum, met meer dan 5 procent overschrijdt.
Een gekentekend voertuig is te zwaar beladen als de toegestane massa's (gewichten) of de druk onder de as(sen) of onder de koppeling worden overschreden. Ook strafbaar is het trekken van een zwaarder beladen aanhangwagen dan het kentekenbewijs van het trekkende voertuig toestaat.
In de praktijk geldt een waarschuwing bij overbelading tot en met 5%. In de overige Europese landen gaat men verschillend om met de marges bij overbelading. De kans op een bekeuring of de eis om lading te lossen kan in het buitenland aanmerkelijk groter zijn.
De toegestane maximum massa is beperkt tot maximaal 40 ton. In overeenkomsten tussen landen onderling worden soms hogere massa's toegestaan. Nederland hanteert standaard 50 ton. Voor rijdende werktuigen wordt een hogere massa toegestaan.
Weeglussen in Nederland,plus de Boeteberekening. A 1; THV Apeldoorn. A 2; THV Born. A 4; THV Schiphol.
De Nederlandse verkeerswetgeving eist dat de lading of delen daarvan moeten zijn gezekerd. De ladingzekering moet zodanig zijn dat lading onder normale omstandigheden niet van het voertuig kan vallen. Volle remmingen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek horen tot de normale omstandigheden.
Voor het laden en lossen van ongepalletiseerde goederen kan een bandtransporteur of rollenbaan worden gebruikt. Deze optie wordt vaak gebruikt bij het lossen van containers met losse colli. Via de baan kan er toch snel worden gelost en ook vanuit ARBO oogpunt is dit een goed hulpmiddel.
Onder 'laden en lossen' verstaan we de tijd die nodig is om de goederen (spullen) in of uit te laden. Het in- en uit laten stappen van personen valt hier niet onder. Het opladen van elektrische auto's valt hier ook niet onder.
Zet je je lading vast door middel van vormsluiting, dan sluit je de lading als het ware op. Dit kan door de lading strak tegen een verticale wand of tegen een ander stuk lading vast te zetten. Hierdoor kan de lading geen eigen leven gaan leiden. Dit vastzetten kun je doen met bijvoorbeeld spanbanden.