De aangevraagde onderzoeken bepalen de plek van voorkeur. De specialist ontsmet de huid op de plaats van de punctie. Daarna worden de huid en het botvlies verdoofd met een injectie. Het binnenste deel van het bot kan niet worden verdoofd, daarom kan een beenmergpunctie als pijnlijk worden ervaren.
De arts prikt in de bekkenkam. Daarna gaat de arts met de holle naald via de huid naar het bot. Dit voelt u wel, echt pijn doet het niet. Alleen als de arts het beenmerg uit het bot zuigt, voelt u kort een scherpe pijn.
Stamcellen uit het beenmerg
Bij een beenmergdonatie worden stamcellen met een dikke naald uit de achterkant van het bekken gehaald. In het bekken zit veel beenmerg, waardoor het makkelijk kan worden afgetapt. Bovendien is het een groot en stevig bot, waardoor zonder problemen beenmerg kan worden afgenomen.
Beenmergpunctie onder een “roesje”
Het slaapmiddel kan als bijwerking tijdelijk geheugenverlies geven, hierdoor kunt u zich delen van het onderzoek achteraf niet meer herinneren.
U kunt na het onderzoek een beurs gevoel houden op de plaats van de punctie. Dit is normaal en trekt na enkele dagen vanzelf weer weg. De kans op deze napijn is groter wanneer er tijdens het onderzoek een pijpje bot is weggenomen (beenmergbiopt). U kunt een paracetamol innemen tegen de pijn.
Multipel Myeloom is niet te genezen. Het is meestal wel mogelijk om de ziekte langere tijd tot rust te brengen. U heeft dan minder klachten. Na een korte of langere tijd komen de klachten wel terug.
De uitslag krijgt u (afhankelijk van de noodzakelijke bewerking van de cellen/botweefsel) na enkele dagen of een week bij het volgende polikliniekbezoek aan uw specialist.
Het aanprikken voelt u kort. De verdoving werkt alleen voor de huid en het botvlies, het bot zelf kan namelijk niet verdoofd worden. Als de verdoving ingewerkt is start de arts met het onderzoek. De arts zal een naald inbrengen om beenmerg op te zuigen.
Bij een beenmergpunctie wordt een holle naald in een van de lange beenderen gebracht om wat beenmerg op te zuigen voor onderzoek. Een beenmergpunctie wordt vooral gebruikt voor de diagnose van een vloeibare kanker, zoals lymfomen en leukemie.
De punctie kan plaatsvinden in het borstbeen of in het bekken (rugzijde) plaatsvinden. Nadat de arts of verpleegkundig specialist u een injectie heeft gegeven voor de plaatselijke verdoving, wordt er door middel van een beenmergpunctie naald beenmerg opgezogen.
Ongeveer twee weken na de transplantatie is het beenmerg hersteld en begint het (weer) bloedcellen aan te maken. Die witte bloedcellen herkennen de nog overblijvende kankercellen en vernietigen ze. De herstelfase duurt twee tot drie weken.
De symptomen van beenmergfalen hangen af van welke cellen uitvallen. Een laag aantal rode bloedcellen veroorzaakt vermoeidheid, bleek zien, kortademigheid en duizeligheid. Door een tekort aan witte bloedcellen is de afweer verminderd en kunnen er vaak en ernstige infecties optreden met koorts.
Transplantatie met stamcellen
De stamcellen die de bloedcellen aanmaken, bevinden zich in het beenmerg. Een stamceltransplantatie staat daarom ook wel bekend als een beenmergtransplantatie. Beenmerg bevindt zich aan de binnenzijde van botten zoals het bekken, de wervels en het borstbeen.
Het doel van de beenmergpunctie is om bij een verdenking van een verstoorde aanmaak van de bloedcellen te onderzoeken of dit daadwerkelijk zo is. In het beenmerg worden alle bloedcellen aangemaakt. Het beenmerg bevindt zich bij volwassenen vooral in het bekken, de ribben en in het borstbeen.
De specialist ontsmet de huid op de plaats van de punctie. Daarna worden de huid en het botvlies verdoofd met een injectie. Het binnenste deel van het bot kan niet worden verdoofd, daarom kan een beenmergpunctie als pijnlijk worden ervaren.
De meest voorkomende klacht is pijn aan de botten. Vooral die botten waarin veel beenmerg zit zoals de wervels, bekken, heupen en het borstbeen kunnen ernstig aangetast raken door de ziekte. Er ontstaat pijn en er kunnen gaten in de botten komen. Hierdoor ontstaan botbreuken en ingezakte wervels.
Symptomen van multipel myeloom (Ziekte van Kahler)
De botten worden broos en pijnlijk. Eén van de eerste symptomen zijn botpijnen die ontstaan door zogenaamde osteolytische letsels. Ook pathologische botbreuken en compressie van het ruggenmerg kunnen optreden.
Het beenmerg produceert doorgaans rijpe rode bloedcellen.Het hemoglobine in deze cellen transporteert zuurstof naar de lichaamsweefsels. Het percentage rode bloedcellen in het totale bloedvolume heet de hematocriet. Bij gezonde vrouwen is de hematocriet 36% tot 46%, bij gezonde mannen 40% tot 52%.
Beenmerg bevindt zich in de botten. Bij kinderen zit beenmerg nog in alle botten, maar bij volwassenen concentreert het beenmerg zich in de botten van de romp en de schedel (zie dia 5).
Soms is na de diagnose van lymfklierkanker een beenmergpunctie nodig. Hieruit blijkt of er kwaadaardige witte bloedcellen in het beenmerg zitten. Om de plaats van het lymfoom te bepalen, is soms extra onderzoek nodig met een MRI-scan.
Beenmergaandoeningen, ook wel myeloproliferatieve aandoeningen (MPD of MPN), zijn ziekten waarbij het beenmerg teveel rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes aanmaakt. Het zijn chronische aandoeningen die langzaam verergeren naarmate het aantal bloedcellen toeneemt.
De patiënt gaat op diens linker- of rechterzij liggen. De arts brengt een plaatselijke verdoving aan op de plaats waar vervolgens geprikt gaat worden. Daarna wordt met een dunne naald een pijpje bot verwijderd waarin het beenmerg zit, en – vaak met dezelfde naald – wordt wat vloeibaar beenmerg opgezogen.
Er zijn twee soorten beenmerg: rood merg en geel merg. Geel merg heeft veel meer vetcellen dan rood merg. Beide soorten beenmerg bevat- ten bloedvaten. Het beenmerg is een 'fabriek' waarin alle cellen aangemaakt worden die zich in het beenmerg en in de bloedsomloop bevinden.