Psychische factorenBeangstigende, stressvolle of vervelende gebeurtenissen maken het risico op een angststoornis groter. Bijvoorbeeld seksueel misbruik of het verlies van iets of iemand. Ook een onveilige opvoeding, verwaarlozing of mishandeling, kan het risico op een angststoornis groter maken.
Een angststoornis is een psychische aandoening waarbij men kampt met heftige angsten. De angst is zo groot dat die de dagelijkse activiteiten verstoort.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.
Een angststoornis kan ontstaan na een ernstige, ingrijpende gebeurtenis waarin iemand heel bang was (psychotrauma). Een angststoornis kan ook ontstaan door een lichamelijke ziekte, het gebruik van bepaalde geneesmiddelen of het gebruik van drugs.
Angstklachten zijn klachten waarbij angstgevoelens en begeleidende lichamelijke klachten een rol spelen. Het verschil met een angststoornis is de ernst van de symptomen. De overgang van 'angstklachten' naar een 'angststoornis' heeft geen exact afkappunt. Pathologische angst komt bij veel psychische aandoeningen voor.
De klachten van deze angststoornis zijn meestal langdurig aanwezig. Ze zijn niet iedere dag even erg. Soms is er een duidelijke oorzaak, bijvoorbeeld doordat u iets heftigs heeft meegemaakt. Soms gaat het zomaar beter zonder dat u kunt verklaren hoe dat komt.
Angststoornis vaak chronisch beloop
Een angststoornis heeft voor een groot percentage mensen een chronisch beloop. Het percentage mensen dat na 1 jaar nog herstelt, neemt niet sterk toe. Dit betekent dat hulpverleners alert moeten zijn op signalen van een angststoornis en snel moeten interveniëren.
Door gesprekken, informatie en een online cursus kunt u de angst verminderen. Dagelijks genoeg bewegen, genoeg slapen en regelmatig leven zijn belangrijk. Als de klachten niet minder worden, kunt u kiezen voor cognitieve gedragstherapie. Bij deze therapie leert u anders te denken, waardoor de angst vermindert.
Klachten en symptomen
Iemand met een angststoornis is vaak angstig. Symptomen zijn: bezorgd en bang zijn om een paniekaanval te krijgen. het gevoel jezelf niet te zijn of dat alles niet echt is.
Kijk bij stoppen met alcohol of minder drinken, stoppen met kalmerings-pillen of stoppen met drugs of minder gebruiken. De kans op een paniekaanval is groter als je veel stress hebt en moe bent. Dus probeer stress minder te maken. En zorg dat je goed slaapt, genoeg beweegt en ontspant.
De invloed van een angststoornis op de inzetbaarheid
Ze kunnen daardoor enorm opzien tegen activiteiten die heel normaal zijn en vaak ook bij het werk horen. Dit kost veel energie en het werkt stress in de hand. Toch werken mensen met een angststoornis meestal gewoon door.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen.
Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
In de categorie van 18 tot 24 jaar ligt het percentage angststoornissen op 11,7 procent over het afgelopen jaar. De meest voorkomende angststoornissen binnen beide leeftijdsgroepen zijn de sociale fobie en de specifieke fobie. Deze stoornissen komen meer voor bij meisjes dan bij jongens.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Tijdens een angst- of paniekaanval zijn de lichamelijke klachten die het meest voorkomen: Hartkloppingen. Pijn of een beklemd gevoel op de borst (sommige mensen denken dat ze een hartaanval krijgen) Zweten.
Gevolgen angststoornis en je gezondheid
Daarnaast zijn er verbanden aangetoond tussen angststoornissen en onder andere hartproblemen, luchtwegaandoeningen en vermoeidheidsklachten. Ook heb je een grotere kans op het ontwikkelen van een verslaving aan alcohol, medicijnen of drugs.
Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger. Daarom is het meestal beter om veel minder koffie en alcohol te drinken en geen drugs te gebruiken. Ook helpt het als je minimaal 30 minuten per dag beweegt.
Fluoxetine werkt het beste bij een gegeneraliseerde angststoornis en geeft de minste kans op terugval. Psychiater David Baldwin en zijn collega's trekken deze conclusie in BMJ na een meta-analyse van 27 gerandomiseerde klinische onderzoeken.
Angststoornissen kunnen goed behandeld worden. Het merendeel van de patiënten heeft baat bij cognitieve gedragstherapie.
Een posttraumatische stressstoornis is een angststoornis. Na een of meerdere ingrijpende gebeurtenissen blijft de angst bestaan. Die angst kan korte of lange tijd grote impact hebben op je leven. Je hebt last van acute PTSS als je klachten ongeveer een maand aanhouden.
Iedereen is wel eens ongerust, maar als de angst zo constant is dat het u in uw functioneren hindert en u daardoor niet meer kunt genieten van het leven, hebt u wellicht een chronische angststoornis. Als u voortdurend zenuwachtig of gespannen bent, wordt het normale leven moeilijk en is ontspanning zowat onmogelijk.
Alles lijkt 's nachts erger doordat het deel in de hersenen waar onze emoties en gedachten gereguleerd worden, 's nachts óók minder actief wordt, anders zou je niet kunnen slapen. Dat zorgt ervoor dat de controle op angstgebieden een stuk minder is.
Recent onderzoek laat zien dat de helft van de mensen met een angststoornis binnen 7,5 maanden herstelt.39% van de mensen is in een jaar nog niet hersteld en 30% is binnen 3 jaar nog steeds niet hersteld. Hierdoor weten we dat het herstel van een angststoornis langer duurt dan van een depressie.