Eicellen worden al voor de geboorte aangemaakt in de eierstokken. Je wordt geboren met ongeveer 1 miljoen eicellen. Vanaf dan sterven jaarlijks ongeveer 10.000 eitjes af. Tegen de puberteit blijven er nog zo'n 400.000 over.
Die beginvoorraad van oöcyten, de eicelvoorraad of ovariële reserve, wordt tijdens het intra-uteriene leven opgebouwd (tijdens de groei van de baby in de baarmoeder) en krimpt daarna gestaag tot aan de menopauze. Tijdens het leven van een vrouw eindigen slecht 300 tot 400 follikels in een eisprong.
Iedere maand beginnen er zo'n 10 eicellen in je eierstokken te rijpen. (als je de pil gebruikt rijpen er geen eicellen en heb je geen eisprong, pas na het stoppen met de pil komt je natuurlijke cyclus weer op gang). Slechts 1 eicel zal volledig rijpen en uiteindelijk uit de eierstok springen (ovulatie).
Daaruit blijkt dat een vrouw met gemiddeld 300.000 eicellen geboren wordt. Dat aantal neemt echter veel sneller af dan werd aangenomen. Zodra een vrouw dertig is, is nog maar twaalf procent van de reserves over.
Er zijn een aantal hormoonindicatoren die de kwaliteit van je eitjes kunnen bepalen [2]: – FSH: het follikelstimulerend hormoon (FSH). Hogere niveaus van dit hormoon kunnen een aanwijzing zijn voor eitjes van lagere kwaliteit. – AMH: vaak is een lage ovariële reserve gekoppeld aan een lagere kwaliteit van eitjes.
Het aantal vrouwen van 35 jaar en ouder dat zwanger is of van plan is zwanger te worden, is nog nooit zo hoog geweest. Medisch gesproken hebben we het over een late zwangerschap vanaf 38 jaar oud. Maar op 35-jarige leeftijd zijn de eicellen, net als de rest van je lichaam, al onderhevig aan een verouderingsproces.
De grens voor het ondergaan van vruchtbaarheidsbehandelingen met eigen eicellen ligt in Nederland rond 45 jaar. De meeste klinieken hanteren echter een leeftijdsgrens die ligt rond de 42 jaar. In de Monitor Fertiliteitszorg kun je zien welke leeftijdsgrens de verschillende ziekenhuizen in Nederland hanteren.
Hoewel de vruchtbaarheid van de vrouw snel afneemt vanaf eind dertig, betekent dat niet dat een zwangerschap onmogelijk is rond haar 50ste. Er kan van tijd tot tijd en heel onregelmatig nog een eicel vrijkomen uit de eierstokken.
Er zijn zeker dingen die men kan doen om de kwaliteit van de eicellen te maximaliseren en de vruchtbaarheid te verbeteren. Een evenwichtig dieet, niet roken, lichaamsbeweging en een goed gewicht (BMI 18 tot 24,9) zijn de best mogelijke voorbereiding.
In het kort. Als je net voor je eisprong om de 2 tot 3 dagen vrijt en na 1 jaar nog niet zwanger bent, kun je uitzoeken hoe dat kan komen. Je kunt testen of je een eisprong hebt: door je temperatuur elke dag te meten of met een urinetest. De huisarts kan testen of je een soa hebt gehad.
Een vrouw van 30 heeft een kans van 75 % om binnen een jaar zwanger te raken. Dat percentage daalt naar 44 % voor vrouwen boven de 40. Moeder worden na je 35e of 40e levensjaar is iets waar steeds meer vrouwen - bewust of ongewild - mee te maken krijgen.
De zaadcellen blijven een paar dagen leven in de baarmoeder. Weet je wanneer je eisprong ongeveer is? In de 6 dagen vóór de eisprong is de kans om zwanger te worden het grootst. Je hebt de meeste kans om zwanger te worden als je een paar keer vrijt in deze 6 dagen.
De beperkte voorraad eitjes van een vrouw bevindt zich in haar eierstokken. Het Anti-Müller-Hormoon wordt geproduceerd door de zakjes of 'follikels' waarin eicellen zitten, en geeft zo een indicatie van de hoeveelheid eitjes.
Als uw eierstokken nauwelijks meer eicellen hebben, maken ze te weinig van het hormoon oestradiol aan. Doordat de hoeveelheid oestradiol laag blijft, wordt de hoeveelheid FSH niet geremd. De hoeveelheid FSH neemt dus toe. Zo komt er te veel FSH in uw bloed en is er geen eisprong.
Het transport van de eicel vanuit de eierstok naar het middelste, bredere deel van de eileider (ampulla) gebeurt in minder dan zeven uur. Nadien blijft de eicel ongeveer 72 uur in de ampulla en is gedurende 24 uur na de eisprong bevruchtbaar.
De prijs voor 1 cyclus varieert tussen €1500 en €2500. Soms levert 1 cyclus niet voldoende eicellen op. Dan is een tweede behandeling nodig. Zeker wanneer je ouder bent dan 35 jaar is de kans groot dat er een tweede hormoonstimulatie en pick-up nodig zijn om voldoende eicellen te kunnen invriezen.
Wat mag je niet eten als je zwanger wilt worden? Vermijd veel suiker en (verzadigde) vetten, gebruik niet te veel zout en laat cafeïne liever staan. Kant-en-klare producten bevatten vaak veel toevoegingen, dus gebruik zo veel mogelijk verse ingrediënten en bereid je maaltijden zelf.
Eicellen invriezen vanwege een leeftijdsgebonden indicatie kan vanaf 30 jaar tot 40 jaar. Deze leeftijdsgrenzen zijn gekozen omdat uit onderzoek is gebleken dat vrouwen jonger dan 30 jaar vaak geen gebruik gaan maken van deze ingevroren eicellen.
Gemiddeld zijn vrouwen met 50 of 51 jaar voor het laatst ongesteld. Daarom kunt u met 52 jaar stoppen met voorbehoedmiddelen. De kans op zwangerschap is dan heel klein.
Vanaf je dertigste daalt die kans gestaag en tussen je 35 en 37 jaar heb je nog maar de helft zoveel kans om zwanger te raken, tussen je 38ste en je 40ste nog maar een vierde. Hoe ouder je wordt, hoe langer je dus moet wachten eer je zwanger wordt.
Als je een korte menstruatiecyclus hebt, kun je ook vroeger ovuleren. Sperma kan tot 5 dagen in je lichaam overleven en kan het eitje bevruchten zodra het wordt vrijgegeven. Je bent het minst vruchtbaar in de dagen net voor je menstruatie, maar toch bestaat er een klein risico op zwangerschap.
De overgang en vruchtbaarheid
In het algemeen kun je stoppen met anticonceptie als je 52 jaar bent geworden. De kans om dan nog zwanger te worden is erg klein. Zoals hierboven genoemd, weet je pas zeker dat je niet meer vruchtbaar bent als je een jaar geen menstruatie hebt gehad.
Door alle medische mogelijkheden, is zwanger raken op late leeftijd geen uitzondering meer. Vrouwen kunnen hun eicellen laten invriezen, gebruik maken van donor-eicellen, de eierstokken onderwerpen aan een verjongingskuur en ivf-behandelingen ondergaan.
Je bent in de overgang. Veel vrouwen denken dat ze dan niet meer zwanger kunnen raken. Toch is niets minder waar. Een groot deel van de overgang ben je nog vruchtbaar.