Een behandeling voor een bottumor kan bedoeld zijn om u te genezen. Als genezing niet meer mogelijk is, kunnen we u behandelen om uw levenskwaliteit te verbeteren. En als dat kan, om uw leven te verlengen.
Botkanker is geen uitzaaiing in het bot
Dat komt vaker voor. Sommige mensen denken dat dit ook botkanker is, maar dat is niet zo. Het is een uitzaaiing in de botten van een andere soort kanker.
Uitzaaiingen in de botten
Palliatieve behandelingen werden ook levensverlengend. Patiënten met uitgezaaide long-, borst-, nier- en prostaatkanker leven soms nog 2 jaar of meer. Het ziekteproces wordt geremd maar zet wel door, met als gevolg ook meer uitzaaiingen in de botten."
Wat is de overleving van botkanker? Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 56 van de 100 mensen in leven. Deze cijfers gelden alleen voor volwassenen. De overleving bij kinderen is anders.
Het vaakst in de botten. Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Het is niet altijd nodig om een goedaardige bottumor direct te behandelen. De tumor groeit namelijk meestal langzaam. Vaak heeft iemand ook geen klachten. We controleren u wel regelmatig.
Wat is botkanker? Botkanker is een kwaadaardige tumor in het bot. Er bestaan ook goedaardige bottumoren, die noemen we goedaardige botgezwellen. Ook spreken we niet van botkanker, wanneer er uitzaaiingen in de botten zijn van een andere soort kanker.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed.
Hoe kun je het herkennen? De voornaamste klachten zijn zwelling in een been of een gewricht en pijn ter hoogte van de tumor. Je kunt op het zicht niet zeggen of het gaat om een goed- of een kwaadaardig gezwel, en of het een primaire tumor is of een uitzaaiing. Een gezwel dat groter of dikker wordt is altijd verdacht.
Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'. Tumoren en uitzaaiingen scheiden ook chemische stoffen af die soms ook rechtstreeks pijnzenuwen prikkelen en dus pijn veroorzaken.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Botkanker is heel agressief. Maar het meest levensbedreigend zijn de uitzaaiingen, en niet de oorspronkelijke tumor. Botkanker zaait snel uit, vooral naar de longen. Maar als er één type kanker is waarin de wetenschap met reuzenschreden is op vooruitgegaan, dan is het wel botkanker!
Ze nemen in incidentie en prevalentie toe, als gevolg van de steeds effectievere behandeling van de primaire tumoren. Hoewel de algemene overleving is verbeterd, overlijdt 50% van de patiënten met botmetastasen binnen 6 maanden na het stellen van deze diagnose.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een combinatie van een operatie en chemotherapie direct in de buik (HIPEC) kan de uitzaaiingen soms genezen. HIPEC staat voor Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. De behandeling kan alleen als er geen uitzaaiingen zijn naar de lever of de longen.
Een bottumor is een tumor die in de botten is gelegen. Deze kan ontstaan uit beenweefsel (bot en kraakbeen) of vanuit cellen die geen bot of kraakbeen maken, maar wel in de botten aanwezig zijn. Dit zijn bijvoorbeeld bloedvaten of bindweefselcellen.
De kans op overleving is afhankelijk van de soort kanker die u heeft en van uw persoonlijke ziekte- geschiedenis. Patiënten met uitzaaiingen hebben meestal een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. Meestal is bij uitgezaaide kanker genezing niet meer mogelijk.
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'. Tumoren en uitzaaiingen scheiden ook chemische stoffen af die soms ook rechtstreeks pijnzenuwen prikkelen en dus pijn veroorzaken.
Ze nemen in incidentie en prevalentie toe, als gevolg van de steeds effectievere behandeling van de primaire tumoren. Hoewel de algemene overleving is verbeterd, overlijdt 50% van de patiënten met botmetastasen binnen 6 maanden na het stellen van deze diagnose.
Botmetastasen geven veel pijn en tasten de mobiliteit aan, zeker als er een fractuur ontstaat. Patiënten kunnen dan volledig bedlegerig worden, wat de kwaliteit van leven en de conditie enorm aantast.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Zoledroninezuur bindt zich aan het calcium (kalk) in het bot. Dit remt de afbraak van de botten. De snelheid van afbraak en opbouw van de aangetaste botten neemt af. Hierdoor heeft u minder botpijn en minder kans op botbreuken.