Tijdens het gynaecologische onderzoek krijg je bijna altijd een vaginale echografie. Bij dit onderzoek brengt de arts een speciale echokop in de vagina. Op de vaginale echo kan de arts zien of het baarmoederslijmvlies verdikt is. Is dat het geval, dan neemt de arts met een soort lepeltje wat baarmoederslijmvlies weg.
Bij baarmoederhalskanker begint de ongeremde celdeling vaak in het slijmvlies op de grens van de baarmoederhals en baarmoedermond. Dat proces duurt meerdere jaren. Met een inwendig onderzoek (een uitstrijkje) kunnen we baarmoederhalskanker al in een voorstadium ontdekken.
De grootte, vorm en ligging van de baarmoeder en de dikte van het baarmoederslijmvlies kunnen worden beoordeeld. Er wordt gekeken of er myomen (vleesbomen) of poliepen (slijmvliesverdikkingen) aanwezig zijn en waar deze zich bevinden.
vaginaal bloedverlies of bruinige afscheiding als u al in de overgang bent geweest. onregelmatig en veel bloedverlies tussen de menstruaties door. bloedverlies bij het plassen of andere plasklachten. vrouwen met baarmoederkanker in een vergevorderd stadium kunnen last hebben van moeheid, vermagering en/of buikpijn.
Baarmoederhalskanker ontstaat heel langzaam. In het begin zijn er vaak geen klachten. De eerste symptomen kunnen zijn: abnormaal bloedverlies uit de vagina, of afscheiding die er anders uitziet dan normaal.
Baarmoederhalskanker ontstaat heel langzaam, meestal duurt het zo'n 10 tot 15 jaar. Het begint vaak met veranderde cellen. Die kunnen veranderen in kanker. Het geeft vaak geen klachten.
De gynaecoloog brengt een echo-apparaatje met wat glijmiddel erop in uw vagina. Het echo-apparaatje is een soort staafje. Op een beeldscherm kan de gynaecoloog uw baarmoederhals, baarmoeder en eierstokken bekijken. De gynaecoloog kan meten hoe groot het gezwel is.
Eierstokkanker wordt meestal ontdekt als een vrouw vanwege buikklachten een echo of scan laat maken. Daarop is dan een holte in de eierstok of eileider te zien die is gevuld met vocht (een cyste). De meeste vrouwen kunnen we geruststellen, omdat een cyste vaak goedaardig is.
Echoscopie in de gynaecologie is een onderzoekstechniek waarmee organen in het kleine bekken zichtbaar worden gemaakt. Echoscopie in de gynaecologie is een onderzoekstechniek waarmee organen in het kleine bekken zichtbaar worden gemaakt. Een andere naam voor echoscopie is ultrageluid-onderzoek.
Welke screening? Om voor baarmoederhalskanker te screenen wordt een uitstrijkje gedaan. Vervolgens onderzoekt het labo de resultaten daarvan. Als de screening verdacht is, moet je in de meeste gevallen nog een andere test doen om uit te maken of het vals alarm is, of baarmoederhalskanker.
Hoe groot is de kans op baarmoederhalskanker? Baarmoederkanker komt niet heel erg veel voor, maar toch bij ongeveer 950 vrouwen per jaar.
Na de diagnose baarmoederkanker krijg je een bloedonderzoek. Dit gebeurt onder andere om vast te stellen of je bloedarmoede hebt, en om te onderzoeken hoe goed je lever en nieren werken. Soms kijken artsen naar de waarde van een aantal stoffen in het bloed die verband houden met baarmoederkanker.
Afwijkingen aan de cellen van de baarmoederhals geven in het begin geen klachten. Het eerste verschijnsel dat u zelf kunt opmerken is een bloederige of bruinige, riekende afscheiding, buiten de gewone menstruatiecyclus, of bloedverlies tijdens of vlak na geslachtsgemeenschap.
Symptomen van baarmoederkanker
Bij vrouwen die nog niet in de overgang zijn, kan hevig bloedverlies tussen de menstruaties door een symptoom zijn van baarmoederkanker. Bij abnormaal bloedverlies is het verstandig om naar de huisarts te gaan.
Een echo maakt vooral onderscheid tussen harde en zachte weefsels. Daardoor kun je in de baarmoeder bijvoorbeeld heel goed een foetus in beeld brengen, omdat een foetus van ander soort weefsel is dan wat er verder in de buik zit.
Met een echografie van de hele buik kunnen zowel de organen in de bovenbuik (zoals de lever, galblaas en nieren) als de organen in de onderbuik (zoals de blaas, baarmoeder en eierstokken) zichtbaar worden gemaakt.
Onderzoeken in het ziekenhuis
De gynaecoloog stelt je vragen en doet een lichamelijk onderzoek. Hij of zij voelt aan je buik en klopt erop. Zo kan de arts vocht in de buik of een tumor van de eierstok opsporen. Vaak voelt de arts ook of de lymfeklieren in de liezen of hals groter zijn dan normaal.
Baarmoederkanker (endometriumcarcinoom) is in Nederland het meest voorkomende type kanker aan de vrouwelijke geslachtsorganen. Baarmoederkanker wordt meestal in een vroeg stadium ontdekt, en is daardoor bijna altijd goed te genezen.
In een verder gevorderd stadium van baarmoederhalskanker kunnen er uitzaaiingen in de omgeving ontstaan, bijvoorbeeld naar de blaas of de endeldarm. In dat geval kunnen pijn in de onderbuik en de rug en problemen met het plassen en de ontlasting ontstaan.
Als de tumor groeit kan de kanker zich uitbreiden naar de schede of naar het steunweefsel rond de baarmoedermond. In een later stadium kan uitbreiding ontstaan naar de blaas, de endeldarm of de buikholte. Er kunnen ook tumorcellen losraken en via het lymfestelsel en/of de bloedbaan worden verspreid.
Baarmoederhalskanker komt het meest voor bij vrouwen tussen de 30 en 60 jaar.
Voorstadium. Aan de binnenkant van de baarmoederhals zitten cilindercellen en aan de buitenkant plaveiselcellen. Vooral op de plek waar deze 2 soorten cellen in elkaar overgaan, kunnen afwijkende cellen ontstaan. Dit is het voorstadium van baarmoederhalskanker.
Onderzoeken bij baarmoederhalskanker
Hier krijg je eerst een kijkonderzoek van de baarmoederhals: een colposcopie. Vaak neemt de arts ook een stukje weefsel weg uit de baarmoederhals. Dit heet een biopsie. Met de uitslag kan de arts zien of de tumor kwaadaardig is.