Als vuistregel voor paarden en pony's geldt dat ze ongeveer 1,5 kg hooi per 100 kg lichaamsgewicht nodig hebben. Dit komt voor een gemiddelde pony van 300 kg op 4,5 kg per dag. Kuilgras is natter dan hooi en paarden kunnen hier meer van eten om dezelfde hoeveelheid droge stof binnen te krijgen als met hooi.
De meeste paarden en pony's hebben aan gras en hooi meer dan voldoende. Alleen als je erg veel arbeid van de dieren vraagt, hebben ze soms bijvoeding in de vorm van krachtvoer nodig. Paarden zijn echte dooreters. Ze zijn van nature ingesteld op een geleidelijke en langdurige opname van vrij laagwaardig gras.
Gras en hooi zijn de belangrijkste voedingsmiddelen van een paard. Vers gras op de wei en ingekuild gras of hooi in de stal. We noemen dit ruwvoeder.
Ruwvoer blijft van belang, ook voor paarden in de winter
Zorg daarom voor onbeperkt hooi. Lukt het niet omdat je paard bijvoorbeeld overgewicht heeft? Geef het hooi met een hooinet. De hoeveelheid krachtvoer wat je (extra) geeft is afhankelijk van het normale dieet en de omgeving.
Bananen voor paarden kunnen een lekker tussendoortje voor het paard zijn. De meeste vitamines zitten in bananen. Vitamine B6 bijvoorbeeld helpt je paard bij het opbouwen van een goede weerstand. Bananen bevatten Kalium.
Echter brood is speciaal gemaakt voor menselijke consumptie en is niet het meest ideale paardenvoer. Veel vers brood is niet goed, omdat een paard deegballen kan vormen die slecht verteerbaar zijn en verstoppingen kunnen veroorzaken. Ook kan vers brood aan het gehemelte van een paard gaan plakken.
Hoeveel mag je voeren? Doordat wortelen zoveel water bevatten, zullen paarden niet zo snel dik worden van een paar kg wortelen per dag, maar dienen in beperkte hoeveelheden gevoerd te worden. Paarden mogen maximaal ca. 1,2 – 2 kg wortelen per 100 kg lichaamsgewicht per dag krijgen.
Fruit bevat namelijk relatief veel suikers en teveel fruit werkt verstorend op de darmflora van je paard. Wil je toch fruit geven, neem dan een appel, banaan, peer, perzik of een pruim. Bij de laatste twee niet vergeten om de pit te verwijderen! Andere fruitsoorten kan je beter niet aan je paard voeren.
Antwoord: Havermout is een grondstof wat gebruikt wordt in diverse paardenvoeders en is daarom veilig om aan paarden te voeren. Havermout is zeer arm aan energie en levert daarom weinig voedingsstoffen. Havermout is erg droog en neemt veel water op, wat een slokdarmverstoppping kan veroorzaken.
Wortels zijn goed, sla, selderij en sperciebonen of peultjes mag ook, maar geef je paard geen uien, broccoli, kool/bloemkool of spruitjes. De tomatenplant behoort tot de nachtschadefamilie, die niet goed is voor paarden. Maar de tomaat zelf mag weer wel.
Voor twee pony's is een stal van minstens 20 m2nodig, en voor twee paarden wordt minstens 25 m² aangeraden. Als bodembedekking heb je verschillende keuzes zoals stro, houtkrullen en hennep. Hou rekening met de kostprijs, de structuur van de bodembedekking en het eetgedrag van het dier.
Het koken van aardappelen zorgt ervoor dat het zetmeel beter verteerbaar wordt, waardoor ook oudere paarden dit als energiebron zouden kunnen benutten. Wees echter wel voorzichtig en voer kleine hoeveelheden in kleine porties. Het is niet gewenst om onrijpe, groen geworden, rotte of beschimmelde aardappelen te voeren.
Er zijn verschillende soorten groenten en fruit die aan paarden kunnen worden gevoerd. Groentes zoals boerenkool, broccoli, spruitjes, radijsjes, spinazie, komkommer en wortelen kunt u aan uw paard voeren.
Onbeperkt voeren van wortels wordt niet aangeraden, maar paarden zonder gezondheidsproblemen kunnen veilig 1-2 kg per dag wortels gevoerd worden. Wortels kunnen als geheel, of in de lengte doorgesneden gevoerd worden. Snij een wortel nooit in plakjes, dit kan verstikking veroorzaken.
Het advies is om een paard niet langer dan 3 uur zonder ruwvoer te hebben staan, maar het mag niet langer dan 6 uur zonder staan. Anders wordt de kans op maagzweren (zeer) groot.
Paard heter maken, maar niet dikker
Ruwvoer blijft natuurlijk altijd de belangrijkste basis. Wat betreft krachtvoer kun je kiezen uit muesli of brokken met meer koolhydraten (suiker en zetmeel) als snelle energiebron of voer met een hoger vetpercentage voor langwerkende, langzaam vrijkomende energie.
Haver wordt al 2000 jaar ingezet als grondstof in paardenvoeding en geeft sportpaarden extra snel beschikbare energie. Het mooie van haver is dat het aanwezige zetmeel goed verteerbaar is voor paarden, in tegenstelling tot het zetmeel in andere granen, zoals tarwe, gerst en maïs.
Een paard wordt er niet 'heet' van, maar het levert wel veel energie op. Er is zuurstof nodig voor de verbranding, dus het werkt het beste bij duurprestaties, waarbij een paard niet buiten adem raakt. Je kunt zelf plantaardige olie aan het voer toevoegen.
Bananenschillen zijn een huismiddel tegen diarree bij paarden.
Een normaal paard heeft voor zijn onderhoud dagelijks zo'n 1 - 1,5% van zijn lichaamsgewicht nodig aan ruwvoer (droge stof). Een paard van 600 kg heeft dus 6 tot 9 kg ruwvoer (droge stof) per dag nodig. Dat is 30 - 45 kg vers gras (ervan uitgaand dat dit uit 80% water bestaat) of 7,5 - 12 kg hooi (20% water).
Daarom moet je met het geven ervan terughoudend zijn bij paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid of maagzweren. Het suikergehalte zorgt er namelijk voor dat de zuurgraad van de maag verandert. Voedingsdeskundigen houden een maximum van 5 kilo appels per dag aan.
Geef niet teveel bananen. Bananen bevatten, net als andere groente en fruit, veel zetmeel. Omdat zetmeel niet goed verteert in het paardenlichaam, kun je je paard hiervan het beste niet zoveel geven.
Ook heeft de hoeveelheid structuur in hooi effect op de snelheid waarop snelle suikers de dunne darm bereiken en daar verteerd worden. Een suikerklontje of andere zoete beloning bereikt relatief snel de dunne darm en wordt daar snel opgenomen, net als krachtvoer.
Voer alleen verse wortelen
Gewassen wortelen zullen na ca. 1 – 2 weken gaan schimmelen of rotten. Bedorven wortelen bevatten een hoog kaliumgehalte, wat diarree of maagdarmstoornissen bij paarden kan veroorzaken. Wortelen blijven het best bewaard op een koele, droge plaats die vorstvrij is.