De Gebruiksoppervlakte is de oppervlakte in uw woning (het aantal vierkante meters) dat gebruikt kan worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn. Aangebouwde delen die dicht zijn (zoals een garage, berging, erker, aanbouw of dakkapel) horen ook bij de Gebruiksoppervlakte.
Externe bergruimte
Externe bergruimtes staan los van de woning en zijn daarmee geen onderdeel van de woonoppervlakte. Deze ruimtes hebben geen woonfunctie, zijn afsluitbaar en alleen bereikbaar door de woning te verlaten. Voorbeelden zijn vrijstaande garages, schuren en andere externe bergingen.
In twijfelgevallen tussen gebruiksoppervlakte wonen en overige inpandige ruimte is sprake van gebruiksoppervlakte wonen. Bijvoorbeeld: gang, keuken, vaste kast, trapkast, meterkast en badkamer worden gerekend tot de gebruiksoppervlakte wonen.
Wanneer je de woonoppervlakte meet, doe je dat binnenmaats (van binnenmuur tot binnenmuur). Daarnaast heb je nog ruimten met een andere funktie: de aangebouwde stenen berging of berging achter in de tuin. Of een kelder, vliering; die vallen onder de overige inpandige ruimte.
De gebruiksoppervlakte is het aantal vierkante meters in uw woning die gebruikt kunnen worden om te wonen. Hierbij moet de stahoogte minimaal 1,5 meter zijn.
Berekenen van het gebruiksoppervlak (GBO)
Vierkante meters die voor de berekening van het GBO niet meetellen zijn bijvoorbeeld: Alle plaatsen waar het plafond lager is dan 1,5 meter. Trappen en liften.
In NEN 2580 is bepaald dat de gebruiksoppervlakte wordt berekend door van de totale oppervlakte binnen de wanden van de woning, het BVO (bruto vloeroppervlak) de volgende oppervlaktes af te trekken: Grondoppervlak van dragende wanden. Oppervlak van vides en trapgaten, indien groter dan 4 m2.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen inpandige en uitpandige opslagvoorzieningen. Inpandige opslagvoorzieningen zijn voorzieningen welke in een ander bouwwerk zijn gelegen. Uitpandige opslagvoorzieningen zijn voorzieningen welke niet in een ander bouwwerk zijn gelegen.
- de ruimte is bouwkundig slechts geschikt als bergruimte. Voorbeelden hiervan zijn een kelder, fietsenstalling of een garage; - er is sprake van een bergzolder, dat wil zeggen een voor mensen toegankelijke zolder die alleen geschikt is voor incidenteel gebruik.
Het eerste lid geeft aan dat een woonfunctie als nevenfunctie een niet-gemeenschappelijke afsluitbare bergruimte moet hebben met een vloeroppervlakte van ten minste 5 m² bij een breedte van ten minste 1,8 m en een hoogte boven de vloer van ten minste 2,3 m.
Ruimtes zoals de woonkamer, keuken, het toilet, badkamer en slaapkamers, maar ook de gang, bijkeuken, vaste kast en meterkast maken allemaal deel uit van de totale woonoppervlakte van een woning.
Een zolder telt alleen mee als woonoppervlak als hij beschikt over een vaste trap en voldoende daglichttoetreding. Anders is het overige inpandige ruimte. Een keuken, vaste kast, meterkast, gang, trapkast, badkamer en toilet binnen de woning worden tot de gebruiksoppervlakte wonen gerekend.
De woonoppervlakte is het aantal vierkante meters van het eigendom dat effectief bewoonbaar is. Alle ruimtes binnen de woning worden meegerekend, maar de tuin, oprit en andere buitenruimtes tellen niet mee in de woonoppervlakte.
Ruimtes waarbij het hoogste punt lager is dan twee meter, met een oppervlakte kleiner dan 4m² en bergruimtes tellen niet mee als woonruimte. Ook je garage en zolder zonder vaste trap zijn dus geen bewoonbare onderdelen.
Je hebt een beter beeld van de grootte van een object bij vierkante meters dan bij kubieke meters. Ook in het kader van Openbare Orde en Veiligheid wordt gebruik gemaakt van oppervlakte gegevens (hoeveel mensen mogen zich op een verdieping bevinden – afhankelijk van de oppervlakte).
Een serre wordt meestal gezien als een volwaardige woonruimte. Als mensen het woonoppervlak van de woning willen vergroten, is een serre een optie. Er kan gekozen worden uit verschillende vormen. Er bestaan ronde serres, maar ook rechthoekige.
In het Bouwbesluit zit een belangrijke bepaling opgesloten: elk appartement moet worden voorzien van een individuele berging. Voor de berging geldt een vaste minimum oppervlaktemaat per woning, ongeacht de omvang van die woning: een minimaal oppervlak van 5 m2.
Bruto-vloeroppervlakte (BVO)
Het BVO is het vloeroppervlakte inclusief alles, gemeten op vloerniveau, dus inclusief gevels, dragende wanden, vides etc. Een woningscheidende muur (muur tussen twee woningen ) telt voor de helft mee bij het berekenen van het BVO.
Overige inpandige ruimte
Overige inpandige ruimten hebben geen woonfunctie. Deze ruimten zijn vaak niet makkelijk toegankelijk, hebben een maximale hoogte van twee meter of hebben geen daglicht. Met overige inpandige ruimten worden bijvoorbeeld de vliering en de kelder (wanneer deze geen daglicht heeft) bedoeld.
Overige gebruiksfunctie
een woonfunctie heeft als nevengebruiksfunctie een niet-gemeenschappelijke afsluitbare bergruimte (…). De verplichte buitenberging is een nevenfunctie van de woonfunctie. Hieruit volgt dat de buitenberging per definitie een overige gebruiksfunctie heeft.
Verschil tussen BVO en GBO
Het bruto-vloeroppervlakte is dus inclusief dragende muren, vides, gevels en noem zo maar op. Dit geldt ook voor de helft van scheidingsconstructie (binnenmuren). Het gebruiksoppervlakte (GBO) is gelijk aan het bruto-vloeroppervlak minus: dragende binnenmuren en gevels.
Een zolder kunt u opgeven als extra kamer, mits die voldoet aan de voorschriften vanuit het bouwbesluit. Dit hangt dus af van onder andere de afmetingen, daglichtvoorziening, isolatie, brandveiligheid en toegankelijkheid. Zo moet een trap naar een zolderkamer een vaste trap zijn (geen vlizotrap).
Een perceeloppervlakte is de grond waar je huis op is gebouwd. Ook als je een stuk grond hebt gekocht behoort dit tot het perceel. Deze vierkante meter worden vaak genoteerd door het Kadaster. Jouw perceeloppervlakte vind je gemakkelijk op de kadastrale kaart.
Bewoonbare kelder: kelder waarvan het vloerniveau maximum 1,50 meter onder het maaiveld ligt met een minimum plafondhoogte van 2,20 meter. Niet-bewoonbare kelder: kelder die niet voldoet aan de definitie van bewoonbare kelder.
De perceeloppervlakte is de oppervlakte van de grond(en) waar de woning op staat, ook wel perceel genoemd. Het Kadaster meet en registreert alle percelen in Nederland. De makelaar neemt vervolgens de gegevens over vanuit het Kadaster en plaatst de info op funda.