Autisme spectrum stoornis (ASS) is de officiële verzamelnaam voor alle verschillende vormen van ontwikkelingsstoornissen volgens DSM, het handboek van psychiatrische aandoeningen. Bij alle soorten autisme staat een stoornis in de informatieverwerking in de hersenen centraal.
Autisme is een aangeboren ontwikkelingsstoornis waarbij kinderen zich over het algemeen op een andere manier ontwikkelen dan hun leeftijdsgenootjes; op een ander tempo of in een andere volgorde. Informatie wordt door hun hersenen op een andere manier verwerkt dan gebruikelijk.
De DSM-5, de meest recente versie van het Amerikaanse handboek voor psychische stoornissen, spreekt nu nog maar van één autisme-diagnose: de 'autismespectrumstoornis (ASS)'. De diagnose wordt gesteld wanneer je voldoet aan alle kenmerken genoemd in domein A en 2 van de 4 kenmerken in domein B.
Mensen met een persoonlijkheids- stoornis lopen daardoor vaak langdurig vast op meerdere levensgebieden, zoals thuis, op het werk en in relaties. Contacten met andere mensen verlopen vaak moeizaam. Vaak wordt gedacht dat een autismespectrumstoornis en een persoonlijkheidsstoornis niet kunnen samengaan. Dit is onjuist.
Je kunt namelijk heel veel kenmerken van de ene stoornis hebben, maar ook iets van de andere. De naam autismespectrumstoornis wordt daarom nu gebruikt voor iedereen met een vorm van autisme. Voorbeelden van die eerdere soorten autisme zijn klassieke autisme, asperger en PDD-NOS. Die worden nu niet meer gebruikt.
Aangenomen wordt dat het hierbij gaat om een interactie tussen genetische- en omgevingsfactoren. Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving.
'Bij autisme zijn de sociale voelsprieten anders afgesteld', legt Geurts uit. 'Mensen kunnen daardoor veel gevoeliger zijn en snel overweldigd raken door de sociale informatie die ze oppikken, of juist veel te weinig sociale informatie ophalen.
Autisme spectrum stoornis (ASS) is de officiële verzamelnaam voor alle verschillende vormen van autisme.
Autisme is niet te genezen. Wel kan een behandeling je helpen om verschijnselen te verminderen zodat je beter kan functioneren. Je kan bijvoorbeeld bepaalde sociale vaardigheden aanleren. Ook kan je geholpen worden bij het aanpassen van jouw omgeving zodat jij optimaal kan functioneren.
Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn. En ik heb bijvoorbeeld veel moeite met het huishouden.
Lange tijd werd gedacht dat als je eenmaal bepaalde kenmerken van autisme hebt, dat die dan je leven lang onveranderd aanwezig blijven. Recent onderzoek toont aan dat dit niet altijd het geval is: soms verminderen of verdwijnen bepaalde kenmerken, en soms verergeren ze juist.
Mensen met autisme kunnen onderling veel verschillen, maar één ding hebben zij met elkaar gemeen: moeite hebben met het communiceren met anderen. Mensen met autisme vinden het vaak lastig om non-verbale signalen (intonatie, gezichtsuitdrukkingen en gebaren) goed te interpreteren.
De term 'klassiek autisme' werd gebruikt om de meest zware variant van autisme te omschrijven. Moeilijkheden om tot sociale interacties te komen, op zowel verbaal als non-verbaal vlak, staan bij deze vorm van autisme op de voorgrond.
Ilja: 'Autisme heeft met de hersenen te maken en is aangeboren. Binnenkomende informatie wordt bij iemand met autisme anders verwerkt. Iemand met een autisme kan informatie niet goed filteren. Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen.
Mensen met autisme hebben een lagere levensverwachting dan mensen zonder autisme. Ze leven gemiddeld 16 jaar korter.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn: Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering. Dingen heel letterlijk nemen.
Autisme uit zich namelijk bij iedereen anders. Je kunt bijvoorbeeld een lichte variant van autisme hebben met minder symptomen, maar ook een zware variant. Lange tijd hebben we geprobeerd om onderscheid te maken tussen verschillende vormen van autisme. Elke vorm had daarbij zijn eigen kenmerken en symptomen.
Nadelen van autisme
Een van de kenmerken van autisme die het vaakst genoemd wordt als nadeel is het gebrek aan sociale vaardigheden. Het is lastig om bij de groep te horen als je autisme hebt. Dit komt omdat je anders denkt dan mensen zonder autisme. Je gedraagt je in een groep dus vaak ook anders.
Mensen met autisme hebben gevoelens, dat staat buiten kijf. Ze zijn niet ongevoelig. En ze uiten ook hun gevoelens. Al wordt vaak ten onrechte beweerd dat de meeste mensen met autisme een neutrale of vlakke emotionele expressie vertonen.
Positieve eigenschappen van een partner met autisme
is deze vraag neergelegd. Wat hieruit naar voren komt is dat mensen met autisme over het algemeen gezien worden als eerlijke partners en harde werkers die rust, veiligheid en stabiliteit in een relatie brengen. Ook hun 'eindeloze geduld' werd genoemd.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Inlevingsvermogen en empathie
Het idee dat mensen met autisme geen inlevingsvermogen hebben, is achterhaald. De ontwikkeling van het inlevingsvermogen kan wel anders verlopen dan bij mensen zonder autisme. En dat kan leiden tot misverstanden in een (liefdes)relatie.